GPXS wil 2,5 miljoen euro ophalen

GPXS, het bedrijf dat software maakt voor de Blackberry wil in een nieuwe financieringsronde 2,5 miljoen euro ophalen. Dat zegt directeur Jeroen Mol. “GPXS heeft het geld nodig om de harde groei die het doormaakt bij te kunnen benen,” stelt Mol. Eigenlijk had hij gedacht pas in de tweede helft van 2006 weer geld nodig te hebben voor de expansie van het softwarebedrijf.

“Het gaat goed met GPXS op dit moment. De afgelopen zes maanden groeiden we 220 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In de tweede  helft van dit jaar groeien we maar liefst 370 procent,” zegt Mol die er om bekend staat dat hij van nature erg optimistisch is. Volgens Mol heeft GPXS een runrate van tussen de 2,5 en 3 miljoen euro op jaarbasis.

GPXS werd in 2002 opgericht naar aanleiding van het enorme succes dat het van oorsprong Canadese Research In Motion (RIM) met de Blackberry in Amerika had. Mol houdt zich als CEO tegenwoordig voltijds bezig met GPXS. Met GPXS keert Mol terug naar de basis. Hij gaat terug naar het ontwikkelen van software zoals hij dat destijds bij Prolin deed. Het bedrijf dat hij later voor veel geld aan Hewlett Packard verkocht. Daarna startte Mol in het jaar 2000 ´bedrijvenkraamkamer´ GorillaPark, maar was daarmee beduidend minder  succesvol (hoewel hij dat zelf waarschijnlijk zal bestrijden, redactie).

Mol was voordat hij er de baas werd al investeerder in GPXS (hij heeft er 1,4 miljoen euro inzitten via zijn investeringsvehikel GP Ventures), maar op een gegeven moment werd hij gevraagd er ook manager te worden. Sinds 18 november 2004 is hij daarom het boegbeeld van het bedrijf. In een eerste financieringsronde wist GPXS al een bedrag van 650.000 euro op te halen bij ‘informals.’ Twaalf informele investeerders stortten de man 50.000 euro op de rekening van GPXS. Wie dat zijn, doet er volgens Mol niet toe. In de nieuwe financieringsronde wil hij er wellicht ook venture capitalists bijhalen.

GPXS werkt volgens het ASP-model en profiteert van de populariteit van de Blackberry in het bedrijfsleven. Voordeel van de Blackberry is dat managers 24 uur per dag bereikbaar zijn en dat ze gedurende dat etmaal voortdurend hun email kunnen checken en beantwoorden. Ook de calender-functie die ervoor zorgt dat de agenda altijd up-to-date is, is zeer geliefd. “70 procent van de AEX-bedrijven werkt momenteel met de Blackberry. Het top-200 kader van ING heeft allemaal een BlackBerry, 4000 mensen bij ABN Amro lopen ermee rond en ook op alle ministeries zijn er Blackberries te vinden,” zo somt Mol op.

Het zijn die getallen waar GPXS garen bij spint omdat het bedrijf additionele software levert voor de Blackberry en daarmee zorgt voor extra functionaliteit op het apparaat. “Aan een Blackberry alleen hebben bedrijven veelal niet genoeg. Ze willen juist extra mogelijkheden die ze ook op kantoor hebben. Dankzij GPXS kunnen ze bij hun Excel-spreadsheets, bij hun orderinvoer-systemen en bij andere bedrijfskritische gegevens die op hun netwerk staan. En kunnen ze elke email en file ook printen op bedrijfsprinters en op een willekeurige fax in een hotel. Stel dat je advocaat bent en je hebt snel een bepaald document nodig, dan kun je daar waar je ook bent gewoon bij met behulp van een BlackBerry. Of het nu gaat om bewijslast die op papier staat of om papieren die nodig zijn voor het opstellen van een memorandum-of-understanding. Onze software en onze servers zorgen ervoor dat dat mogelijk is,” zo vat Mol de propositie van GPXS samen.

Advocaten met Blackberries

Dat advocaten daarop zitten te wachten, blijkt volgens Mol uit het feit dat Condor, zo heet de oplossing van GPXS, al bij een tien-tal bedrijven is geïnstalleerd sinds de lancering op 1 augustus jongstleden. En veel klanten hebben hun interesse laten blijken, waaronder Nauta Dutihl. De partners (500) zijn sinds kort uitgerust met een Blackberry en GPXS leverde de training en de nodige ondersteuning aan deze firma.

Dat GPXS zelf de hardware niet levert, komt volgens Mol omdat hij niet met voorraden te maken wil hebben en dat de BlackBerry past in het subsidie-model van de carriers.  “Wij laten het risico dat gepaard gaat met voorraadbeheer graag over aan de carriers (KPN, Telfort, T-Mobile). Wij zijn een puur softwarebedrijf en dat blijft ook zo,” zegt Mol.

De telefoniebedrijven blijken GPXS nodig te hebben. “Wij vergroten hun afzetmogelijkheden. Als blijkt dat een telco de Blackberry niet ondersteunt, dan loopt die het risico dat het al zijn telefonieklanten kwijtraakt bij een bedrijf dat perse Blackberries wil hebben.” Volgens Mol zijn de telco’s blij met GPXS omdat het zorgt voor extra functionaliteit, waardoor er meer mensen in het bedrijf de BlackBerry gaan gebruiken en omdat het de Blackberry voor hun klanten ondersteunt. “Wij zorgen ervoor dat ze er verder geen omkijken naar hebben,” stelt Mol.

Wat volgens de directeur van GPXS een ander voordeel is, is dat ook kleinere bedrijven bij hem terecht kunnen. “Dat is nu juist het voordeel van het werken met het ASP-model. Ook kleinere bedrijven kunnen daardoor bij ons terecht. Normaal gesproken zou een bedrijf om maximaal te kunnen profiteren van de Blackberry een zogeheten Blackberry Exchange Server (BES) en een hele boel hardware, bij elkaar zo’n 20.000 euro, moeten aanschaffen. Dat is voor een bedrijf van 12 man natuurlijk niet te doen. Eigenlijk is dat alleen zinvol voor grote bedrijven zoals ABN Amro en Nauta Dutilh om zo´n BES neer te zetten. Op zo’n BES kun je namelijk 2000 gebruikers ondersteunen. Wij hebben vier van die Blackberry Exchange Servers draaien waarmee we dus ook kleinere groepen gebruikers van dienst kunnen zijn.”

Behalve in Nederland is GPXS ook sinds kort ook actief in Belgie, Engeland, Duitsland, Polen en de Verenigde Staten. Ook in die landen zijn afspraken met de diverse carriers gemaakt over het leveren van extra functionaliteit voor- en ondersteuning van de Blackberry. Onlangs werd volgens Mol nog een groot  contract gesloten met e-plus, de Duitse dochter van KPN.

Verdere buitenlandse expansie staat wat Mol betreft ook hoog op de agenda. Nu zijn de Verenigde Staten aan de beurt. “We zijn heel voorzichtig begonnen met het openen van kantoortjes in New York en in Silicon Valley. Van daaruit willen we de rest van de VS intrekken.”