“Nederland kent nog geen echte game-industrie”

De eerste Nederlandse Gamedagen starten vandaag in Utrecht. Computerspelen zijn 'big business' in de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk. In Nederland is van een echte game-industrie nog geen sprake. Emerce sprak over de Nederlandse game-industrie met Jeroen van Mastrigt, één van de sprekers tijdens de Gamedagen.

“De game-industrie is erg vervlochten met de entertainmentindustrie, dus met de producenten van films en speelgoed. De belangrijke centra liggen daarom ook in de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk,” vertelt Van Mastrigt. In Nederland werken tussen de 300 en 350 mensen in de sector, blijkt volgens hem uit onderzoek van TNO. Hij schat dat rond de twintig bedrijven zich specifiek bezighouden met computerspelen.

Jeroen van Mastrigt is hoofd van de studierichting Game Design and Development, een opleiding van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU). De studie, die zich vooral richt op de creatieve kant van het ontwerpen van computerspelen, bestaat nu vier jaar en wordt door in totaal honderd studenten gevolgd. De eerste lichting studeert komend jaar af.

Mastrigt maakt onderscheidt tussen uitgevers en ontwikkelaars van spelen. De uitgevers zitten vooral in de centra. Ontwikkelaars van spelen kun je ook op veel andere plekken vinden, hoewel de meesten ook ‘tegen de centra aan schurken’. De allerbekendste uitgever van spelen is volgens hem Electronic Arts, een bedrijf dat games uitgeeft voor spelcomputers van Nintentdo, Microsoft en Sony. De bekendste Nederlandse uitgever is Playlogic.

Het is niet eenvoudig om als ontwikkelaar van een spel een voet tussen de deur te krijgen bij één van de grote uitgevers, legt Mastrigt uit. “Daarom heb je in Nederland niet veel ontwikkelaars. Je moet een lange adem en durfkapitaal hebben om echt iets voor elkaar te krijgen.” Een partij die wél succesvol is in Nederland is Guerilla, de enige Nederlandse producent van spelen voor spelcomputers als Xbox en Playstation.

De ontwikkelkosten voor een Xbox- of Playstationspel zijn hoog. Voor de huidige generatie spelcomputers gaat het om bedragen tussen de drie en zes miljoen, vertelt Mastrigt. Voor de nieuwe generatie, zeg maar de ‘generatie Xbox 360’,  zijn die kosten nóg hoger. “Dan gaat het al snel om bedragen tussen de 6 en 10 miljoen. Soms zelf 20 miljoen.” Die toename van kosten gaat niet gelijk op met veel hogere inkomsten. “De mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven op de markt van de spelcomputergames zijn dan ook beperkt.”

Toch is er hoop. “Ik zie ook positieve ontwikkelingen,” vervolgt Mastrigt. “Maar niet in de hoek van de spelcomputers.” Nederlandse ontwikkelaars moeten zich gaan richten op (online)spelen voor de pc en de mobiele telefoon. “Steeds meer mensen spelen online games.” Hij doelt onder meer op de zogenaamde ‘massively multiplayer online roleplaying games (MMORPG) , spelen waarbij heel veel mensen tegelijkertijd een spel spelen in een virtuele wereld. “Die spelen werken meestal met een abonnementsstructuur waarbij je maandelijks een bedrag betaald om deel te mogen nemen.” De ontwikkelkosten voor dergelijke spelen zijn veel lager. “Content kan veel makkelijker worden toegevoegd dan bij games op een Xbox of Playstation, hoewel die apparaten ook internettoegang hebben.”

Kansen zijn er volgens hem ook voor mobiele games. “Van alle apparaten waarmee je games kunt spelen, is het mobieltje het meest gebruikte.” Dat gegeven moet ontwikkelaars volgens hem stimuleren om nieuwe concepten te ontwikkelen. Andere mogelijkheden bieden volgens hem de zogenaamde ‘casual games’, eenvoudige spelletjes ‘in de categorie Tetris’ met een verslavende werking. Vooral vrouwen boven de 30 spelen dat soort spelen graag, meent hij. Het Eindhovens bedrijf Zylom heeft zich op de markt van dit soort spelen gestort.

Een ander opkomend segment is dat van de zogenaamde serious games. Als voorbeeld noemt Mastrigt de America's Army Game, een spel dat in totaal door vijf miljoen Amerikanen is gespeeld en waarvan de helft meer dan 20 uur aan het spel besteedde. Het Amerikaanse leger besloot het spel te ontwikkelen omdat ze potentiele soldaten niet meer kon bereiken met televisiespotjes. “Met een spel bereik je als organisatie je doelgroep veel beter dan met een tv-spotje van 30 seconden,” aldus Mastrigt. “Nu biedt je een game aan waarin je op allerlei manieren je doelgroep kunt benaderen.” Zo spelen in de America's Army Game ook veteranen mee aan wie de jonge deelnemers van het spel vragen kunnen stellen. “Dat spel is één grote online recruitmentomgeving.”

Jeroen van Mastrigt spreekt vrijdagmiddag 25 november tijdens het UPGEAR-symposium over de stand van zaken van de game-industrie in Nederland.