Steeds meer Nederlanders willen grotere rol voor AI op scholen

Schiphol, 14 augustus 2025 – Steeds meer Nederlanders zijn positief over het toepassen van AI binnen het onderwijs. Aan de vooravond van het nieuwe schooljaar wordt de roep om kunstmatige intelligentie een grotere rol te geven tijdens de lessen luider en luider. Het kan enerzijds helpen om de motivatie van de leerlingen te verhogen en anderzijds om de werkdruk van leraren te verlagen.
Dit zijn enkele opvallende conclusies uit de nieuwe AI Barometer* van marktonderzoeksbureau MSI-ACI Europe. Bij dit representatief onderzoek, de tweede in een reeks, is onder 1.005 volwassen Nederlanders het sentiment over kunstmatige intelligentie in het dagelijks leven onderzocht.
Motivatie verhogen
Opvallend is de tendens in het onderwijs. Afgezet tegen de eerste meting, in december 2024, zien Nederlanders nu veel meer mogelijkheden en voordelen van (het gebruik van) kunstmatige intelligentie op scholen. Daarbij zijn mannen significant positiever of neutraler gestemd dan vrouwen. Tussen respondenten met en respondenten zonder kinderen zitten daarentegen geen noemenswaardige verschillen.
We zijn het erover eens dat AI leraren niet kan vervangen. Maar volgens een steeds groter deel van de bevolking neemt de positieve impact van het technologische hulpmiddel meer en meer toe. Zo zegt 29 procent dat scholen zo beter in staat zijn om in te spelen op individuele behoeftes van leerlingen, waar dit bij de eerste meting slechts 22 procent was. Nog eens 33 procent staat er neutraal tegenover.
Ook zien we AI in toenemende mate als middel om de motivatie te verhogen, doordat het interactieve en speelse leermethodes mogelijk maakt. Niet alleen de leerlingen, ook de leraren hebben er baat bij, zeggen respondenten. Volgens bijna een op de drie zal het de werkdruk verlagen.
‘Scholen lopen achter met AI’
Tegelijkertijd vinden steeds meer Nederlanders dat scholen achterlopen met het toepassen van AI. Bijna een kwart van de ondervraagden zegt daar onomwonden ‘ja’ op. En nog eens 31 procent is het daar niet mee eens en ook niet mee oneens. De stelling dat het onzinnig is dat scholen kennis overdragen die met AI voor iedereen toegankelijk is, vindt steeds meer weerklank.
Meer aandacht voor AI mag voor een groeiend aantal Nederlanders ten koste gaan van het huidige lesaanbod. Zo pleit veertien procent ervoor dat scholen minder focussen op traditionele vakken, zoals schrijven en rekenen, waar dit een half jaar geleden nog negen procent was. De mensen die ‘neutraal’ antwoordden daarbij opgeteld, betekent dat bijna vier op de tien Nederlanders niet onwelwillend staat tegenover een herwaardering van de lessen. Het toestaan van AI voor het maken van werkstukken en andere schoolopdrachten is voor de meesten nog een brug te ver.
Overigens neemt het gebruik van AI binnen het onderwijs al toe. Bij de eerste AI barometer gaf dertien procent van de respondenten aan dat op de school van zijn of haar kind(eren) al AI werd toegepast; inmiddels is dat gestegen naar achttien procent.
Positiever sentiment
Niet alleen binnen het onderwijs, maar ook in algemene zin lijkt het sentiment rond AI positiever te zijn geworden. Respondenten roemen de eindeloze mogelijkheden om hulp en oplossingen te bieden, de snelheid en efficiëntie. Vergeleken met de eerste meting, in december 2024, is het privégebruik duidelijk toegenomen. Inmiddels maakt één op de zes Nederlanders in privétijd gebruik van AI.
Een groeiend aantal landgenoten wil AI voor uiteenlopende doeleinden inzetten: van het geven van persoonlijk stemadvies bij de aankomende verkiezingen (34 procent) tot sociaal contact. Twintig procent ziet in AI een persoonlijke vriend die ervoor zorgt dat minder mensen zich in de toekomst eenzaam voelen. Nog eens 33 reageert neutraal op die stelling.
Expert: ‘gevoel van urgentie groeit’
Dieter Möckelmann, expert innovatie binnen het onderwijs, staat niet te kijken van de uitkomsten. “Waar een jaar geleden nog vooral vragen leefden als ‘mag dit wel?’ of ‘gaat AI mijn baan overnemen?’, zie ik nu bij scholen en leraren steeds meer een nieuwsgierige houding. Een groeiende groep ervaart dat AI het onderwijs niet overneemt of bedreigt, maar juist kan versterken. Vooral leraren die met tools als ChatGPT of educatieve AI-assistenten werken, merken dat het tijd kan besparen, creatiever lesmateriaal mogelijk maakt, of inspiratie biedt voor differentiëren en gepersonaliseerd leren.”
Het gevoel van urgentie groeit. Möckelmann: “AI komt het klaslokaal al binnen via de leerlingen zelf, die ChatGPT en andere tools gebruiken voor opdrachten of huiswerk. Docenten kunnen het zich niet meer permitteren om er niets van te weten — de werkelijkheid loopt anders te ver op het onderwijs vooruit. Die urgentie wordt versterkt door het structurele lerarentekort. Het onderwijs heeft het leerproces decennialang 1-op-1 afhankelijk gemaakt van de fysiek aanwezige leraar. Dat kan niet langer. Technologie – en dus ook AI – is geen luxe, maar noodzaak om het systeem anders in te richten: flexibeler, slimmer en duurzamer.”
Hoewel kunstmatige intelligentie zowel leerlingen motiveert als docenten meer grip geeft, waarschuwt de deskundige voor wat hij ‘pielparadox’ noemt. “AI kan in potentie tijd besparen, maar je móét eerst investeren om het te leren gebruiken. En juist tijd om te verdiepen, te experimenteren, te falen en te groeien is iets wat veel onderwijsprofessionals structureel missen. Daardoor blijft de belofte van AI vaak op de plank liggen. Het is dus niet de technologie zelf die tegenhoudt — het is het ontbreken van ruimte om ermee te leren werken.”
*De AI Barometer is een periodiek, representatief onderzoek onder Nederlanders van 18 jaar en ouder. Hierbij wordt telkens de ‘temperatuur’ van de Nederlandse samenleving gemeten als het gaat om AI-toepassingen in de privésfeer, op het werk en binnen het onderwijs.
Over MSI-ACI Europe
MSI-ACI Europe is een Europees marktonderzoeksbureau dat consumentengedrag in kaart brengt. Het bedrijf beschikt over 25 jaar internationale ervaring. Het bedrijf heeft vestigingen op Schiphol, in Belgrado en Londen.
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.