Deel dit artikel
-

Handel in lijstjes

Amerikaanse sportbonden startten al bij hun oprichting met het verzamelen van alle statistieken van de sport. Die gekte voor cijfertjes is er in Europa niet, toch begint het Nederlandse Infostrada naam te maken met hun verzameling van sportfeitjes. "De organisatoren van de Winterspelen krijgen spijt dat wij daar niet zijn."

De entree van Infostrada in Nieuwegein wordt gesierd met een buste van John Frederikstadt. Deze persoon, wiens naam door velen gezien werd als verzinsel van presentator Mart Smeets, maakte regelmatig zijn opwachting in de uitzendingen van Studio Sport. Frederikstadt kon Smeets dan precies vertellen hoe lang geleden Feyenoord voor het laatst van Ajax won, of wie de minst gepasseerde keeper in het afgelopen decennium was. De door hemzelf geschreven naslagwerken van Frederikstadt, een levenswerk van bijna veertig jaar, liggen nu in het archief van Infostrada, samen met de archieven van tientallen Nederlanders die allemaal de cijfertjes van hun sport bijhielden.

Philip Hennemann, voorheen it-adviseur bij IBM, zag business in die cijfers en begon in 1998 Infostrada. Als business-to-business bedrijf levert het informatie aan de media, maar ook aan telecombedrijven, websites en syndicators. "Hoewel de laatsten steeds minder worden, want daar is veelal het geld op."

Een groot deel van het personeel houdt nu dagelijks de grote sportevenementen in de wereld bij. "De informatie die daaruit komt verkopen we op twee manieren door. Allereerst hebben we de media services, met name gericht op de journalistiek. Voor klanten als Canal Plus, NOS, BBC en de kranten kunnen we bijvoorbeeld gerichte vragen beantwoorden, of we leveren biografieën. Ook kunnen ze complete naslagwerken bij ons downloaden. Daarnaast hebben we de data services, dat zijn eigenlijk standaard feeds die we leveren aan telecombedrijven voor wap en sms, websites en gokbedrijven."

Een kleine mediaklant spendeert jaarlijks zo'n drieduizend euro, een grote klant – meestal de televisiezenders, die verdienen hun kosten makkelijker terug dan bijvoorbeeld een krant – besteedt tussen de tachtig- en negentigduizend euro. Dataklanten besteden tussen de acht- en de 250.000 euro per jaar. De statistieken worden door het bedrijf zelf boven water gehaald; op de bovenste verdieping staat een grote televisiewand, waarop elke sportzender in de wereld binnenkomt. Daarnaast werkt Infostrada met een grote eigen bibliotheek en met correspondenten. Het uitleveren van die info is niet altijd even makkelijk: "Televisie heeft weer een hele andere soort informatie nodig dan een krant", aldus Hennemann. "TV is niet ingericht om minutenlang naar een cijferstaatje te staren; daar geven we veel meer ondersteuning voor de redactie ter voorbereiding op een studiogast bijvoorbeeld." Tot Hennemann's tevredenheid ziet hij Nederlandse kranten steeds meer gebruik maken van tabellen en grafieken om verhalen te ondersteunen. Dat is immers weer handel. Maar sport-uitzendingen waarbij een tickertape met sportnieuws meeloopt, is nog een typisch Amerikaans fenomeen.

"Amerikanen zijn gek van cijfertjes. Europa, met uitzondering van Engeland, eigenlijk niet, al wordt dat beter. Jongeren zijn meer gewend om met spreadsheets te werken en dat merken wij ook." Dat gebrek aan cijfer-gekheid zorgde voor nog een nieuwe probleem; waar Amerikaanse sportbonden vanaf de dag van oprichting iedere homerun, iedere touchdown en fieldgoal in de boeken noteerden, moest Infostrada de afgelopen jaren diep in persoonlijke archieven graven, zoals die van John Frederikstadt. Zo trekt Hennemann een boek uit de kast met daarin de handgeschreven uitslagen van vele jaren worstelen. Opgetekend door een worstelfan. Infostrada heeft vele archieven opgekocht om een compleet sportbeeld te krijgen. "Als men vraagt hoe vaak Feyenoord van Ajax heeft gewonnen, moet je wel alles weten vanaf het begin van de competitie, anders kraam je regelrechte onzin uit."

Cijferhandel

Om 'John Frederikstadt te automatiseren' is Hennemann in ieder geval wel op tijd begonnen, vindt hij zelf; drie, vier jaar geleden was het immers nog eenvoudig om startkapitaal op te halen om een uitbreide database te ontwikkelen, nu niet. Willem van Kooten, Newconomy en Netspark Ventures zagen brood in de cijferhandel en investeerden gezamenlijk 'ettelijke miljoenen'. Ondanks de internet shake-out waar ook Infostrada niet onderuit kwam, heeft Hennemann geen spijt van het aan boord hijsen van externe investeerders. "We hebben wel even een technische database neergezet. Er is aanwijsbaar iets met dat geld gedaan, we hebben geen dure spotjes rondom de Superbowl gekocht ofzo."

Toch moest het bedrijf zich in het voorjaar van 2001 eens stevig achter de oren krabben. De bomen bleken toch niet tot in de hemel te groeien. "Het is inderdaad een moeilijk financieel jaar", geeft Hennemann toe. "We hebben de koers bijgesteld, de kosten gingen hard omhoog. Achteraf bekeken is het heel makkelijk, maar je kan inderdaad niet in zeven landen tegelijk beginnen. Zomaar van een paar man naar honderd man personeel gaat nu eenmaal niet zonder problemen. De omzet en de groei van het bedrijf waren totaal niet in balans, dus dan moet je ingrijpen. Het openen van een nieuwe vestiging betekent dat je een flinke geldput moet openen."

Efficiency-slag

De efficiency-slag betekende dat Infostrada weer kromp van honderdtien naar 75 fte's. "Het is nu rustiger, de koers is duidelijker. We gaan gerichter te werk, we hebben niet-winstgevende contracten kunnen omdraaien en de kosten zijn in bedwang. Het is niet mogelijk om een sport als boogschieten op dezelfde gedetailleerde manier te archiveren als het voetbal. Als je dat wel wilt, moet je meer mensen aannemen. Maar dat betekent weer een wildgroei."

Het belangrijkst vindt Hennemann nu dat Infostrada er nog steeds is, iets dat vele andere starters van de afgelopen jaren niet meer kunnen zeggen. En de handel trekt aan. Nu komt ongeveer de helft van de omzet uit Nederland, maar er wordt weer voorzichtig over de grens gekeken. Zo is er een samenwerking met het Amerikaanse Stats Inc., de oervader van de sportstatistiek. Bij hen betrekt Infostrada de informatie over Amerikaanse sporten, zoals honkbal, basketbal en ijshockey. De Amerikanen kunnen op hun beurt de Europese sporten binnenskamers halen. Hennemann kwam tot het inzicht dat Europese landen prima te bedienen zijn vanuit Nieuwegein: "Je hoeft die mensen niet altijd te zien." In Zwitserland zit wel een klein verkoopkantoor, en tijdens de Olympische Spelen van Sydney (2000) speelde Infostrada een dominante rol in de verspreiding van informatie en uitslagen. Spijtig genoeg krijgt dit geen gevolg bij de winterspelen van Salt Lake City, komende winter. "De organisatie heeft daar jaren geleden al voor een andere oplossing gekozen. Nu heeft dat bureau technische problemen, dus zijn we alsnog benaderd, maar onze prijs was voor hen te hoog; zij hadden hun budget immers al besteed, en dat kunnen ze niet nog eens doen. We zijn te laat in het traject betrokken, en we zijn niet bereid ver onder prijs te werken."

"De organisatie in Salt Lake City zal spijt krijgen dat we daar niet zijn. Het IOC heeft inmiddels ook eisen neergelegd over wat er allemaal voorhanden moet zijn, zoals bijvoorbeeld een biografie van iedere sporter. Wij hebben in Sydney een standaard neergezet en ik betwijfel of ze dat in Amerika nu ook lukt. Nu gebeurt daar iets eenmaligs, en bij de volgende Spelen kan men weer van voren af aan beginnen."

Ondanks de gemiste kans hoopt Infostrada het laatste kwartaal van dit jaar, of uiterlijk het eerste kwartaal van komend jaar zwarte cijfers te kunnen noteren. "Sport is ook universeel leuk, en relatief weinig controversieel. We menen dat we hier anti-cyclisch zijn: in mindere tijden gaan mensen minder uit eten, minder op vakantie en kijken ze meer televisie. En voor de media kunnen wij zaken goedkoper uitzoeken dan wanneer ze dat zelf moeten doen."

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond