“Albert nog te weinig multichannel”

Het sluiten van een distributiecentrum door Albert wordt door de buitenwereld voornamelijk gezien als een maatregel om op kosten te bezuinigen. Concurrent MaxFoodmarket is verbaasd over de sluiting, het ziet in die regio juist veel potentie en verwacht dat online verkoop de komende vijf jaar sterker zal groeien. Explainer DC zegt dat het ontbreekt aan daadwerkelijke multichannel uitwerking bij Ahold.

Albert maakte bekend dat het een van de drie distributiecentra, in Beverwijk, per 1 januari gaat sluiten voor meer "efficiency". De twee overige distributiecentra nemen de taken over, klanten in de regio rond Beverwijk blijven ook bediend worden, maar dan vanuit de Meern of Rotterdam. Tachtig medewerkers verliezen hun baan, ze zullen volgens Albert elders binnen Ahold ondergebracht worden.

Het Retail Management Centre ziet de sluiting van het distributiecentrum als een methode om op kosten te besparen. Senior analist Peter Paul Kleinbussink: " Albert is een duur distributiemiddel voor de goederen die er aangeboden worden. Alleen als je een hoog volume weet af te zetten kun je daar winst mee maken. Als dat niet direct lukt ga je bekijken waar op kosten is te besparen."

"Albert is op de goede weg, maar het kost nog geld", zegt Kleinbussink, die de indruk heeft dat er lovend over Albert wordt gepraat, maar dat dit in geen verhouding staat tot het aantal mensen dat er gebruik van maakt. "Albert heeft een substantieel marktaandeel nodig om winstgevend te kunnen worden, dat betekent een zaak voor middellange of lange termijn. Op lange termijn heeft dit best wel potentie." Het verbaast hem echter niet dat Albert ingrijpt. "Drie locaties met voorraad en pikkers (mensen die de mandjes vullen, JH) is een kostbare zaak."

Kleinbussink pleit voor een koppeling tussen Albert en de winkels. "Je ziet dat bijvoorbeeld nu ook met de wens om vakanties aan te bieden, daarvoor gebruikt Albert Heijn ook de winkels." Kleinbussink verwijst naar C1000, waar het model van een koppeling met de winkel wel goed zou werken. "Op regionaal niveau verzorgt een winkel van C1000 bij lokale klanten de boodschappen, tegen lage kosten."

Broekriem
"Ik denk dat het een kwestie is van de broekriem aanhalen", zegt Ronnie Overgoor, directeur van Explainer DC , dat vorig jaar samen met Twynstra Gudde een studie publiceerde over supermarkten en internet. "Het moet niet gezien worden als 'wederom een mislukt project'. Het is een zaak van lange adem om binnen een bedrijf een multichannel strategie in te voeren. Het zal in dit geval rond de tien jaar gaan duren."

"Het probleem bij Albert is dat er niet daadwerkelijk sprake is van een multichannel aanpak. De afstemming van aanbiedingen in de winkel en op het web, daar ontbreekt het bijvoorbeeld nog aan. Bovendien denk ik dat ze meer moeten inzetten op het leveren van zware goederen en producten voor grootverbruik, waarbij de winkel meer de plek is voor versgoederen."

Wankelt het model van de online supermarkt niet (wederom) een beetje? "Daar ben ik het niet mee eens", zegt Overgoor. "Het is een genot om op die manier je producten te kunnen bestellen." Zelf kocht Overgoor bij Maxfoodmarket, tot hij verhuisde en alleen nog bediend kon worden door Albert. "Dat is een ander belangrijk probleem van Albert. Het is stinkend duur."

Maxfoodmarket
Dick Groot, directeur van MaxFoodmarket , zegt dat in de regio waarin Albert nu het distributiecentrum gaat sluiten, "de groei, evenals in de andere twee regio's, naar verwachting gaat". Om enige indruk te geven van de verkoop meldt Groot dat er momenteel 74 wagens rijden en er – zowel fulltime als parttime – nu 390 mensen bij het bedrijf actief zijn. "Ik had begrepen dat Albert enkele honderden klanten per week erbij krijgt. Dat ligt gelijk met ons." Dat het vervolgens bij Albert beneden prognose ligt, zoals het bedrijf meldde, en MaxFoodmarket zich er tevreden mee stelt, komt volgens Groot omdat MaxFoodmarket bescheidener verwachtingen had over de groei van het klantenbestand.

Een belangrijk verschil tussen MaxFoodmarket en Albert is het aantal distributiecentra per regio, zegt Groot. Maxfoodmarket hanteert een kleinere regio per centrum. "Dat maakt het goedkoper om zo'n centrum te vestigen en betekent dat klanten sneller bediend kunnen worden." Een nieuwe regio waar MaxFoodmarket zich wil vestigen is Rotterdam. Plannen daarvoor zijn echter wat op de lange termijn geschoven, zegt Groot. Hij stelt dat er minder haast geboden is. "De druk is wat van de ketel. Twee jaar geleden was er nog het risico van nieuwe toetreders tot de markt (voor online bestellen, JH), maar dat is nu aanzienlijk minder. Onder meer door de problemen bij Laurus."

Een ander verschil is dat MaxFoodmarket niet gebonden is aan de belangen van winkels, iets waar Albert wel rekening mee dient te houden. Volgens Groot zorgt dit ook ervoor dat er op concern-niveau "strategische beslissingen" genomen worden die mogelijk minder gunstig uitpakken voor Albert. "Maar ik denk wel dat ze de tijd krijgen." MaxFoodmarket ziet de markt voor online bestellen van levensmiddelen ook "sterker groeien in de komende vijf jaar", zegt Groot. Hij baseert zich hierbij op de afnemende angst onder mensen om online te kopen en de groei van het eigen klantenbestand. "Onze ervaring is dat de meeste klanten zich aanmelden na mond-tot-mond reclame. Dat zal alleen maar toenemen naarmate het klantenbestand groter wordt."