45 miljoen voor technostarters

Het ministerie van Economische Zaken trekt 45 miljoen euro uit voor startende technologiebedrijven. Het ministerie wil hiermee de ontwikkeling van innovatieve technologie in Nederland stimuleren en het aantal nieuwe bedrijven op dit gebied sterk laten stijgen. Nederland presteert volgens het ministerie momenteel onder het Europees gemiddelde.
Universiteiten, hogescholen en andere publieke onderzoeksinstellingen kunnen de komende drie maanden plannen indienen bij Senter , de organisatie die namens het ministerie subsidieregelingen uitvoert. De bedoeling is dat onderwijs- en onderzoeksinstellingen de technostarters gaan ondersteunen bij het opzetten van een bedrijf.
De plannen die goedgekeurd worden kunnen rekenen op een investering van maximaal 5 miljoen euro. In totaal heeft het ministerie voor de komende twee jaar 45 miljoen euro gereserveerd voor technostarters.
Het geld wordt gegeven aan de onderwijs- of onderzoeksinstelling, die ermee huisvesting kan financieren voor het startende bedrijf, speciale apparatuur voor de starter kan aanschaffen en tevens hulp kan bieden bij ondermeer het opstellen van een bedrijfsplan. De instellingen kunnen rekenen op een subsidie van maximaal vijftig procent van de projectkosten. Hiermee zullen ook andere partijen gaan bijdragen aan het project, is de verwachting.
In 1999 waren er volgens het ministerie ongeveer 1100 startende technologiebedrijven, inclusief de starters binnen life sciences (biotechnologie) en ict. Met de nieuwe investering dient dit volgend jaar gegroeid te zijn met vijftig procent, tot een aantal van 1650 bedrijven. Gekeken naar het aantal startende technologiebedrijven scoort Nederland volgens het ministerie onder het Europees gemiddelde. Knelpunten zijn ondermeer de beschikbaarheid van financiering en begeleiding van de starters.
Technostarters kunnen bijdragen aan een "snelle verspreiding van nieuwe technolgische kennis binnen en tussen bedrijfstakken", bovendien zijn ze goed voor "de versterking van het innovatievermogen", aldus het ministerie.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond