Industry Wire

Zwaar weer dreigt voor concurrentievermogen Nederlandse economie

Nederland moet waken dat er geen technologisch gat ontstaat met de vooruitgang in andere landen. Dat stelt prof.dr. Henk W. Volberda van de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Hij leidt de ‘Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor’, het jaarlijkse onderzoek van onderzoeksinstituut INSCOPE –  Research for Innovation van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De resultaten zijn op woensdag 27 november 2013 bekendgemaakt tijdens de 2013 Annual INSCOPE Conference.

Een van zijn bevindingen is dat het langere termijn concurrentievermogen van Nederlandse bedrijven dreigt in gevaar te komen. Hoewel de hoeveelheid radicale innovaties en ‘incrementele’ innovaties (product- en dienstinnovaties voor bestaande klanten en markten) op het hoogste niveau staan sinds het begin van de meting van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor in 2006, dreigt het concurrentievermogen van Nederlandse bedrijven op de langere termijn in gevaar te komen. Volberda: “De investeringen in onderzoek & ontwikkeling en ICT zijn opnieuw gedaald. Deze dalende trend is al sinds 2009 aan de gang”.

Ook constateert Volberda dat Nederlandse bedrijven weinig samenwerken met onderzoeksinstituten, terwijl dat wel cruciaal is voor innovatiesucces. Ze werken vooral samen met klanten, andere interne afdelingen en leveranciers, terwijl samenwerking met deze externe partners een relatief beperkte bijdrage levert aan innovatiesucces. Bedrijven laten diverse cruciale samenwerkingspartners voor innovatie relatief links liggen, zoals universiteiten en andere hogere onderwijsinstellingen. Volgens Volberda is samenwerking met de ‘less usual suspects’ als onderzoeksinstituten onontbeerlijk om fundamenteel nieuwe kennis te ontwikkelen. “Dat is noodzakelijk is om het lange termijn succes van een bedrijf een boost te geven. Familiebedrijven kunnen hierbij als voorbeeld worden gezien.” Die zijn minder efficiënt dan niet-familiebedrijven, maar wel innovatiever.

Achterhoek/regio Twente toonbeeld van innovatie
De regio Achterhoek, Twente en omstreken scoort bovengemiddeld op de verschillende hefbomen van sociale innovatie, radicale innovatie en incrementele innovatie. Volgens Henk Volberda kenmerkt deze regio zich “door een relatief hoge mate van ondernemend gedrag en het vermogen om snel te handelen.” De regio Oost-Brabant en Noord-Limburg onderscheidt zich van andere regio’s door een relatief hoge mate van R&D-investeringen (+1,4%), radicale innovatie (+10,3%), en dynamisch managen (+3,3%). De regio Noord-Holland behoort tot de koplopers in ICT-investeringen (+1,9%).
Nederlandse bedrijven verder scoren 9% hoger op radicale innovatie en 3% hoger op slimmer managen, organiseren en werken in vergelijking met vestigingen van buitenlandse bedrijven in Nederland. Vooral op de hefbomen flexibel organiseren en dynamisch managen doen Nederlandse bedrijven het goed.

Zittingsduur CEO’s
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat een te korte en een te lange aanstelling van CEO’s  contraproductief is. CEO’s die hun zetel tussen de vier en twaalf jaar hebben, kennen de hoogste mate van sociale innovatie (+3%), maar ook van radicale innovatie (+3%) en incrementele innovatie (+3%). CEO’s met een dergelijk ambtstermijn scoren ook hoger op de hefbomen slimmer werken (+5%), dynamisch managen (+3%) en co-creatie (+3%). Volgens Henk Volberda “richten kort zittende CEO’s zich vooral op korte termijn resultaten. Een zittingstermijn van tussen de vier en twaalf jaar biedt CEO’s enerzijds de mogelijkheid om de vruchten te plukken van eigen investeringen en voorkomt dat ze vastroesten aan bestaande denkwijzen. Op een gegeven moment is een frisse blik nodig van een nieuwe CEO.”

Over het onderzoek
Bij de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor van INSCOPE staan verschillende typen innovaties centraal: sociale innovatie, technologische innovatie, radicale innovatie, en incrementele innovatie. Sociale innovaties zijn veranderingen in de manier van organiseren, managen en werken welke nieuw zijn voor de organisatie en/of industrie. Ze bestaan uit vier hefbomen; het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (leiderschapsstijlen), het hanteren van innovatieve organisatievormen (flexibel organiseren), het realiseren van hoogwaardige arbeidsrelaties (slimmer werken) en samenwerking met externe partijen (co-creatie). Door middel van deze hefbomen kan de technologische kennis van een bedrijf beter aangewend worden en kunnen organisaties beter presteren in termen van innovativiteit, productiviteit en concurrentievermogen.

Technologische innovaties zijn gericht op het creëren van technologische kennis waarbij investeringen in R&D en ICT voorname maatstaven zijn. Radicale innovaties zijn product- en dienstinnovaties voor nieuwe klanten en markten en incrementele innovaties staan voor product- en dienstinnovaties voor bestaande klanten en markten.

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht