Deel dit artikel
-

Tweede Kamer leden vrezen invloed kiezer via internet

De Tweede Kamer leden Joop Wijn (CDA) en Hella Voûte-Droste (VVD) vrezen de invloed die kiezers via het internet op de besluitvorming van Kamerleden kunnen vormen. Volgens Wijn lopen Kamerleden die een website openstellen voor een publiek debat, gevaar om geleid te worden door "gepassioneerde minderheden".

Wijn deed zijn uitspraken tijdens de lancering van de website Politiek-Digitaal . Ter gelegenheid van de nieuwe site was een debat georganiseerd over web-representatie van Kamerleden. Wijn vond dat als een Kamerlid zijn website openstelt voor meningen van willekeurig mensen, hij het gevaar loopt zich te laten leiden door "gepassioneerde minderheden'".

Bekende mediapersoonlijkheden kunnen hier een niet geringe rol spelen, aldus Wijn. Hij verwees naar de ophef vorig jaar rond de aangekondigde herverdeling van de radiofrequenties. Radiomakers als Erik de Zwart en Jeroen van Inkel mobiliseerden destijds een groot deel van het radiopubliek om hun ongenoegen aan de politiek kenbaar te maken.

Wijn ziet meer in interactie via afgesloten platforms, zoals CDA-net. Hier kunnen partijleden reageren op stellingen van Kamerleden. Voûte-Droste (VVD) vond dat Kamerleden de afwegingen in de besluitvorming voor hun rekening moeten nemen, niet de participanten van internetdiscussies. Zij gebruikt haar website om zichzelf aan de kiezer te presenteren. Andere Kamerleden hebben een meer open houding naar het publiek toe. Boris Dittrich (D66) bijvoorbeeld houdt er een gastenboek op na. Iedereen die dat wil kan daar zijn mening kwijt.

Uit onderzoek van het Electronic-highway Platform Nederland (EPN) blijkt overigens dat de meerderheid van de Kamerleden (ruim 80 procent) wel voorstander is van het stemmen via internet. Dit zou de opkomst bij verkiezingen vergroten, vinden veel Kamerleden.

Deel dit bericht

13 Reacties

Pepita

Ik heb zelden zoiets raars gelezen. Je mag als politicus blij zijn dat je wat van je achterban hoort. Bovendien zit je er niet voor jezelf, maar voor die achterban. Internet is een prima medium om de dialoog aan te gaan met de kiezer. En als de heer Wijn bezorgt is over beïnvloeding dat lijkt me dat hij daar altijd zelf nog bij is. De beste man lijkt wel bang voor internet. Echt een raar verhaal.

Eric

Joop Wijn en Hella Voûte-Droste hebben blijkbaar weinig vertrouwen in het vermogen van de kamerleden om objectief en gefundeerd met vraagstukken om te blijven gaan. De "gepassioneerde minderheden", ofwel de andere kant van de zwijgende meerderheid heeft in Nederland altijd al een flink stuk in de melk te brokkelen gehad. Blijkbaar is de politiek altijd al gevoelig geweest voor groepen die luidkeels hun mening verkondigen. In plaats van de discussie open aan te gaan, kiezen zij voor het afgesloten achterkamertje. De angst waarvan Joop en Hella blijk geven, kan op dezelfde gronden ook gericht worden op de partijkas die rond de verkiezingen gespekt wordt door belanghebbende bedrijven. Zou hier ook niet spraken kunnen zijn van beïnvloeding door "gepassioneerde bedrijven".

krasser

inderdaad een hele rare kop boven dit artikel. Als de tweede kamer zich zorgen maakt over de toenemende invloed van de kiezer, is er iets niet helemaal wappi zegmaar…

ReindeR Rustema

Ik sluit me aan bij Pepita en Eric. Tweede Kamer leden moeten zich niet met ijdele homepages ('kijk mij eens') internet opgaan maar zelf de achterban opzoeken. Meng je in bestaande discussiefora, ga de dialoog met de kiezer aan om met Pepita te spreken. Als je beter bekend met internet dan ben je ook minder bang voor de 'gepassioneerde minderheden' (die duizenden mailtjes sturen na een oproep van een radiostation). Het is juist de uitdaging om al die activiteit op internet op de een of andere manier gestructureerd op te vangen en de Tweede Kamer in te brengen. En dat kan. Zie het Derde Kamer initiatief op {Derdekamer.net; http://derdekamer.net } waarbij een volksvertegenwoordiger de taak op zich neemt om de discussies op internet te poorten naar de Tweede Kamer. Om de overheersing van de extremisten te voorkomen komen alleen die (usenet, want alleen die discussies zijn openbaar) discussies in aanmerking waar extremisten van beide kanten aanwezig zijn. Niet een door extremisten gedomineerde discussie. Afijn, zie de {FAQ; http://derdekamer.net/faq.html } op die site voor details.

Joop Wijn

Geachte heer Mulders, Met respect, maar u heeft mijn afgelopen week óf niet goed begrepen óf niet willen begrijpen. Zoals u de zaken voorstelt heb ik ze absoluut niet gezegd. Ik heb diverse voorbeelden gegeven waarbij de vrees die sommige politici hebben moet worden doorbroken, met experimenten en lef. Wellicht herinnert u zich nog hoe ik heb aangegeven dat ik het belachelijk vind dat sommige kamerleden hun emailadres geheim willen houden. Mijn stelling was de volgende, en u kunt dat ook zien op mijn website, {www.joopwijn.nl; http://www.joopwijn.nl }, die door de aanwezigen alom als een van de meest open en informatieve sites van kamerleden werd gewaardeerd: Kamerleden moeten een eigen site hebben waarop duidelijke contactmogelijkheden zijn. Email moet stipt worden beantwoord. Er is een handvol kamerleden met een site, en dat is veel te weinig. Zo komen kamerleden aan informatie en houden ze feeling met de samenleving. Zo ook kunnen kamerleden een tegenmacht tegenover de regering organiseren. Ook moeten kamerleden door middel van nieuwsbrieven en het publiceren van hun debatteksten verantwoording afleggen. Ik heb wel aangegeven dat internet / email als nieuwe media een aantal aandachtspunten met zich meebrengt, zoals de vraag of reacties representatief zijn, de vraag of iemand is wie hij zegt, en dat kamerleden altijd moeten uitgaan van het algemeen belang. Invloed van kiezers is essentieel in een democratie. Beslissen per internet door burgers vind ik inderdaad geen goed idee. Bij democratische besluitvorming moeten alle meningen van kiezers via alle media worden betrokken. En bij hun uiteindelijke stemgedrag moeten kamerleden vanuit hun verantwoordelijkheid altijd een eigen afweging maken. Dat is de kern van een representatieve democratie. De afgesloten CDA-net-site, de meest innovatieve van de politieke partijen, is bedoeld voor CDA-leden onderling. Als u CDA-lid wordt bent u van harte welkom.De publiekssites http://www.stemcda.nl en http://www.cda.nl staan open voor iedereen, en iedereen kan daar zijn mening kenbaar maken. Daar wordt vervolgens ook op gereageerd. Ik vind het echt vervelend dat ik als een van de meest innoverende kamerleden op ICT-gebied zo suggestief word neergezet. En dat het weergeven van reële dilemma's tot bepaalde negatieve kwalificaties leidt. Zo bevorderen journalisten een open discussie dus niet!

Robin Wiersma

Het artikel zwengelt een interessante discussie aan: wat is de rol van de volksvertegenwoordiging. Of, beter gezegd: waarom kiezen wij een volksvertegenwoordiging? Is dat omdat we niet met z'n allen het lang kunnen regeren of is dat omdat diegenen die zich beschikbaar stellen dat veel beter kunnen? Beinvloeding vindt twee kanten op plaats: de politiek beinvloedt onze mening en wij de mening van de politiek door ons stemgedrag. En met name rond verkiezingstijd worden er veel 'ferme' uitspraken gedaan. Als een politicus contact houdt met betrokkenen bij een onderwerp, kan hij voeling houden met hoe de 'gepassioneerden' hierover denken. Dat het minderheden zijn is mijns inziens juist een pre: het eeuwige oneerlijke aan democratie is dat de minderheid niet gehoord wordt. Ook inspraakregelingen worden gebruikt door minderheden. En de reden dat mensen gepassioneerd zijn is dat ze er belang bij hebben. Ik zie daar geen enkel kwaad in. Een politicus moet juist in staat zijn een oplossing te vinden die het beste is voor het land. Ik dicht politici echter geen goddelijke eigenschappen toe als alwetendheid, dus hebben zij behoefte aan ideeen, input etc. van de burgers die hun op die plaats hebben gebracht door ze te verkiezen. De legitimiteit van het bestuur komt hier eigenlijk ter sprake. Maken de beleidsmakers eigenlijk wel het beleid dat wij willen? En daar ligt nu weer de basis van de vraag die aan de orde is: moet de politiek beleid maken dat wij 'willen' of beleid waarvan de politiek denkt dat dat 'goed voor ons' is. Als het tweede het geval zou zijn, komen er nog veel meer vragen ter tafel, zoals "waarom zouden wij zelf niet weten wat goed voor ons is", "wie is de politiek om te denken dat zij dat wel zijn". En als we de situatie overheid – burger vergelijken met een ouder – kind relatie waarin de ouder zegt wat het kind wel en niet mag, dan is het helemaal evident dat de overheid ook naar het kind moet luisteren, want het kind is stevig volwassen geworden en wil meer te zeggen hebben over wat hij wel en niet mag. De opkomst van Pim Fortuyn is een duidelijk teken dat de burger het niet eens is met de compromissen sluitende gevestigde orde waarin niemand meer echt ergens voor staat en niemand zijn nek uitsteekt. Terugkmoend op het 'beinvloeden' van de politici: dat is in het verleden toch ook al gebeurd via de media? En een politicus is zelf uiterst goed in staat om te bepalen wat zijn partij over een bepaald onderwerp denkt. Moet diezelfde politici zijn eigen helderheid van geest dan onderschatten en de burgers 'vrezen' als waren het mensen die het beleidsvormingsproces trachten te corrumperen. We leven in een democratie waarin grote waarde wordt gehecht aan inspraak en waarin het besef dat de minderheid gehoord moet worden erkent wordt. Nu hebben we een medium gevonden waardoor het laagdrempelig mogelijk is om een directe verbinding tussen burgers en HUN overheid te leggen. Zonder het geprobeerd te hebben is elke angst ongefundeerd. Daarom pleit ik voor een aantal pilot projecten waarin dit nieuwe idee van participatieve beleidsvorming wordt getoetst. Overigens, de technische c.q. fysieke drempels zijn door het internet opgeheven, maar burgers hebben zelf voldoende drempels om (nog) geen deel te nemen aan de beleidsvorming: aflatend vertrouwen in de politiek. een uitgelezen kans om hier iets aan te doen. Hopelijk volgen velen het voorbeeld van Dittrich en wordt meer waarde gehecht aan de perceptie en de mening van het volk dan aan een mogelijk negatieve bijwerking van digitale democratie. Tot slot, digitaal stemmen is in dit opzicht de minst interessante ontwikkeling. De technische mogelijkheden zijn er om digitaal te stemmen, maar wie zegt dat er niet iemand mij dwingt om op die knop te drukken. In de stemhokjes weet men dat omdat ik alleen in het hokje sta en er niemand ooit achter komt wat ik stem. Maar nu ik hier zo achter mijn computer zit, kan mijn buurman mijn arm omdraaien en mij dwingen een verhaal over e-democracy te schrijven. Als politiek Den Haag echt wil weten wat het volk wil, dan zullen ze contact moeten houden met de burgers. Hopelijk komt dat tot beinvloeding van het beleidsproces en vermindert het de onvrede bij de bevolking, maar ik ben daar nog relatief septisch over aangezien ook de mening van de jonge partijen (jong-D66, jong-VVD) de mening van de partijen zelf op dit moment ook niet weet te beinvloeden. Desalniettemin moeten we het proberen.

magistraal

Worden artikelen tegenwoordig niet meer geakkoordeerd? De reaktie van Joop Wijn verheldert, maar om jezelf nou op een voetstuk te plaatsen? Laat dit alsjeblieft over aan anderen, want goede wijn behoeft geen krans.

Peter

De volksvertegenwoordiging is zelf een schoolvoorbeeld van een "gepassioneerde minderheid" – al geldt die passie helaas met name de weken voor de verkiezingen.

Jerome Scheltens

Ik ben een atheist als een koe, en het CDA zal voor mij nooit een stemoptie zijn, maar ik moet dhr. Wijn hier bijstaan met de opmerkingn dat in het artikel een heel treurige weergave van het debat bij de launch van politiek-digitaal.nl wordt gegeven. Een journalist voor een e-nieuwssite moet niet automatisch in de aanval gaan wanneer een politicus kanttekeningen geeft bij toename van het gebruik van internet. Wat een suggesiteve journalistiek. Het betoog van Wijn had een heel andere toon.Daarentegen moet ik zeggen dat het opvallend is hoe snel politici als Wijn zichzelf vooruitstrevend vinden als ze met iets nieuws komen. Zoals de huidige parlementaiers -ook Wijn- het Net gebruiken zal weinig vernieuwing opleveren. Het voorstel zoals dat in de reactie van Reinder Rustema staat over de Derdekamer.net biedt veel meer vernieuwing. Ik hoop echt dat dit experiment van de grond komt.

Linda van Dingeloor

Beste mijnheer Wijn, Het klopt toch niet heemaal zoals u reageert. Want ook al is uw site en zijn uw reacties relatief goed, waar het nou echt om ging die avond was invloed. En het keurig en snel beantwoorden van een mail zoals u doet, dat is wat anders. Het probleem was juist dat de kamer maar weinig doet om structureel enz enz kennis en inbreng te verzamelen uit de samenleving via internet en in te zetten . Daar zijn we nog lang niet, ook u niet. Mvg, Linda van Dingeloor (aanwezig op het debat)

Robert Mulders

Naschrift redactie Voor alle duidelijkheid: de uitspraken van Joop Wijn zijn geciteerd uit een persbericht van Politiek-Digitaal.nl, dat het debat over webrepresentatie van Tweede Kamerleden organiseerde. De {link; http://www.politiek-digitaal.nl/dezeweek/nieuwsbericht3.shtml } in de tweede alinea van het Emerce-artikel voert de lezer direct naar een verslag van de bewuste avond.

Hella Voûte-Droste

In het artikel naar aanleiding van het debat tijdens de opening van politiek-digitaal herken ik mij niet.Waar de discussie over de invloed op het politieke proces ging en de daarbij behorende randvoorwaarden, stelt u in uw artikel dat parlementariërs de invloed van de kiezer zouden vrezen.Deze woorden hebben ik noch mijn collega Joop Wijn in de mond genomen en sluiten niet aan op de wijze waarop ik mij de afgelopen jaren heb ingezet voor de ontwikkeling van ICT en internet in Nederland. Zo maak ik mij al vele jaren sterk voor het stemmen via internet, alleen wel onder bepaalde voorwaarden. Mijn website, die reeds acht jaar geleden online was, bevatte reeds een gastenboek waar mensen hun commentaar kwijt konden. Al jaren stel ik mijn e-mailadres open voor reacties, opmerkingen en commentaren. Daar zitten vaak goede en originele suggesties en ideeën tussen, maar soms ook schrijnende gevallen. In dat soort gevallen probeer ik mensen verder te helpen. Deze interactieve wijze van communicatie helpt mij vaak bij mijn informatievergaring en oordeelvorming. Het internet stelt mij in staat snel en efficiënt op de hoogte te zijn van verschillende opinies. Het is alleen jammer dat veel groepen denken dat door een e-mail-bombardement zij directe invloed kunnen krijgen. Het kan niet zo zijn dat degene die het hardst roept of protesteert altijd gelijk krijgt. Dagelijks krijg ik 200 e-mailtjes, waarvan een groot deel gegenereerd door websites waar men met één druk op de knop een standaard e-mail verstuurd. Als men een dergelijke website opent om parlementariërs te bestoken met e-mail is dat prima, maar dat betekent niet dat deze groep automatisch directe invloed in het politieke proces krijgt. Het is mijn taak om verschillende meningen te wegen en daarna op basis hiervan een beslissing te nemen zoals in een echte parlementaire democratie hoort. Dan kan één e-mailtje net zoveel impact hebben als vele standaard e-mailtjes. Dit betekent echter niet dat wij in de Tweede Kamer niet zouden openstaan voor reacties van mensen. Als mensen mij elektronisch een advies willen sturen dan zijn zij zeer welkom, de afwegingen in besluitvorming maken wij uiteindelijk in de Tweede Kamer. Het is spijtig dat juist bij de oprichting van een goed initiatief zoals Politiek-Digitaal niet conform de werkelijke intentie van de aanwezige parlementariërs, die juist het gebruik van internet als democratisch instrument hoog in het vaandel hebben, wordt bericht.

Mo'riche

De uitgebreidde reacties van Joop Wijn en Hella Voûte-Droste ten spijt, concludeer ik dat Politiek-Digitaal en Emerce wel degelijk de houding van de parlementariers correct, zij het wat ongenuanceerd weergegeven hebben. Ook uit hun toelichting blijkt dat wat hen betreft 'interactieve' communicatie met de kiezer niet veel verder gaat dan eenrichtingsverkeer (publiceren via site en nieuwsbrieven) en 1 op 1 verkeer (het lezen en beantwoorden van email). In andere woorden: niets anders dan wat men voorheen ook via andere media deed. Zelfs elke indicatie dat men bereid zou zijn enige vorm van echt vernieuwende _open_ interactie met 'het volk' (oeps, sorry Hella, 'de mensen') ontbreekt volkomen. Zelfs hier, in een van de uitermate zeldzame instanties dat kamerleden zich virtueel onder de mensen begeven, ontloopt men de interactie. Men beklaagt zich over de journalisten, klopt zichzelf op de borst over de eigen 'innoverende' activiteiten en trekt zich vervolgens terug in de ivoren toren die representatieve democratie wordt genoemd, waarvan je je met de almaar dalende verkiezingsopkomst mag afvragen wie men eigenlijk representeerd. Ik kan niet anders dan constateren dat de kop boven dit artikel de lading volledig dekt: 'Tweede Kamer leden vrezen invloed kiezer via internet'. Maar eigenlijk wisten we dat allang. Internet mag dan geen wondermiddel zijn dat gegarandeerd onze democratie nieuwe impulsen geeft, de mate waarin de dames en heren politici tot nu toe gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheden die er wel degelijk zijn is te triest voor woorden, en als dit de meest innoverende politici zijn hoeven we de komende jaren niet veel verbetering te verwachten.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond