CPB: breedbandmarkt niet intensiveren

Er zijn geen marktgebreken die bedrijven belemmeren om te investeren in breedband. Concurrentie stimuleert de telecombedrijven voldoende. En dus zijn er geen grote investeringen in glasvezel nodig. Dat stelt het Centraal Planbureau in een maandag verschenen studie die in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is vervaardigd.

Het huidige beleid met betrekking tot breedband behoeft geen intensivering, zegt het CPB in haar studie. De regulering door de toezichthouder (OPTA) is voldoende om marktmacht op de breedbandmarkten aan te pakken, met name als het gaat om de toegang tot het aansluitnetwerk.

Nederland loopt met breedbandaansluitingen internationaal voorop. Het aantal aansluitingen per duizend inwoners is, op Korea na, zelfs de hoogste in de wereld. Andere Europese landen, zoals Duitsland, doen het een stuk slechter. Bovendien stijgt het gebruik in Nederland snel, gestimuleerd door flinke prijsdalingen. De concurrentie tussen internetaanbieders is groot. Gebruikers kunnen kiezen uit vele abonnementen en aanbieders. Ook bestaat er sterke concurrentie op de markten voor ’content’. Mochten er al marktgebreken voorkomen, dan bieden die geen aanknopingspunten voor eigen Nederlands beleid, aldus het CPB.

Het CPB waarschuwt zelfs voor de negatieve kanten van een actiever overheidsbeleid. Subsidies voor de aanleg van glasvezel moeten immers worden betaald uit belastinggeld. Het is ook zeer de vraag of de overheid het beter doet dan de markt, indien voor een bepaalde technologie zoals glasvezel zouden worden gekozen.

De branchevereniging van de kabelbedrijven, VECAI, is blij met de studie van het CPB naar breedband. De VECAI is al lange tijd voorstander van concurrentie tussen infrastructuren en is van mening dat het onnodig is om met belastinggeld nieuwe infrastructuren te subsidiëren. Vorig jaar was er nog sprake van een ware glasvezelkoorts.

VECAI directeur Rob van Esch: “Ik hoop dat dit rapport de ogen opent van degenen die met de vele overheidsgedreven glasvezelplannen bezig zijn. Belastinggeld investeren in infrastructuren is eigenlijk gewoon geld weggooien. Bovendien vergroot het de onzekerheid van private investeerders.”