Hands-on Lab: de nieuwste iPods

Het is de vraag hoe lang Apple nog iPods blijft maken. Per slot van rekening kan iedere smartphone, en dus ook de iPhone, tegenwoordig muziek afspelen. Uit de cijfers blijkt ook dat de verkopen van Mp3-spelers in het algemeen en die van Apple in het bijzonder teruglopen.

Bij de presentatie van de iPad mini leek Apple CEO Tim Cook afgelopen dinsdag toch ander nieuws te hebben: er zijn reeds drie miljoen iPod touch 5G’s en iPod nano’s 7G’s verkocht in de korte tijd dat ze op de markt zijn. De nieuwe modellen werden samen met de iPhone5 aangekondigd, maar zijn pas een paar weken verkrijgbaar.

Mp3-spelers lopen een beetje op hun laatste benen. Niet alleen vanwege de concurrentie van smartphones, maar ook als gevolg van nieuwe ontwikkelingen zoals streaming audio. Dat Apple ze nog steeds maakt zal wel met het marktmonopolie te maken hebben: alleen Samsung en Sony draaien nog een beetje mee in deze markt.

Het Emerce Lab kreeg afgelopen week ter beoordeling een pakketje met drie Apple iPods toegestuurd: de iPod nano, de iPod shuffle en iPod touch.

Aan het kleinste lid van de familie hoeven we niet veel woorden vuil te maken: de iPod shuffle kan muziek alleen afspelen, in willekeurige volgorde, maar is verder nauwelijks veranderd. Er zit geen schermpje op de speler, en de shuffle is de enige iPod die nog de oorspronkelijke bedieningsknop heeft uit de oertijd van de iPod. Vijftig euro is alleen wel wat veel voor een stukje plastic dat niet veel groter is dan een plat chocolaatje.

De iPod nano (172 euro) is ook maar 5,4 millimeter dik, wederom 38 procent dunner dan zijn voorganger, en er zit voor het eerst een thuisknop op. Hij heeft een simpele interface voor muziek, podcasts en video’s die via iTunes moeten worden uitgewisseld. Als je iPod nano schudt, gaat hij meteen naar een willekeurig ander nummer uit je muziekbibliotheek.

Het is de enige iPod met ingebouwde FM radio, die het overigens alleen doet als de hoofdtelefoon wordt aangesloten. De radioschaal aflopen doe je door met je vingers over het scherm te bewegen. Er staat zelfs een trainingsmaatje op: je hoeft geen ontvanger aan te sluiten of een sensor in je schoen te stoppen om het aantal passen, de afstand, je tempo en de tijd bij te houden. Er duikt ook spontaan een Voice Recorder op als je een hoofdtelefoon met microfoon aansluit, maar de meegeleverde hoofdtelefoon biedt die mogelijkheid niet.

De iPod touch is met 325 euro de duurste variant. Verrassend genoeg nu even lang als de jongste iPhone5, voorzien van iOS6 en verkrijgbaar in diverse heldere kleuren. De iPod touch is gewoon de iPhone, maar dan zonder telefoonfunctie. Daardoor is hij in elk geval flink dunner en voelt hij lekker in de hand. De speler heeft een 4-inch multi-touch Retina IPS-display (1136 x 640 pixels), 1GHz dual-core Apple A5-processor 5-megapixel camera met LED-flitser, 1080p Full HD-videorecorder en Panorama-modus + 1,2-megapixel FaceTime HD-frontcamera met 720p-videorecorder. Let op: ook de iPod touch komt met de gevreesde Ligtning connector, wat inhoudt dat hij niet zal werken met huidige dockingstations.

De iPod touch verscheen oorspronkelijk al in 2007 en was toen een gewild apparaatje, omdat je er via WiFi mee kon mailen en surfen, maar de functionaliteit ligt zo dicht tegen een iPhone aan dat je voor iets meer geld beter Apples smartphone kunt aanschaffen. Wie zijn iPhone wil ontlasten door een iPod voor muziekweergave te gebruiken, heeft wellicht meer aan de iPod nano. Het kleinere formaat leent zich ook beter voor joggers.

Apple levert bij de iPods nieuwe Apple EarPods die inderdaad wat comfortabeler zitten, over het algemeen goed en helder klinken, zij het wel met nadruk op het hoog en het laag. Als er iets valt te verbeteren, dan is het in het algemeen de geluidskwaliteit van mediaspelers. Ook Apple heeft daarin nog weinig kunnen veranderen.