[Podcast] Doorzetters met Oos Kesbeke: ‘Ik rende gillend de fabriek uit’
Toen Oos Kesbeke begin twintig was, rende hij gillend de fabriek uit. Letterlijk. Hij vertelt over de oorlog met zijn vader, augurken als (export)product en waarom groei niet heilig is
De spanning tussen Kesbeke en zijn vader, die het Amsterdamse familiebedrijf Kesbeke Fijne Tafelzuren leidde, liep zo hoog op dat een verzoening pas een jaar later volgde. “Ik heb een derde wereldoorlog uitgevochten met mijn vader,” zegt hij nu, decennia later, nuchter maar niet zonder emotie: “we hebben elkaar een jaar niet gesproken. Maar vanaf het moment dat we het bijlegden, werd hij mijn beste vriend”.
Oos Kesbeke (58), algemeen directeur van Kesbeke, leidt het familiebedrijf dat al sinds 1948 augurken, zilveruitjes en tafelzuur produceert. Hij is de derde generatie, en misschien wel de meest zichtbare. Sinds de start van zijn eigen realityserie De Augurkenkoning op RTL5 – inmiddels gepromoveerd naar RTL4 – is hij uitgegroeid tot een bekende Nederlander. Maar zijn ondernemersreis begon in een fabriek waar vooruitgang vaak op botsingen stuitte.
Botsingen met het verleden
De grote breuk met zijn vader draaide om verandering: “Mijn vader was streng, trots, van de oude stempel. Als het goed ging, hoefde er niks te veranderen. Maar ik wilde het bedrijf moderniseren”. Automatisering was volgens Kesbeke onvermijdelijk, bijvoorbeeld bij het opstapelen van blikken. “We deden dat allemaal met de hand. Ik zei: ‘Pa, dit kan echt niet meer.’ Hij vond me gek. Toen ik tóch een machine kocht, kwam hij een half jaar niet meer in de fabriek”.
De spanningen waren niet alleen zakelijk. Alles wat misging, kreeg Kesbeke op zijn bordje: “Tot in het extreme aan toe”. De woede, het gevoel vast te zitten in traditie, leidde uiteindelijk tot zijn tijdelijke vertrek: “Op dat moment dacht ik: dit gaat nooit meer goed komen”.
Maar het kwam goed. Met hulp van zijn moeder – “die altijd tussen ons in zat” – werd het contact hersteld. Ze werkten nog zeker tien jaar samen: “Hij heeft me leren werken. Hij heeft me gevormd. Maar het heeft me ook pijn gedaan”.
Van fabriek naar fenomeen
Toen Kesbeke het bedrijf uiteindelijk volledig overnam, begon hij met moderniseren op zijn eigen voorwaarden. Geen private labels, wel innovatie met behoud van ambacht. En altijd herkenbaar: “We willen geen massaproductie zonder ziel. Onze potten moeten gewoon vol zitten. Geen gedoe over tien gram extra ui”.
Wat volgde was niet alleen een logistieke revolutie, maar ook een marketingtransformatie. De realityserie, die begon als een kijkje in de fabriek, groeide uit tot een merkversterker van formaat: “Het was niet gepland. We wilden alleen laten zien hoe we werken, maar het werd een hit”.
De serie zorgde niet alleen voor meer zichtbaarheid, maar ook voor meetbare impact: “We hebben echt een boost gezien. Specifieke klantgroepen groeiden enorm”. De kracht van televisie bleek onverwacht groot: “Het was nooit het doel, maar het werkt. En het mooiste is: we krijgen nauwelijks negatieve reacties”.
Tussen verlies en verantwoordelijkheid
Die zichtbaarheid komt met een prijs. De augurkenkoning is zelden onherkenbaar op straat. Maar persoonlijk heeft Kesbeke grotere uitdagingen gekend. Zijn vrouw Marcella overleed op 36-jarige leeftijd aan kanker: “In het begin zeiden de artsen: zes maanden. Het werden twee jaar. Tot op een avond de pijn terugkwam, en het snel voorbij was”.
De dansschool van Marcella runt hij nog steeds als eerbetoon: “Ik werkte toen overdag in de fabriek en gaf ’s avonds dansles of stond achter de bar. Na haar overlijden dacht ik: dit moet anders. Maar na drie maanden zat ik alweer in hetzelfde ritme. Het zit in je”.
Ook de dood van zijn goede vriend en topchef Jonnie Boer greep hem diep aan: “Hij was een maatje. We hadden dagelijks contact. Zijn overlijden kwam als een mokerslag”. Toch blijft Kesbeke doorgaan, mede uit verantwoordelijkheidsgevoel: “Ik voel me nog steeds schuldig als ik de deur uitloop terwijl mijn jongens hard aan het werk zijn”.
Grenzen aan groei
Ondanks het succes kiest Kesbeke bewust voor beheersbaarheid: “Ik zie ondernemers die groter, groter, groter willen. En dan vallen ze om. Ik wil een leuk team, beheersbare processen en kwaliteit. We draaien in één shift, leveren aan bijna alle supermarkten in Nederland, en dat is goed zo”.
Op de vraag of hij de internationale markt op wil, reageert hij terughoudend: “We exporteren al naar het Midden-Oosten. In het hoogste gebouw van Dubai staan onze potten. Maar Duitsland of Amerika? Waarom zou ik ver zoeken als het dichtbij ook goed gaat?”.
Innovaties zijn er nog steeds, maar alleen als ze bij het merk passen. Gemberthee in pot, een samenwerking met Katja Schuurman voor zure matten, en een limited edition ter ere van 750 jaar Amsterdam: “Alles wat we doen, moet kloppen met ons DNA”.
Drie lessen van Oos Kesbeke:
- Bots met respect – “Zonder conflict was ik nooit geworden wie ik nu ben. Maar je moet bereid zijn weer naar elkaar toe te groeien.”
- Groei moet passen – “Groter worden is geen doel. Het moet beheersbaar en leuk blijven.”
- Ondernemen is emotie – “Of het nou familie is, personeel of klanten: je moet het voelen, anders hou je het niet vol.”
Hij weet het nog goed: de eerste keer dat hij tegen een grote supermarkt zei dat ze hun bestelling konden vergeten: “Ik zei: ‘als het zo moet, gooi ik het liever in de Amstel’.” En hij meende het. Want achter elk potje augurk zit bij Kesbeke geen spreadsheet, maar een verhaal. Een verhaal dat begon met een schreeuw in de fabriek.
Bekijk het interview op YouTube, luister via Spotify, via Apple Podcast, of scan de QR-code.
Over de auteur: Ruud Hendriks is oprichter van de Doorzetters-podcast.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond