Twinning oneens met KPMG-evaluatie

Het toezicht van Twinning op haar participaties is zwak. Dat concludeert KPMG-Nolan Nortan & Co in de evaluatie van de overheidsincubator. Twinning-directeur Michiel Westermann is het oneens met de conclusies, en zegt dat er al lang gewerkt wordt aan oplossingen.
De evaluatie van het hele Twinning-concept en de impact op de markt is in de periode mei-juli uitgevoerd door Booz-Allen & Hamilton in opdracht van het ministerie van EZ. Booz consteert dat Twinning als een van de eerste Nederlandse incubators een 'duidelijke bijdrage' heeft geleverd aan de marktdynamiek.
Problemen zijn de lagere dealflow dan geraamd (600 in plaats van 1500 businessplannen per jaar die aan Twinning voorgelegd worden) en de hogere burnrate dan verwacht. Starters zijn al na een half jaar door hun zaaikapitaal (vier ton) heen, in plaats van na de geraamde drie jaar.
De evaluatie van het businessplan sec is uitbesteed aan KPMG NNC, omdat Booz destijds direct betrokken was bij de opstelling van het businessplan.
Positief is dat Twinning de doelstellingen 'bewust' heeft gerealiseerd in plaats van toevallig. Ook vindt de besluitvorming omtrent participaties zorgvuldig plaats, aldus KPMG. De dossiers zijn echter niet compleet waar het gaat om financiele voortgangsrapportages. Er is ook geen systematiek voor het toezicht op participaties.
Directeur Westermann gaf op een persconferentie gisteren aan het maar gedeeltelijk eens te zijn met de conclusies, mede omdat het erg lastig is om startende bedrijven te dwingen elke maand een financiele voortgangsrapportage te laten maken.
KPMG concludeert ook: "De financieel-administratieve organisatie, het toezicht op de participaties en op het netwerk van business advisors vomen de achilleshiel van Twinning, worden die niet snel verbeterd, dan loopt Twinning niet alleen en zozeer een financieel risico, de goede naam van Twinning kan daardoor in het geding komen."
KPMG zegt ondermeer dat de begeleiding tekortschiet omdat er te weinig investmentmanagers zijn, en dat de dienstverlening door de Twinning-adviseurs niet aan de verwachtingen voldoet. 'Een beter toezicht op de handel en wandel en de professionaliteit van deze adviseurs is dan ook zeker gewenst'. Westermann zegt inmiddels extra budget te hebben uitgetrokken om mankracht in te huren.
Het functioneren van de Raad van Commissarissen (Roel Pieper, Marius Jonkhart en Leendert van Driel) liet in de periode eind 1999 – 1e kwartaal 2000 'te wensen over.' Inmiddels zou dat verbeterd zijn. De RVC wordt bovendien uitgebreid naar 5 personen.
Twinning-medewerkers mochten tot voor kort persoonlijk investeren in bedrijven die uit het Groeifonds gefinancierd worden. Twee medewerkers hebben daarvan gebruik gemaakt, waarbij in totaal drie bedrijven betrokken zijn. Commissarissen mogen dat niet en hebben dat ook niet gedaan, aldus Westermann.
De RvC had toestemming gegeven voor deze regeling, omdat het usance zou zijn in de VC-wereld. De redenering was dat er geen belangenverstrengeling zou optreden omdat in die gevallen Twinning optreedt als co-investor. Een erkende VC zou de lead investor zijn die dus ook de prijs van de aandelen bepaalt. Twinning had verwacht dat de lead investors ook daadwerkelijk de lead zouden nemen, maar in de praktijk blijkt volgens directeur Westermann dat Twinning nog steeds nauw betrokken blijft bij die bedrijfjes. Om belangenverstrengeling te voorkomen is de mogelijkheid tot investeringen op persoonlijke titel in maart stopgezet, aldus Westermann.
Westermann wilde niet ingaan op de situatie rond URMusic waarvan de Twinning-financiering gestopt is. Zie ook onze berichtgeving van vorige week
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond