Nederlander heeft gemiddeld twee tv abonnementen

Het aantal mensen dat geen kabelbedrijf meer heeft voor een televisie-abonnement is in 2022 weer iets toegenomen. De zogeheten cord-cutters vinden we vooral in eenpersoonshuishoudens, in de westelijke grote steden en in de sociale klasse. Zij hebben genoeg aan een internetaansluiting, die net als voor televisie veelal afkomstig is van Ziggo/Vodafone of KPN. Dat is een van de conclusies van het Nationaal Media Onderzoek (NMO).
Het aantal apparaten dat op een televisietoestel is aangesloten neemt iets af. Dit heeft te maken met de toename van het aantal geïntegreerde apps op de smart TV. De penetratie van smart TV’s in de Nederlandse huishoudens groeide in 2022 overigens met 4 procent en kwam uit op ruim 66 procent.
Het ‘stapelen’ van het aantal videodiensten per huishouden nam eveneens toe. In 2022 had elk huishouden gemiddeld 1,9 VOD-dienst tegen 1,7 in 2021. Daarbij komt dat de grote VOD-diensten zijn gegroeid in het aantal abonnementen en de kleinere juist zijn afgenomen. Hetzelfde geldt voor de online muziekdiensten.
Net als bij kijken is bij luisteren het consumptie-aandeel van de online streamingdiensten verder toegenomen ten koste van traditioneel luisteren naar radio. Dit aandeel is vooral groot in de leeftijdsgroepen 13-19 jaar en 20-34 jaar. Bij de verdeling naar lichte-, gemiddelde- en zware gebruikers zijn de verschillen naar leeftijd bij radioluisteren minder groot dan bij televisie en/of online. Daar vallen vooral de jongeren en hoger opgeleiden op door het ‘zware gebruik’ van internet en ‘lichte gebruik’ van televisie. Voor ouderen en lager opgeleiden geldt het omgekeerde.
In de leeftijdsgroep 35-49 jaar liggen de percentages voor televisie en de streamingsdiensten dicht bij elkaar. In de oudere groepen behoudt televisie de voorsprong ten opzichte van de nieuwe vormen van videoconsumptie, maar deze laatste wint ook hier licht terrein. Bij de vraag naar het gebruik van betaalde videostreamingsdiensten staat Netflix op de eerste plaats: 65 procent van de personen geeft aan
wel eens gebruik te maken van deze dienst, dat is een grote voorsprong op de rest van de markt. Videoland volgt op afstand met 26 percent.
De televisie en de smartphone voeren de lijst aan als het gaat om aanwezigheid in de Nederlandse huishoudens. Beide kennen een penetratiegraad van ongeveer 95 procent. In 2022 is daar niet veel aan veranderd. Voor het kijken, luisteren en lezen gebruikten we vroeger een televisietoestel, radiotoestel en papier. Vandaag de dag kunnen we kiezen uit een keur aan apparaten waarop we zowel kunnen kijken, luisteren als lezen. opzichte van het jaar daarvoor.
Het Nationaal Media Onderzoek (NMO) is een initiatief van de organisaties voor mediabereiksonderzoek in Nederland. Dat zijn Stichting KijkOnderzoek (SKO), Stichting Nationaal Luister Onderzoek (NLO), Stichting Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) en de Verenigde Internet Exploitanten (VINEX).
Het rapport NMO Mediatrends 2022 is vanaf vandaag te downloaden.
Foto JESHOOTS.com (cc)
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond