Zelfrijdende auto populairder als autorijden hierdoor goedkoper en veiliger wordt

Een ruime meerderheid van de Nederlanders verwacht in de nabije toekomst gebruik te maken van een automatische piloot en dus niet meer zelf auto te rijden. Maar dan moet dit wel brandstof schelen of het autorijden veiliger maken. Fransen blijken in Europa de grootste tegenstander van de autopilot, zij vertrouwen niet op de techniek.

Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek ‘De Auto van Morgen’ van GfK in opdracht van AutoScout24 onder ruim 8.800 Europeanen*. Iets meer dan een derde van de Nederlanders zegt geen gebruik te willen maken van een automatische piloot, daarvoor beleven ze teveel plezier aan het autorijden. Dit verandert echter zodra de autopilot ervoor zorgt dat het brandstofverbruik omlaag gaat: dan wil nog maar 15% van de Nederlanders koste wat kost zelf blijven rijden. Ook de veiligheid is belangrijk: meer dan 85% is bereid om een automatische piloot te gebruiken als het bewezen is dat dit veiliger is dan zelf rijden.

Frankrijk
In Europa zijn Fransen de grootste tegenstanders van de zelfrijdende auto, maar liefst 47% zegt er nooit gebruik van te gaan maken. De reden: het vertrouwen in de techniek is nog te laag. Maar ook hier loopt dit percentage terug zodra bewezen wordt dat het veiliger is. Nog maar 14% van de Fransen wil dan nog steeds nooit gebruik maken van de automatische piloot.

Jurgen Vugts, directeur van AutoScout24 Nederland: “Onbekend maakt onbemind, zo blijkt. In eerste instantie geeft een deel van de ondervraagden aan nooit gebruik te willen maken van de automatische piloot. Maar als ze daarna worden geconfronteerd met de mogelijke voordelen, gaan ze toch overstag. Gezien het aantal automobilisten dat nu al wel eens gebruik maakt van cruise control, verwacht ik dat de zelfrijdende auto sneller dan menigeen verwacht gemeengoed zal zijn.”

Het gehele onderzoeksrapport is te downloaden via www.deautovanmorgen.nl.

* Het onderzoek is in samenwerking met GfK gehouden onder 8.800 consumenten uit Oostenrijk (1.000 respondenten), België (1.000), Frankrijk (1.450), Duitsland (1.450), Italië (1.450), Nederland (1.000) en Spanje (1.450).