Deel dit artikel
-

Mag ik even in je doosje kijken?

Het jaar 2001 was het jaar van het digitale kluisje. Iedere burger zijn eigen beveiligde online databank waarin hij zijn persoonsgegevens kan bewaren. Het kluisje werd in april 2001 vanuit onverwachte hoek gelanceerd: door een overheidscommissie die moest adviseren over de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens. Volgens deze commissie Snellen zou de digitale kluis niet alleen bevolkingsgegevens moeten bevatten, maar ook informatie over belastbaar inkomen, donorcodicilgegevens en leerplichtgegevens. Kortom, alle informatie waar de overheid mogelijk in geïnteresseerd zou kunnen zijn.

In september werkte de commissie ict en overheid onder leiding van voormalig BVD-baas Arthur Docters van Leeuwen dit plan verder uit. De burger moest volgens Docters van Leeuwen en consorten niet alleen zelf de regie hebben over de persoonsgegevens, maar ook de 'doelbinding' kunnen bepalen. De burger wordt dan een soort manager over zijn eigen gegevens, waarbij hij zelf bepaalt wie en onder welke voorwaarden zijn persoonsgegevens te zien krijgt. Dit alles schept volgens de commissie de voorwaarden voor een "daadwerkelijke omkering in de relaties tussen burgers en overheid en daarmee de ontwikkeling van 'e-governance'." Wat hiermee wordt bedoeld is mij nog steeds onduidelijk. Maar het klinkt lekker.

Hebben burgers hier zin in? Staan consumenten te trappelen voor het omkeren van relaties, e-governance en het managen van eigen persoonsgegevens? Nee. Niet getreurd, zegt Berent Daan, Minister van Buitenlandse Zaken van het Kabinetonline. Dan schakelen we gewoon infomediairs in, die de digitale kluis online kunnen beheren. Daan noemt de kluis overigens 'Private Profiles', maar het komt op hetzelfde neer.

Het is allemaal natuurlijk al eerder in de Verenigde Staten bedacht. McKinsey consultants Hagel en Singer schreven er in 1999 een boek over: Net Worth Ñ the emerging role of the infomediary in the race for customer information. De infomediairs zijn de consumenten behulpzaam bij het verzamelen van hun eigen persoonsgegevens, beheren die en verkopen ze aan de hoogste bieder. Ondertussen heeft dit alles niets meer met privacy te maken, maar alles met handel.

Dat het eigenlijk om een massale uitverkoop van persoonsgegevens gaat, wordt gelukkig niet ontkend door de overheidscommissies. Het Kabinetonline schetst een prachtige toekomst voor e-commerce bedrijven: "Als de klant zijn eigen gegevens via 'private profiles' gaat beheren, kunnen alle e-commerce bedrijven daar in beginsel gebruik van maken." Ook de commissie Snellen wijst op het nut dat de digitale kluisjes kunnen hebben voor commerciële 'derden'.

De aggregatie van persoonsgegevens is gevaarlijk. Dat betekent niet dat je het niet moet doen, maar dat je moet oppassen. Gegevensverzamelingen maken misbruik daarvan erg eenvoudig. Bovendien zal de consument met zijn digitale kluis wel eens aan het kortste eind kunnen trekken. Verzekeringsinstellingen zullen bijvoorbeeld pas kortingen geven na een kijkje in de kluis. Dat betekent dat je een prijs gaat betalen voor je privacy, namelijk geen korting. Overigens vraag ik me af of de gemiddelde consument toegang snel zal weigeren als hem een voordeeltje in het vooruitzicht wordt gesteld.

Daarmee komen we bij de aard van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; die is naar mijn mening paternalistisch. De overheid neemt de burger in bescherming tegen de handel en de mogelijke misbruik van zijn persoonsgegevens. Als je die lijn consequent doortrekt, moet je de burger ook tegen zichzelf in bescherming nemen. Wat dat betreft, hanteert de onlangs in werking getreden Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) een verkeerd uitgangspunt. De WBP vindt iedere verwerking van persoonsgegevens prima, zolang de consument daarvoor zijn toestemming heeft gegeven. In tegenstelling tot wat alle genoemde overheidscommissies veronderstellen, biedt deze wet dus een uitstekend aanknopingspunt voor het digitale kluisje. "Zijn burgers niet mondig genoeg om zelf te bepalen of en voor welk doel persoonsgegevens mogen worden gebruikt?", vraagt de commissie Docters van Leeuwen retorisch. Volgens de WBP wel. Volgens mij niet.
Christiaan Alberdingk Thijm is internetadvocaat bij SOLV Advocaten

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond