Deel dit artikel
-

Forse boete voor leadbemiddelaar

Het bedrijf Leadprovider uit Zaltbommel heeft een boete van 96.000 euro opgelegd gekregen voor het illegaal bemiddelen in kredieten. Het (online) bedrijf had geen vergunning van de AFM.

Van maart 2009 tot en met 12 november 2010 werden volgens de toezichthouder via de websites www.hypotheek-weetjes.nl, makkelijklenen.com en www.delaagsterente.info niet alleen contactgegevens ingewonnen bij consumenten voor derden, maar werd volgens AFM ook actief bemiddeld voor het afsluiten van kredieten.

Leadprovider had overeenkomsten afgesloten met andere financiële dienstverleners voor het afnemen van NAW-gegevens. Klanten konden op de sites van Leadprovider hun gegevens achterlaten, waarna zij gebeld konden worden. Leadprovider zou daarmee over de streep zijn gegaan. Zo werd ten behoeve van de BKR-toets onder meer geïnformeerd naar naar de geboortedatum van de klant.

Volgens AFM is sprake van bemiddelen indien een persoon enerzijds meer dan contactgegevens inwint van consumenten en hij anderzijds een overeenkomst heeft met aanbieders of bemiddelaars met de bedoeling dat consumenten in contact komen met die aanbieder of bemiddelaar of deze gegevens doorgeeft aan aanbieders of bemiddelaars.

Het is belangrijk dat financiële dienstverleners beschikken over een vergunning van de AFM, stelt de toezichthouder. Een vergunning biedt bescherming aan consumenten.

Uit het boetebesluit (pdf) blijkt dat voorloper InterMedia Services ook al eens bemiddelsactiviteiten heeft verricht die in strijd waren met de wetgeving. Dat leidde echter alleen tot een waarschuwing. Vervolgens werd de naam van de onderneming gewijzigd en probeerde de ondernemer een vergunning te krijgen die in mei 2010 werd afgewezen.

Leadprovider heeft bij de rechtbank geprobeerd de publicatie van het besluit tegen te gaan, omdat deze ‘haar bedrijfsschade berokkent’. Het bedrijf vindt de boete bovendien disproportioneel. Ook is Leadprovider van mening dat de boete psychische druk legt op haar directeur, die als alleenstaande vader verantwoordelijk is voor zijn dochter. In het verweer stelt de directeur, ‘een hardwerkende ondernemer’, dat de waakhond de vreugde van het ondernemen heeft ‘verstoord’. De toezichthouder zou afnemers ook nog op ‘intimiderende wijze’ hebben benaderd.

De rechtbank Rotterdam heeft alle bezwaren afgewezen.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond