Blauw: Co-buying is onbekend bij Nederlandse internetter

Terwijl Letsbuyit.com verwoede pogingen doet om het hoofd boven water te houden, komt Blauw Research met minder leuke statistieken over het co-buying-concept. Slechts één procent van de Nederlandse internetters zou ooit hebben deelgenomen aan een gezamenlijke koop. Onbekendheid met het concept is een belangrijke reden voor het lage animo, zegt Blauw.
Bijna 25 procent van de Nederlandse internetters is bekend met het gezamenlijk kopen via internet. Ongeveer 60 procent weet niet wat co-buying betekent en 17 procent weet het niet precies.
Opvallend genoeg doet het er voor veel internetters ook toe wie de anderen zijn waarmee een co-buy gesloten wordt. Bijna veertig procent vindt dit belangrijk. Eén op de tien internetters doet niet aan de co-buy mee als de co-buyers hen tegenstaan. Indien internetters de keuze hadden, zouden zij het liefst co-buyen met vrienden, familieleden, kennissen of collega's.
Uit de steekproef blijkt dat twintig procent van de respondenten wel eens een co-buysite bezocht heeft, hoewel een gedeelte van deze bezoekers niet weet wat de term co-buy betekent. Van de bezoekers heeft bijna zes procent één of meerdere keren meegedaan aan een co-buy. Dat komt overeen met één procent van de totale Nederlandse internetbevolking.
De belangrijkste factor om mee te doen aan co-buying is dat het product dat men zoekt wordt aangeboden op de co-buysite (genoemd door 34 procent). Het prijsvoordeel dat men kan behalen is ook een belangrijke reden (22 procent) voor deelname. Onbekendheid, omslachtigheid, geen interesse en onbetrouwbaarheid zijn veelgenoemde redenen om niet deel te nemen aan een co-buy.
De troost voor Letsbuyit is dat de site de meest bekende is onder de internetters. 61 procent kent de site, 18 procent bezocht 'm wel eens. Een kwart van de internetters kent Samenkopen.nl en 17 procent is bekend met de site van Nokdown.
Deel dit bericht
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond
4 Reacties
Marten van der Zee
Het is toch werkelijk knap dat mensen de site van NOKDOWN kennen (17%), alleen jammer dat de site al een drie- of viertal maanden "plat" ligt. Nokdown heeft namelijk haar activiteiten stopgezet.Dat mensen de Letsbuyit-site kennen is niet zo vreemd na zo'n reclamecampagne!? Zelfs mijn oma (90) kent Letsbuyit, waarbij ik betwijfel of zij er ooit heeft gekocht. Erg jammer vind ik het echter wel dat dit soort initiatieven het niet redden. Het lijkt te komen doordat Nederland een enorme winkeldichtheid heeft en de consumenten op elke hoek van de straat produkten kunnen kopen (met of zonder korting). Dat internet, en het gebruik daarvan, steeds intensiever wordt, moge duidelijk zijn, maar voor het kopen via internet zijn, mijns inzien, toch wat teveel tegenstrijdige onderzoeken. De een geeft het ontzettend rooskleurig aan en de ander is overdreven negatief. Ben ik dan weer benieuwd naar hoe dat nu weer komt, nog maar eens een onderzoekje er tegenaan gooien dan??
Joost
Schrale troost voor letsBuyIt lijkt mij. Slechts 1% die ooit gekocht heeft, dus als je het dan ook nog verstierd voor deze ene procent, komen zij ook nooit meer terug. Nieuwe mogelijkheden en gewoontes kosten tijd om geaccepteerd te worden, maar negatieve ervaringen kun je dan natuurlijk helemaal niet gebruiken. De klant blijft in het vervolg weg en je krijgt ook nog eens negatieve word of mouth "op de co-buy toe". En dan vervolgens als je in de problemen raakt als eerste je klanten in de kou laten staan om het vege lijf te redden getuigd ook niet van een lange termijnvisie.
O. Flowervalley
Heel mooi al die onderzoeken van Blauw, Multiscope en kornuiten, maar nu heb ik laatst zo'n onderzoek onder ogen gekregen. De populatie bedroeg 500 wat aan de lage kant is, maar goed, naarmate je verder leest in zo'n onderzoek stijgen je wenkbrauwen verder en verder. Er worden (dit is een voorbeeld!) op een gegeven moment uitspraken gedaan als 1% heeft ooit aan co-buying gedaan en dan kijk je naar de populatie en staat er n=41. BIZAR of niet. Voor mij geen onderzoeken meer van online onderzoeksprogramma. Populaties zijn te klein en niet representatief voor de hele internetcommunity. ( MIjn oma kan net mailen, maar die zie ik niet snel terug bij een of ander opinieplein, dat zijn alleen (excusez le mot) freaks en geeks.Wat ook om te lachen is is eens bij OpinionBar langsgaan. De vragen die ze daar stellen geven precies aan wat ze willen weten.Het gaat te ver om alles uit te schrijven en als ik dat zou doen zou het niet bij de Emerce staan maar in mijn scenario voor de slapstick van het jaar.Vertrouw op je intuitie dan zit je vaker goed.
Rijn Vogelaar
Graag wil ik reageren op het betoog van de heer Flowervalley. Het onderzoek van Blauw wordt in dit betoog namelijk ten onrechte bekritiseerd aan de hand van onderzoek van onze concullega's of aan de hand van onderzoeksvoorbeelden die dhr. Flowervalley zelf heeft verzonnen. Dit lijkt mij een wat ongefundeerde manier van kritiek leveren. Wanneer dhr Flowervalley spreekt over een onderzoek met een populatie van 500, neem ik aan dat hij een respons van 500 bedoelt (de populatie is de gehele groep waarover uitspraken worden gedaan, in dit geval internettend Nederland). Een onderzoek op n=500 is zeer goed statistisch te verantwoorden, zeker wanneer je uni-dimensionele uitspraken doet over bijvoorbeeld het al dan niet deelnemen aan iets als co-buying. Overigens was de n in het onderzoek van Blauw zelfs 948. De deelnemers van het onderzoek van Blauw zijn geselecteerd uit de research community van Blauw 'Opinieland'. In deze community bevinden zich mensen van allerlei leeftijden en met allerlei achtergrondkenmerken. De onderzoeksresulaten worden daarnaast gewogen naar demografische gegevens uit telefonisch onderzoek. Om even een vergelijking te geven. De partner van Blauw in VS Harris Interactive heeft tijdens de Amerikaanse presidentskandidaat verkiezingen 96% van de uitslagen goed voorspeld aan de hand van onderzoek uit een vergelijkbare community. Iets dat met een telefonisch poll nog nooit is gelukt! Ik hoop daarom dat dhr Flowervalley zich in de toekomst wat beter in de materie zal verdiepen voordat hij wederom dergelijk ongefundeerd commentaar naar buiten brengt. Zeker op een moment dat een online onderzoek zo parallel loopt met de empirie.