Interpol koopt Nijmeegs rekenmodel voor slachtofferidentificatie

De internationale politieorganisatie Interpol gaat de komende jaren gebruik maken van Nijmeegse software voor het identificeren van slachtoffers van grote rampen. De software – Bonaparte – is ontwikkeld door de Radboud spin-off Smart Research in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

Smart Research en Interpol hebben een vijfjarig contract getekend voor het gebruik van de Bonaparte-software. Deze software stelt Interpol in staat om lidstaten te ondersteunen bij de identificatie van vermiste personen.

 

De Bonaparte-software

De Bonaparte-software is oorspronkelijk ontwikkeld voor grootschalige slachtofferidentificatie, met als doel Nederland in staat stellen om slachtoffers van grootschalige rampen te identificeren. De software kan naast het identificeren van slachtoffers ingezet worden voor verwantschapsonderzoek en identificatie van vermiste personen.

De resultaten tot nu toe

Het NFI heeft de Bonaparte-software onder meer gebruikt bij de identificatie van de slachtoffers van de vliegtuigrampen in Tripoli (2010) en Oekraïne MH17 (2014). Daarnaast is met behulp van de Bonaparte-software de Vaatstrazaak (2012) opgelost en is de serieaanrander in Utrecht opgespoord (2014). Ook is de software ingezet bij onderzoek naar de slachtoffers van de Watersnoodramp.

Napoleon

Bonaparte berekent pijlsnel de kans op een verwantschap tussen DNA-profielen van slachtoffers en hun familieleden. Het kreeg de naam Bonaparte omdat het – vergelijkbaar met Napoleon die in zijn tijd iedereen een achternaam gaf – ervoor zorgt dat onbekende slachtoffers hun naam terug krijgen (zie ook het artikel op Voxweb).