Benelux branchevereniging game-ontwikkelaars opgericht
Ruim 30 bedrijven die computerspellen ontwikkelen, kwamen gisteren bijeen voor de eerste vergadering van Bgin, de branchevereniging voor ontwikkelaars uit de Benelux. De organisatie wil een front kunnen maken richting overheden, bedrijfsleven en financiële instellingen om lokaal en in Europa de groei van de snel opkomende game-industrie te stimuleren.
"Ontwikkelaars waren onbereikbaar voor overheden en bedrijven. Nu zijn we zichtbaar. De game-industrie is een van de snelst groeiende bedrijfstakken in Europa op dit moment. Maar globalisatie en stijgende productiekosten vormen een uitdaging. Geografisch zijn we misschien klein, maar in productie en kwaliteit zijn we groot". Zo klonken gisteren de moedige woorden van Alexander Fernandez, een van de initiatiefnemers van branchevereniging Bgin en mede-eigenaar van Streamline Studios, een studio met 70 medewerkers.
In het stadhuis van vond Amersfoort de eerste, besloten, vergadering plaats van leden en belangstellenden. Niet enkel spelontwikkelaars, maar ook het Ministerie van Economische Zaken, TNO, NVPI, Buma Cultuur en verscheidene onderwijsinstellingen gaven acte de presence en toonden hun belangstelling.
De website van de nieuwe organisatie, Bgin.org, moet een centraal punt worden voor leden en belangstellende organisaties om kennis uit te wisselen. De vereniging helpt startende bedrijven met bijvoorbeeld financieringsvraagstukken maar laat leden ook actief kennis uitwisselen. Ze gaan elkaar vertellen wat wel en niet werkt. "Om te voorkomen dat anderen dezelfde, soms miljoenen euro's kostende, fouten maken", aldus Fernandez. "Het ontwikkelen van een spel kost tegenwoordig makkelijk ergens tussen de 7 en 20 miljoen euro aan productie- en marketingkosten."
Bgin sluit zich ook aan bij zijn Europese pendant EGDF en tracht via die weg ook op Europees niveau te lobby'en. Fernandez: "Nu gebeurt dat nog overwegend door de tv-industrie." De lobby-activiteiten richten zich ondermeer op zaken als financiering en onderwijs van aankomende ontwikkelaars. Ook zoekt men aansluiting tot kennisinstellingen: "Er vindt in Europa bijzonder veel onderzoek plaats. Maar die kennis gaat veelal verloren als een onderzoek klaar is. Onder meer via onze website willen we die kennis overbrengen aan de leden."
Een medewerkster van de Hogeschool van Amsterdam: "Het grootste probleem is onderwijzers vinden." Een MBO-school: "Wij willen graag weten welk kennisniveau onze scholieren minimaal moeten hebben om door te stromen naar het HBO of naar het bedrijfsleven." TNO toonde belangstelling om via Bgin.org kennis te delen met de Benelux-industrie. Het Ministerie van Economische Zaken achtte het positief dat er nu een centraal aanspreekpunt is voor de jonge branche.
Volgens Seth van der Meer, voorzitter van de Stichting Nederlandse Gamedagen (NLGD) en directeur van Sandfire.nl, onderscheiden Nederlandse spelontwikkelaars zich van buitenlandse concurrenten in een aantal aspecten. "Wij zijn goed in het bedenken van nieuwe spelformats en -concepten. Nederlanders zijn vrijdenkers. Ze gaan niet per definitie mee in de geldende opvattingen bij het maken van een game. En de lokale markt is grafisch erg sterk, in het bijzonder met het ontwerpen van architectuur in spellen."
Het bestuur van Bgin is in België en Nederland op zoek naar financiering. Ze hoopt 40 procent van de dit jaar benodigde 200.000 à 300.000 euro te verkrijgen via subsidies, de resterende 60 procent uit exploitatie. Naarmate de organisatie groter wordt, zal ook de financieringsbehoefte gestaag oplopen tot circa een half miljoen euro.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond