Industry Wire

Geplaatst door Proximus

De selectie van een ontwikkelingsproject in tijden van corona

Corona heeft een grote impact op ons leven. Maar ook voor de opstart van het eerste Congolese project van Eight zorgde het voor grote uitdagingen. Met name de lockdown en de reisbeperkingen bemoeilijkte de mogelijkheden om de situatie ter plaatse te kunnen beoordelen.

Na de eerste twee dorpen in Oeganda starten oprichters Steven Janssens en Maarten Goethals momenteel een derde actie op in het Afrikaanse land. En daarnaast is Eight dus ook volop bezig met de voorbereiding van een eerste ontwikkelingsproject in Congo. Hierbij krijgen alle inwoners een maandelijks basisinkomen. Om zoveel mogelijk personen van de gemeenschap op deze manier aan het ondernemen te zetten, is de keuze van het dorp ontzettend belangrijk. Iets wat corona momenteel voor Congo bemoeilijkt, maar niet onmogelijk maakt. De effectieve start van het nieuwe project zelf blijft momenteel voorzien voor april 2021.

Een nauwkeurig selectieproces

Voor de keuze van het Congolese dorp wordt allereerst een bepaalde regio van het land afgebakend. De specifieke moeilijkheden in de mijnbouw zorgen ervoor dat extra informatie broodnodig is. Hiervoor gebruikt Eight een studie van de International Peace Information Service (IPIS) als basis. Dit volledig onafhankelijk onderzoeksbureau levert informatie op maat, aan iedereen die duurzame ontwikkeling, mensenrechten en blijvende vrede hoog in het vaandel draagt.

Voor het ontwikkelingsproject Eight zijn een aantal zaken cruciaal, om te bepalen welke dorpen in aanmerking komen. Een duidelijk samenhangende gemeenschap is daarbij het allerbelangrijkste. Eight wil namelijk iedereen binnen het dorp graag mee aan boord. Daarnaast wordt gekeken naar het aantal inwoners. Ook moet het dorp op een redelijk bereikbare afstand van een stad liggen. En is er idealiter al een mogelijkheid om mobiel te bankieren.

Ertsen voor smartphones: een belangrijke factor

Voor het eerste Congolese project gaat Eight de samenwerking aan met Proximus en Umicore. De gezamelijke actie ‘Don’t Miss the Call‘ wil namelijk de negatieve impact van mijnbouw verminderen. Samen met Eight moet de levenssituatie van de lokale mijnwerkers dan ook verbeteren. In Congo ontginnen zij namelijk eveneens ertsen, die gebruikt worden voor smartphones.

Daarom werd voor de keuze van het dorp in Congo ook gekeken naar een directe relatie met een mijn in de buurt. De shortlist van 10 dorpen werd zo verkleind naar drie mogelijke projecten. Deze worden nu tijdens een prospectiemissie ter plaatse bezocht. Het erts dat daarbij centraal zal staan is cassiteriet. Hieruit wordt tin gehaald, wat dan weer een belangrijke bouwstof voor gsm’s is. Het zorgt namelijk voor de verbinding tussen de verschillende elementen in een smartphone. Zonder tin, geen smartphone die werkt.

De ontginning van elke grondstof heeft echter een eigen dynamiek en problematiek. Deze volledig begrijpen is cruciaal om het ontwikkelingsproject te doen slagen. Precies daarom gingen de oprichters van Eight ook praten met experten ter zake, waaronder professor Sara Geenen van de Universiteit Antwerpen. Hieruit bleek dat zowel de mijnwerkers als bazen van de specifieke mijnschacht in Congo een redelijk inkomen kunnen hebben. Zo verdienen bazen in de préproductiefase 56 dollar per week, wat oploopt tot 203 dollar per week in de productiefase. Voor mijnwerkers zou dit respectievelijk 21 en 51 dollar per week zijn. In de dorpen wonen echter ook landbouwers, vrouwen en kinderen, die niet in de mijnen werken. En zij hebben een veel lager inkomen, wat te vergelijken valt met de landelijke gebieden in Oeganda. Bovendien zorgt de coronacrisis ervoor dat de prijzen van verschillende ertsen gedaald zijn. Dit heeft ook een negatieve invloed op de vergoedingen van mijnwerkers.

Op basis van al deze conclusies zal iedere dorpsbewoner van Eight een basisinkomen van 19 dollar per maand krijgen, of omgerekend 16 euro. Dit betekent bijvoorbeeld een inkomensstijging van 20% voor de mijnwerkers, en 7% voor de bazen. Het zorgt echter vooral voor een sociale bescherming van elke dorpsbewoner, die mijnwerkers bovendien de kans geeft om te gaan ondernemen. En het ongezonde werk vaarwel te zeggen.

Wat is de invloed van dit ontwikkelingsproject?

Een hele gemeenschap een basisinkomen geven roept natuurlijk ook vragen op. Gaan de dorpsbewoners hun kinderen vaker naar school sturen? Zullen ze gezondere keuzes maken? En vooral ook: wordt het ondernemen gestimuleerd?

“Uit eerder onderzoek weten we alvast dat deze cash transfers meestal een positieve invloed hebben. Maar dit hangt natuurlijk ook af van de context.“, legt Steven Janssens uit. “Voor een dorp dat vlakbij een cassiterietmijn ligt weten we bijvoorbeeld dat de zogenaamde coöperatieven verplicht zijn om op een artisanale manier mineralen te ontginnen. Bij andere ertsen kennen we veel gevallen waarin zo’n coöperatieve eigenlijk enkel bestaat om de lokale elites geld te laten afsnoepen.”.

Om dit te vermijden voor Eight, wordt er net daarom nauw samengewerkt met het IPIS. “Bovendien maken we duidelijk aan de lokale leiders dat het project onmiddellijk wordt stopgezet, van zodra het geld niet naar de mensen gaat voor wie het bedoeld is. En dit zorgt er dan weer voor dat de dorpsbewoners zeker gaan protesteren, als hen onrecht wordt aangedaan. Samen met onze ervaringen uit Oeganda weten we dat ons project ook in Congo zal werken.”, besluit Steven Janssens.

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht