Succes over de grens: Nederlandse internetbedrijven

Voor sommige internetbedrijven is ons land te klein. Grote gebruikers, meer omzet: internationalisering lonkt. Het lukte veel bedrijven om buiten onze landsgrenzen door te groeien. “Groei kost geld, internationale groei des te meer.”

Spil Games had het geluk dat ze first mover waren. "We waren een van de eersten op de markt van casual games voor verschillende doelgroepen. Als je je als een van de eersten op een markt begeeft, is dat erg gunstig voor de zoekresultaten. Voor een nieuwkomer is het bij a onmogelijk om nu nog die positie te veroveren," aldus ceo Peter Driessen.

Toch ging het allemaal niet vanzelf, geeft hij toe."In heel kleine landen kun je wel de eerste zijn en een goede propositie hebben, maar de doelgroep blijft beperkt. Je kunt dan nooit een miljoenenpubliek bereiken. Achteraf gezien zou ik daar niet nog een keer aan beginnen." Bijvoorbeeld in Japan is Spil Games niet succesvol. "Die markt wijkt te veel af van die van ons. Bovendien was de concurrentie was bovendien te sterk."

Bij Spil Games draait het sinds 2004 om de eigen, gesegmenteerde portals: families, jonge tieners en jonge meiden. De concurrentie heeft vaak maar één portal waar al het verkeer terechtkomt. Ten tweede is er de lokale strategie. In de landen waar Spil Games actief is, wordt er gebruik gemaakt van een aangepaste domeinnaam en wordt de gamecontent aangeboden in de taal van dat land. Volgens Driessen moet je als internetbedrijf Nederland uit om succesvol te zijn. "Je moet je dienst zo snel mogelijk naar andere markten vertalen."

Spil Games behoort met zijn 20 portals qua bereik tot de top vijf van Europa met 120 miljoen unieke bezoekers per maand. Wereldwijd staat het in de top 60.

MobyPicture

Mobiele fotodienst Mobypicture is minder groot qua omzet, maar wat betreft internationale gebruikers komt het aardig in de buurt. Directeur Mathys van Abbe van Mobypicture merkte dat hij een universeel concept in handen had toen het aantal gebruikers over de grens bleef toenemen. "Van onze gebruikers komt 40 procent uit Azië en 25 procent uit Amerika."

Mobypicture verdient op dit moment vooral geld met platformintegratie. Zo sloot het onder meer een samenwerking met NUfoto en TMF. Om kritische massa te bedienen en groei te realiseren geeft Van Abbe toe dat durfkapitaal nuttig is.

Volgens Van Abbe komt het allemaal neer op passie. "Je hebt natuurlijk een product nodig dat een behoefte vervult, maar daarnaast heb je vooral het juiste netwerk nodig. Dat heeft alles te maken met passie."

Sinds de oprichting heeft Van Abbe een paar harde lessen geleerd. "Ik wil steeds sneller weten wat ik aan iemand heb. Ooit stond ik op een beurs in Engeland. Daar heb ik 30.000 euro aan uitgegeven. Ik kwam met een stapel kaartjes terug, maar het leverde niets op. Voor mij draait het om persoonlijke relaties."

MobyPicture heeft een half miljoen gebruikers en rond de 50 miljoen views per maand.

LostBoys

Een bekende naam die de internetbubbel wist te overleven is Lost Boys. Inmiddels is het als dochter van LBi nauwelijks meer Nederlands te noemen. "We zijn een internationaal bedrijf", aldus directeur Igor Milder.

Het bedrijf doorliep verschillende fases. "In het begin waren we succesvol omdat we een van de eersten waren. Na het barsten van de internetbubbel moesten we hard ingrijpen om het bedrijf weer gezond te maken. Toen we weer gezond waren, hebben we de juiste ceo aangenomen, op het juiste moment."

Lost Boys werd in 1993 opgericht door Michiel Mol. Nu, vier fusies, tien overnames en veel reorganisaties later, moet de notering aan de Amsterdamse beurs van augustus een nieuwe start voor het bedrijf inluiden.

Een tip die Milder andere Nederlandse internetbedrijven wil meegeven als ze azen op succes over de grens, is dat ze snel moeten internationaliseren. "Ook in het management team. Dat vergroot je kansen. Je hebt te maken met verschillende culturen, dus is het handig om mensen aan boord te halen die daar ervaring mee hebben. En zorg dat je de middelen hebt om groei te realiseren. Groei in Nederland kost veel geld, internationale groei des te meer."

LBi telt zo’n 1600 werknemers in 23 kantoren, met een jaaromzet van 154 miljoen euro. Lost Boys in Nederland telt rond de 150 werknemers.

eBuddy
Een andere speler met succes in het buitenland is eBuddy. "Qua naamsbekendheid, penetratie en gebruik zijn we zeker succesvol in het buitenland", vertelt medeoprichter Onno Bakker. "Om grote deals te doen, zeker advertentiedeals, moet je bereik hebben. Daar zijn we heel gericht mee bezig."

Ook het ‘virale vliegwiel’ hielp flink mee. "Mensen zien dat vrienden ons product gebruiken. In het begin deden we niets aan marketing. Nu gebruiken we vooral Facebook en Twitter om in contact te treden met onze gebruikers."

Bakker vindt dat als je in Amerika groot wilt worden, daar fysiek aanwezig moet zijn. "Dat hebben we uiteindelijk niet gedaan. Als je een bedrijf van vijftien man moet verhuizen, sta je meteen een half jaar stil. We zijn nu overal behoorlijk aanwezig, maar niet op één plek dominant."

De mobiele applicatie kent de grootste groei. Hiervoor ligt het zwaartepunt in Azië. "Zakendoen is daar wel anders. Met een goed product kom je er niet. Je moet echt karaoke zingen om een deal te doen met een telecompartij. En dan niet een keer, maar wel vijftien keer."

De mobiele applicatie van het Amsterdamse eBuddy is sinds de start in 2007 meer dan 100 miljoen keer gedownload. Onder meer applicaties van Facebook, Google Maps en Opera Mini bereikten eerder deze mijlpaal.

Woodwing
"Nederland is te klein voor een softwarebedrijf", meent Hans Janssen van WoodWing. "Als je groei ambieert, moet je naar het buitenland, zeker als je in een nichemarkt zit zoals wij."

Woodwing maakt software voor uitgevers wereldwijd om crossmediaal te kunnen uitgeven. Sinds januari zit daar ook de mobiele component bij voor de iPad.
Grote klanten van WoodWing zijn onder meer Time Inc en Sanoma. "Als je helemaal from scratch begint, heb je een grote naam nodig om anderen over de streep te krijgen. The Guardian en Reed Business waren onze launching customers. Nu zitten we volop in publishing voor tablets, zoals de iPad app voor Times. Zo’n naam helpt enorm voor je marketing."

Voor WoodWing zocht hij bewust eerst groei in Europa, om vervolgens naar Amerika te gaan en daarna Azië te bestormen. Volgens Janssen is het de truc om een groot bedrijf te vinden dat met een jong bedrijf in zee wil gaan. "Je moet binnen zo’n bedrijf op zoek gaan naar iemand die het lef heeft om met een kleine partij het avontuur aan te gaan. Dat moet je vervolgens in je marketing optimaal gebruiken, niet alleen voor een mooi verhaal op verjaardagsfeestjes."

Woodwing stratte in 2000 en stond in Deloitte 50 als snel groeiend technologiebedrijf. Het heeft nu kantoren in Europa, VS, Latijns-Amerika en Azië en bedient honderden klanten.