Marc Duijndam: ‘Ik ben een bouwer’

Marc Duijndam bouwde Google Nederland van de grond op tot een organisatie van 65 man met een geschatte omzet van 200 miljoen euro. Na vijf jaar kwam het moment voor een pas op de plaats. En de kans om weer te doen wat hij echt leuk vindt: iets laten groeien waarin hij gelooft.

"Wist je dat Eric Schmidt een van Obama’s adviseurs is?", vraagt Marc Duijndam na afloop van het interview. "Tijdens zijn verkiezingscampagne dacht ik al Google’s signatuur te ontdekken", glundert hij.

Onder het genot van zijn favoriete uitsmijter bij Café Loetje in Amsterdam, praat hij nog altijd met bewondering over het bedrijf dat hem in 2002 aantrok om de Nederlandse vestiging op te zetten. Het DNA van Google zit in zijn bloed. Zo mag Nederland in zijn ogen best wat competitiever worden. "Waarom hebben marketeers hier eigenlijk geen target?"

Ook het strenge aannamebeleid van Google paste hem goed. "Zelfs mijn assistente had een universitaire graad. Zij moest veel voor mij voorbereiden en daar heb je een slim iemand voor nodig. Zelf heb ik trouwens alleen HEAO en was ik niet eens aangenomen, haha!"

Omkeerbaar

Na de hectische Google-tijd besloot Duijndam meer tijd met zijn gezin door te brengen. Enkele maanden later sloot hij zich aan bij Greenhouse Innovation, dat een jaar eerder was opgestart door Sander Andreae. Inmiddels is het een groep van vier experts die diverse internetbedrijven steunen, waaronder eBuddy en Hotelvideoreviews. Zoals hij in 2002 bij Google aanvoelde dat het iets groots ging worden – al had men er destijds nog nauwelijks van gehoord – kijkt Duijndam ook nu specifiek naar businessmodellen waarin hij gelooft. "Van processen managen krijg ik minder energie. Ik ben een bouwer: als ik in een idee geloof, stop ik daar mijn energie in en ga aan bepaalde knoppen draaien om het tot een succes te maken."

Zijn voorkeur gaat uit naar internetbedrijven in de mediasector, omdat marketing en sales daar dicht bij elkaar liggen: "En het mooie van online is dat je niet alleen bereik verkoopt, maar ook een stuk omzet of business." Mobiel heeft daarbij zijn speciale aandacht, omdat hij hier interessante businessmodellen ziet ontstaan, ondanks het gemis van standaarden. "Men is immers gewend om ervoor te betalen."

Maar ook op internet, waar ‘gratis’ nog de toon zet, ziet hij een verschuiving. "iTunes heeft geïntroduceerd dat je per liedje kunt kopen. Maar het is nog te duur. Er zullen nieuwe businessmodellen moeten komen waarbij ook jongeren worden getriggerd om weer legaal te gaan downloaden." In zijn ogen is de huidige situatie absoluut omkeerbaar. "Als de prijsstelling maar redelijk is en bijvoorbeeld duidelijk is aangegeven welk deel er naar de artiest zelf gaat. Niemand wil een slecht persoon zijn. Voorwaarde is wel dat cd’s en games in de winkel niet meer zo duur zijn."

Innovatieslag

Op alle gebieden is het, juist nu, tijd voor vernieuwing, vindt Duijndam. Ook in online advertising mag wel een innovatieslag plaatsvinden, maar deze wordt nog afgeremd door de bureaus. Enerzijds zullen de reclamebureaus moeten afstappen van hun beperkte visie op commercials – "waarom zetten ze deze niet op hun site en betrekken ze consumenten er niet bij?" – anderzijds zal de rol van mediabureaus flink moeten veranderen. Deze moeten een adviserende functie gaan vervullen in de hele breedte van het media-aanbod. "Ik wil straks als adverteerder precies weten wat er gebeurt als ik aan een bepaald knopje draai: welk effect heeft het op de omzet, het websiteverkeer, de conversie, de branding…? Daarvoor heb je analisten en consultants nodig, en geen mensen die grp’s uitrekenen, wat grotendeels al geautomatiseerd kan. Dat betekent ook dat er zal moeten worden afgerekend op uren in plaats van commissie. Maar het is toch prachtig als je voor je klant precies in kaart kunt brengen wat de effecten zijn als je bepaalde mediatypes wel of niet inzet? Dan kun je marketingbudgetten écht verantwoorden en zal er wellicht ook niet zo snel in gesneden worden, zoals nu weer gebeurt."

Monopolie

Nederland loopt redelijk voor in internetbusiness, meent Duijndam, maar tegelijk ook weer niet. "We houden het buitenland goed in de gaten en kopiëren snel succesvolle concepten. Ook eigen initia-tieven als iDeal zijn innovatief. Daarentegen lopen we op het gebied van traditionele retail ernstig achter. Omdat grote winkelketens als Blokker en Bart Smit alle A-locaties hebben bezet, kom je daar als nieuwe speler niet tussen. Met als gevolg dat er nauwelijks innovatie plaatsvindt. Ik vind dat Blokker het niet goed doet, omdat het kansen laat liggen. Ik heb dat ook tegen Jaap Blokker gezegd, en die was echt verbaasd. Zij hebben natuurlijk allerlei deals met groothandels, maar daarmee hou je de concurrentie niet buiten de deur. Morgen kan iemand een online speelgoedwinkel starten met producten uit China. En als die eenmaal groot genoeg is, kunnen de groothandels niet meer om hem heen, en is Bart Smit zijn monopolie kwijt. Dat gaat straks gebeuren."

Zijn grote kracht is het vermogen om goede mensen om zich heen te verzamelen, verklaart Duijndam zelf. "Je moet ook niet bang zijn om mensen aan te nemen die beter zijn dan jij. Een andere kracht is dat ik snel kan zien of een businessmodel potentie heeft. Dan ga ik aan de juiste knoppen draaien om dit nog succesvoller te maken."

Behalve met bestaande bedrijven houdt Duijndam zich via Greenhouse Innovation ook bezig met een eigen project binnen de muziekindustrie, dat wel eens wat rimpeling in de vijver teweeg kan gaan brengen. Zowel de consument als de artiest zal er beter van worden. Want ook die les heeft hij van Google geleerd: "Je moet niet uitgaan van geld verdienen, maar van een behoefte van de consument."