Verwijderen social media na overlijden is ‘gedoe’

Als iemand anno 2016 overlijdt, is het allang niet meer voldoende om alleen te denken aan de favoriete muziek en bloemsoort van de overledene. Ook de zogenaamde ‘digitale nalatenschap’ blijkt steeds vaker een punt van aandacht voor de nabestaanden. Want wat doe je met bijvoorbeeld het Facebook- of LinkedIn-profiel van een overledene? Start-up Sign Off Life biedt binnenkort de mogelijkheid om in één keer de belangrijkste online profielen op te heffen.

‘Niemand denkt graag na over zijn eigen overlijden’ geeft Willem Tukker, oprichter van Sign Off Life, aan. Maar, zoals uit eerder onderzoek al is gebleken, zit bijna 60% van de nabestaanden ook niet te wachten op het beheren van die sociale media of de bestanden in de Cloud.

Met het recente voorbeeld van Henk Krol, die de overleden Joost Zwagerman feliciteerde met zijn verjaardag, wordt pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is om over digitale nalatenschap na te denken. ‘Een vergelijkbaar voorbeeld uit mijn privéomgeving zette mij aan het denken hoe je die confrontatie voor de nabestaanden kunt voorkomen’ vertelt Niels van der Plas, mede-oprichter van Sign Off Life.

‘Het aantal profielen op sociale media en van Cloud-diensten kan makkelijk oplopen naar meer dan tien per persoon.’ licht Tukker toe. ‘Profielen die op dit moment allemaal een eigen manier van verwijderen kennen. Veel nabestaanden vinden dit teveel gedoe’. Via Sign Off Life kunnen nabestaanden eenvoudig en in één keer de belangrijkste profielen in één keer verwijderen.

De bewustwording rondom digitale nalatenschap neemt langzaamaan toe. ‘Ook vanuit de grote uitvaartverzekeraars zie je dat het onderwerp wordt opgepakt. De eerste contacten met de grote uitvaartverzekeraars zijn dan ook gelegd’ geeft Tukker aan. Als Nederland zijn we koploper van Europa op het gebied van sociale media. ‘De verwachting is dan ook dat binnen vijf jaar dit een vast besproken onderwerp is bij het regelen van een uitvaart. Zelf verwachten we halverwege 2016 volledig live te zijn’, aldus Van der Plas.