Industry Wire

Geplaatst door Universiteit van Utrecht

Twitter en Facebook hadden Trump eerder moeten inperken

Hoewel platforms als Facebook en Twitter niet wettelijk aansprakelijk zijn voor Trumps aansporing tot geweld zijn zij wel moreel verantwoordelijk. De roep van buitenaf voor duidelijkere regels voor social mediaplatforms neemt toe, stelt universiteitshoogleraar media en digitale samenleving José van Dijck in haar opiniestuk in het FD.

Zij sprak de afgelopen dagen met diverse media over de verantwoordelijkheden van deze platforms. Volgens de hoogleraar moeten de woorden van iemand met status en een groot bereik strenger beoordeeld worden.

Doorgeefluik
In het verleden deden sociale mediaplatforms weinig om de haat zaaiende en opruiende berichten van Trump te modereren of te verwijderen. Zij plaatsten slechts waarschuwingslabels. Facebook en Twitter stellen alleen te fungeren als doorgeefluik van ‘content van derden’. “Maar in de praktijk zijn ze voortdurend bezig om informatie actief te modereren en doelgericht te combineren met gepersonaliseerde advertenties. Trump kreeg al die jaren een uitzonderingspositie. Met 88 miljoen volgers op Twitter en 35 miljoen op Facebook is hij voor de platforms vooral een contentleverancier en ‘grootverdiener’”.

Trump riep met zijn ‘looting en shooting’ in mei al op tot geweld, ten tijde van de acties van Black Lives Matter. Toen hadden big tech, ook volgens hun eigen richtlijnen, al maatregelen kunnen treffen.

Volgens Van Dijck hadden Twitter en Facebook allang kunnen ingrijpen. Het is echter moeilijk platforms wettelijk verantwoordelijk te houden, licht zij toe: “Hun status als digitale poortwachters wordt gelegitimeerd door de sectie 230 van de Communications Decency Act. De wet geeft sociale media de mogelijkheid om content van derden door te plaatsen zonder daar verantwoordelijk voor gehouden te worden.” Door zichzelf als “techbedrijf” te positioneren, krijgen deze platforms alle ruimte om zelf te bepalen wat hun verantwoordelijkheden zijn ten aanzien van user-generated content. “Dat is anders voor bijvoorbeeld nieuwsorganisaties, die dat niet zomaar kunnen doen. Het is dus aan de sociale media zelf om te bepalen wat wel en niet door de beugel kan. Daar zit het grote probleem voor veel mensen: waarom kan een Jack Dorsey, de directeur van Twitter, voor de hele wereld bepalen welke informatie wel of niet belangrijk is?” (Volkskrant externe link, 9 januari 2021).

Parler
Trump kan uitwijken naar rechtse concurrenten van Twitter, zoals Parler. Maar deze app is door Google en Apple uit de app-store gehaald. “De grote techbedrijven hebben een heel belangrijke poortwachtersfunctie. Amazon en Google beheren het leeuwendeel van de webdiensten wereldwijd. Als zij hun diensten weigeren, wordt het lastig. En als je een app wilt verspreiden, kun je eigenlijk niet om Apple en Google heen.” (NOS externe link, 11 januari 2021)

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht