Deel dit artikel
-

CDA: innovatie-achterstand vooral bij MKB

De innovatie-achterstand ligt in Nederland vooral bij het MKB. Dat stelt het CDA. De christen-democraten willen dat vooral veranderen door vereenvoudiging van de regelgeving en het instellen van innovatieclusters. Dit is de laatste aflevering van een serie waarbij Emerce tot aan de Tweede Kamer-verkiezingen dagelijks een partij ondervroeg over haar plannen voor ICT en kenniseconomie

Over de rol van de overheid bij innovatie-activiteiten zijn de christen-democraten duidelijk. De overheid moet hierbij voor het CDA in de eerste plaats initiator en katalysator en niet financier of exploitant worden. Daarom moet het subsidie-instrumentarium van Economische Zaken een 'herijking' ondergaan, denkt de partij. "De regelgeving moet fors vereenvoudigd", zo legt CDA-kamerlid Jos Hessels . uit. "Daarom heb ik in de Kamer voorgesteld dat de overheid de regels voor innovatiesubsidie, nu nog zo'n 65 in getal, terugbrengt tot zes."

Daarnaast bepleiten de christen-democraten de invoering van innovatieclusters. Door clustering kunnen kleine en middelgrote bedrijven voorrang krijgen bij het toekennen van subsidies en gezamenlijke kennis ontwikkelen, onder meer door gebruik te maken van onbenutte R&D-ruimte van grotere bedrijven, zo redeneert het CDA .

Juist het MKB moet volgens Hessels een 'innovatie-inhaalslag' maken. Tijdens een EU-top in Lissabon is afgesproken dat de lidstaten elk drie procent van het bbp aan innovatie zullen uitgeven, waarvan twee procent door het bedrijfsleven en de rest door de overheid. Bedoeling is dat de EU voor 2010 de "meest dynamische, concurrerende en duurzame kenniseconomie ter wereld" wordt. Maar in ons land loopt vooral het bedrijfsleven – en dan met name het MKB – bij deze beoogde bbp-percentages achter.

Daarnaast is volgens het CDA veel meer grensoverschrijdende samenwerking nodig tussen de universiteiten en kennisinstellingen onderling en met het bedrijfsleven. Hessels noemt als voorbeeld de zuidelijke universiteiten. Hessels: "Er wordt nog veel te weinig samengewerkt tussen relatief dicht bij elkaar gelegen universiteiten als die van Maastricht, Hasselt, Leuven en Aken. Die laatste heeft de grootste Technische Universiteit van Europa, maar heeft veel te weinig contact met het Nederlands bedrijfsleven."

Hessels vindt ICT "vooral een middel ter ondersteunig van wat wij produceren". Hij gelooft dan ook niet in de veelgehoorde tegenstelling tussen Nederland Distributieland en een kenniseconomie. "Door de kenniseconomie neemt de mobiliteit en daarmee de behoefte aan transport alleen maar toe", meent Hessels. De Limburgse politicus wijst er bovendien op dat juist industriële bedrijven als DSM voorop lopen op het gebied van innovatie.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond