Deel dit artikel
-

Meer jongeren digitaal vaardig, Nederland behoort tot Europese kopgroep

Nederlandse jongeren van 12 tot 25 jaar zijn vaardiger geworden in het gebruik van internet, computers en software ten opzichte van 2015. Jongens en meisjes verschillen niet in digitale vaardigheden, jongeren en jongvolwassenen wel, zo blijkt uit onderzoek van CBS.

Samen met Kroatië en Estland behoort Nederland tot de kopgroep van landen in de Europese Unie met het grootste aandeel jongeren (16 tot 25 jaar) die meer dan digitale basisvaardigheden hebben.

Het aandeel jongeren met meer dan basisvaardigheden is het laagst in Roemenië (22 procent) en Bulgarije (29 procent). Ook Italië, Hongarije en Griekenland scoren op dit punt lager (rond 40 procent) dan het EU-gemiddelde in die leeftijdsgroep (56 procent).

In 2019 maakte 96 procent van de Nederlandse jongeren van 12 tot 25 jaar (bijna) elke dag gebruik van het internet. In 2015 was dit nog 93 procent.

72 procent van de jongeren had in 2019 meer dan basisvaardigheden, in 2015 was dat 63 procent. In 2019 had 41 procent van de 25-plussers in Nederland meer dan digitale basisvaardigheden, in 2015 was dat volgens CBS 34 procent.

De digitale vaardigheid van jongeren wordt door CBS bepaald aan de hand van resultaten op vier deelgebieden: communicatie, informatie, computers/online diensten en software. Op het deelgebied communicatie was het aandeel jongeren in 2019 met meer dan basisvaardigheden groter (94 procent) dan op andere deelgebieden. Dit omvat e-mailen, bellen via internet, sociale netwerken gebruiken en het uploaden van zelfgemaakte foto’s, muziek, video’s, tekst of software.

Wel is er een verschil tussen 12- tot 18-jarigen en 18 tot 25-jarigen: 62 procent van de jongeren en 79 procent van de jongvolwassenen heeft meer dan digitale basisvaardigheden. Op het deelgebied informatie en computers/online diensten verschillen de twee leeftijdsgroepen het meeste van elkaar.

Foto Vince Fleming via Unsplash

Deel dit bericht

1 Reactie

bert

” In het onderzoek is onder andere gevraagd naar activiteiten op het gebied van internet-, computer- en softwaregebruik. Op basis van deze activiteiten en de mate waarin deze worden uitgevoerd zijn indicatoren voor digitale vaardigheden ontwikkeld zoals geen of weinig vaardigheden, basis- of meer dan basisvaardigheden.”

Ik wordt door de aanpak van het onderzoek een stuk minder gerustgesteld over de digitale vaardigheden. Hoe moet ik dat lezen? Als ze Insta, Tik Tok en Youtube gebruiken zijn ze digitaal vaardig?

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond