Industry Wire

Geplaatst door Quantum Delta NL

Philippe Bouyer: Waarom Nederland nú moet doorpakken met quantum

Op 29 oktober stemmen we over van alles en nog wat, maar zelden over dit: bouwen we de quantumtoekomst hier, of kopen we die straks elders? Het is geen onderwerp voor het campagnedebat, wél voor Nederland op de lange termijn. Philippe Bouyer, bestuursvoorzitter van Quantum Delta NL, zegt het onomwonden: “Je kunt toekijken tot anderen het voor je bepalen. Of je kiest ervoor het hier te maken, met onze mensen en bedrijven.”

Bouyer (Fransman, maar met ‘een Nederlandse vrouw”) is van origine natuurkundige, opgeleid als ingenieur, gepromoveerd onder een Nobelprijswinnaar, gevormd door pure nieuwsgierigheid naar hoe de wereld werkt. Juist dat maakt hem een nuchtere pleitbezorger: hij kent de “spooky” reputatie van quantumfysica, maar ziet vooral wat het al oplevert en nog kan opleveren. “Ik begon in de wetenschap uit nieuwsgierigheid,” zegt hij. “Maar nu zie je technologie met echte toepassingen. Het is fascinerend om in een veld te werken waarin je onderdeel bent van iets groots.”

Want quantum is allang geen theorie uit het lab meer. Het is dagelijkse kost. Lasers voor glasvezel, leds voor zuinige schermen, chips voor je telefoon: allemaal dankzij quantum. Nu rolt de tweede golf binnen, met toepassingen buiten het lab, van fabrieksvloer tot ziekenhuis en cybersecurity.

De eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar. In de Rotterdamse haven draait bijvoorbeeld al een quantumveilige verbinding.  In de zorg behoren MRI-scans tot de succesvolste toepassingen van de quantumfysica in het dagelijks leven. De volgende generatie quantumsensoren zal ze nog scherper maken, wat leidt tot snellere diagnoses en gerichtere behandelingen.  Bouyer: “Je krijgt niet elke dag een MRI, maar áls het gebeurt, merk je de impact van kwantum al: minder onnodige ingrepen en preciezere zorg.” Zelfs in je broekzak zit quantum eraan te komen; telefoons met quantum-randomgetalgeneratoren om de beveiliging te verbeteren zijn al op de markt.

Intussen vreet AI rekenkracht. Je kunt dat even opvangen met nóg een datacentrum en nóg een rij servers, maar ergens houdt het op. Daarom werken onderzoekers aan de eerste generatie quantumcomputers, machines die bij bepaalde problemen sprongen maken waar klassieke computers niet bij komen. Het komt sneller dan we denken, al wil Bouyer geen orakel spelen: “Vijf jaar geleden dacht men dat “perfecte qubits” nog zeker een decennium weg waren; een jaar later volgde een doorbraak, waardoor de horizon ineens dichterbij kwam. Met andere woorden: voorspellen blijft lastig, maar de lijn is duidelijk, van lab naar steeds meer tastbare toepassingen.””

Nederland loopt voorop
De impact zal hoe dan ook enorm zijn. Tegen 2035 leveren de drie pijlers van quantum, computers, communicatie en sensoren,samen naar verwachting zo’n 97 miljard dollar op (circa 83 miljard euro). Groter dan 3D-printen. In Nederland zie je dezelfde lijn: via programma’s en partnerschappen kan Quantum Delta NL €1,5–2,5 miljard aan economische impact losmaken in heel Nederland.

Niet in de laatste plaats omdat Nederland zo goed voorgesorteerd is. “Nederland was een van de eerste landen die quantum echt serieus namen”,  zegt Bouyer. Dat leidde tot Quantum Delta NL (QDNL), de organisatie die universiteiten, onderzoeksinstellingen, start-ups, grotere industrie en overheden met elkaar verbindt. In 2021 voegde het Nationaal Groeifonds €615 miljoen toe om te versnellen. En versnellen deed het, onder andere met House of Quantum, bedoeld om uit te groeien tot ’s werelds eerste nationale quantumcampus. Bouyer: “Samen met onze internationale partners hebben we een netwerk van Houses of Quantum opgezet waar bedrijven, beleidsmakers en wetenschappers elkaar ontmoeten en samenwerken.”
Maar de voorsprong is niet alleen organisatorisch. In 2015 werd in Delft de loophole-vrije Bell-test gehaald; vorig jaar is quantuminformatie geteleporteerd tussen niet-aangrenzende netwerkknopen, precies de stap die het quantuminternet van papier naar praktijk tilt.

En de inspanningen betalen zich uit. In een paar jaar tijd ontstonden zo’n 29 start-ups, goed voor zo’n 735 banen (direct en indirect) en ongeveer 160 miljoen euro aan investeringen uit binnen- en buitenland.“We horen bij de koplopers, met bedrijven die tot de besten ter wereld behoren en die de rest nodig heeft om vooruit te komen”, zegt Bouyer.

En dat móét ook, want internationaal gaat het hard. “ “In China hebben we het over tientallen miljarden aan overheidsinvesteringen,” zegt hij. “In de VS zie je een enorme kapitaalkracht van private investeerders.” Het Europese antwoord is de krachten bundelen, met Frankrijk en Duitsland voorop, en Nederland onder de koplopers, samen met landen als Denemarken en Finland.
De Nederlandse strategie is daarbij: focus. “We moeten kiezen waar we de beste willen zijn, uitblinken op een paar cruciale schakels in de waardeketen,” zegt Bouyer. “Het is een beetje zoals met ASML: zonder ASML heb je geen chips.”

Overheid
We racen dus mee in de kopgroep, en dat is belangrijk, aldus Bouyer. “China zal niet stoppen de VS ook niet”,  zegt Bouyer. “En wij moeten dat dus ook niet doen.” Het is geen dreigement, eerder een nuchtere constatering: als we nu verslappen, schuiven we door naar de bijrijdersstoel. “Dan krijgen we de goederen wel,” zegt hij, “maar worden we afhankelijk van die landen voor onze toekomst.”

En juist daarom is voorspelbaar beleid geen luxe maar noodzaak. Toch staat juist dat even op de toch, aangezien het Nederlandse quantumprogramma dat via het Nationaal Groeifonds loopt, nog maar tot eind 2028 duurt. “Alles moet vóór die tijd gestart en geïnitieerd zijn,” zegt Bouyer. Dáárna beslist vervolgbeleid of we echt doorgroeien: van start-up naar industrie, van losse labs naar fabricagecapaciteit, van proefopstelling naar productie. Dat is geen abstractie, maar de voorwaarde om bedrijven hier te laten schalen in plaats van elders.

Zijn boodschap aan Den Haag is dan ook simpel: laat het ecosysteem dóórgroeien. Zorg voor tempo en ruimte, zodat een start-up niet strandt op huisvesting en een scale-up niet wegtrekt omdat de aansluiting ontbreekt. Maak het pad van lab naar productie korter, met gebouwen en faciliteiten die er op tijd staan. En houd de blik omhoog: we moeten zó aantrekkelijk zijn dat ook de allergrootsten hier willen landen. “We willen dat Nvidia hierheen komt, gewoon omdat wij de beste plek hebben, de beste faciliteiten, de beste bedrijven en de beste mensen.”

Dat vraagt durf om langjarig te investeren, zelfs als de energierekening piept en kraakt. “Je kunt zeggen: stop met investeren in kennis en innovatie en steek het geld in meer wegen of huizen. Aan het eind heb je dan meer wegen of huizen ja… maar geen banen.” Investeren in quantum is geen luxeproject, maar een gedurfde inzet op werkgelegenheid, veiligheid en strategische autonomie.

De vraag is niet óf we meegaan, maar waar we bouwen, met wie, en wanneer. Het antwoord van Bouyer is kort: maak het hier.

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht