Deel dit artikel
-

“De wereld wordt er heus niet beter op als je ergens een pc neerzet”

Craig Mundie is vice president van Advanced Strategies van Microsoft en de rechterhand van topman Bill Gates. Hij is verantwoordelijk voor de internet-activiteiten van het softwarebedrijf, waaronder het ambitieuze dotnet-project, dat als een besturingssysteem voor het internet wordt gezien. Na afloop van de Economische Top in Davos was Mundie even in Nederland.

Ook Microsoft lijkt zich niet te kunnen onttrekken aan de economische malaise die zich nu vooral in de Verenigde Staten aftekent. Hoe gaat een bedrijf dat gewend is aan groeiende markten daar eigenlijk mee om?

"Bill Gates heeft twee jaar geleden al eens gezegd dat de markt oververhit was en dat met name beursgenoteerde internetbedrijven veel te hoog gewaardeerd waren. Op zich verandert dat natuurlijk niets aan marktpotentie van producten en diensten. Zo'n consolidatie als we nu meemaken in de dotcom wereld is helemaal niet zo uitzonderlijk. Honderd jaar geleden waren er in de VS alleen al duizenden autofabrikanten, en daar zijn er maar een paar van overgebleven. Twintig jaar terug had je 4000 bedrijven die minicomputers ontwikkelden en daar was evenmin plaats voor. Elke keer als er iets nieuws wordt ontwikkeld heb je te maken met proliferatie, gevolgd door fragmentatie en consolidatie. Ik zie niet hoe een markteconomie anders zou kunnen functioneren. In de Verenigde Staten verlopen dit soort processen veel sneller dan elders omdat daar veel meer risicokapitaal beschikbaar is."

Het gevolg is wel dat goede ideeën nu minder snel gefinancierd zullen worden.

"Ja, in een opgaande markt komen naast slechte ook goede ideeën tot bloei, maar in een overvolle markt kun je moeilijk overleven omdat de marges te laag zijn."

Microsoft heeft zelf van de dotcom opleving geprofiteerd door startende bedrijven over te nemen. Nu bent u voor innovaties weer op eigen R&D aangewezen.

"Microsoft verschaft in principe geen risicokapitaal aan startende bedrijven; wij hebben alleen geïnvesteerd in strategische partners. Het voordeel van eigen R&D is dat je zelf eigenaar blijft van je vindingen. Aan de andere kant dwong de concurrentie ons de afgelopen jaren onze strategie flink aan te scherpen en zelfs volledig te herzien."

Maakt u zich zorgen over de instortende verkopen van pc's?

"De verkopen lopen terug, maar van negatieve groei is geen sprake. En dan nog: van pc's worden jaarlijks 100 miljoen exemplaren verkocht. Ik ken geen ander product dat even populair is. Verkoopgolven zijn altijd gerelateerd aan nieuwe ontwikkelingen. De eerste computers hadden geen harde schijf, geen netwerkaansluiting en geen multimediamogelijkheden, die zijn er gaandeweg aan toegevoegd en daarom werden oude pc's door nieuwe vervangen. De laatste vijf jaar heeft internet voor stijgende verkopen gezorgd. En nu staan we aan de vooravond van weer een volgende revolutie. Persoonlijk denk ik dat het de tablet pc gaat worden: een computer zonder toetsenbord die je handschrift herkent."

Een oud idee overigens.

"Veel innovaties zijn dat. Met interactieve televisie experimenteerde men twee jaar geleden al in Queens in New York en het begint nu pas een beetje van de grond te komen. Science-fiction schrijvers zijn fabrikanten meestal jaren voor. Bepaalde technieken hebben nu eenmaal tijd nodig om te rijpen. Wij waren jaren geleden ook al met de Pen PC bezig en daar is onder meer Pocket PC uit voortgekomen, het besturingssysteem voor zakcomputers. De Tablet PC is technisch alleen stukken geavanceerder: het is net alsof je op papier schrijft, maar dan met elektronische inkt. Een andere technologie die de verkoop van pc's zal stimuleren is spraakherkenning."

En het internet?

"De beleving van internet is nu nog erg verbonden met pc's en browsers, maar dat gaat veranderen. De pc wordt een mediaserver die allerlei huishoudelijke apparaten met elkaar verbindt, van spelcomputers tot de stereo-installatie. We krijgen ook meerdere netwerken in huis. Een deel van de communicatie zal draadloos verlopen, een ander deel via de telefoonlijn of het elektriciteitsnet."

Verdwijnt de pc zoals we die nu kennen daarmee naar de achtergrond?

"Ja en nee. In zijn rol als server zal de toekomstige computer vermoedelijk niet veel groter zijn dan een koffiepot, maar toch enorm veel gegevens kunnen opslaan. Communiceren met de pc doen we straks via platte beeldschermen in de keuken of de koelkast. Sommige van deze schermen worden wellicht alleen voor deeltaken gebruikt."

Met het oog op dit soort slimme apparaten investeert Microsoft in het zogenoemde .NET concept, een soort besturingssysteem voor het internet.

"Het voordeel van .NET is dat informatie zo kan worden aangepast dat het via uiteenlopende apparaten kan worden aangeboden. Dat is nu nog erg moeilijk, zeker voor apparaten die incidenteel aan het net worden gekoppeld. Het .NET concept is voortgekomen uit onze ervaringen met diensten als MSN en Hotmail. Het voordeel voor ontwikkelaars is dat ze hun applicaties zonder aanpassingen naar andere omgevingen kunnen migreren."

Leidt de .NET strategie straks niet tot een soort ASP-model, waarbij diensten en programma's alleen nog online toegankelijk zullen zijn?

"Elk softwareproduct krijgt in de toekomst een dienstencomponent, maar ASP vind ik een ander uiterste. Het internet is nu nog een uitgeefconcept, waarbij gebruikers pagina's lezen op een beeldscherm. ASP borduurt daar in zekere zin op voort: je kunt immers een tekstverwerker of een rekenprogramma vanaf een andere computer benaderen. Daarmee keer je terug naar de tijd van domme terminals, van time sharing. Vergeet niet dat internet-applicaties tot nu toe hoofdzakelijk zijn ontwikkeld door vormgevers, niet door programmeurs. We moeten af van het idee dat alles zich afspeelt binnen het browservenster. In de toekomst gaat mijn programma met jouw programma praten. Als je bepaalde informatie zoekt wordt die informatie voor jou verzameld. Napster is daar eigenlijk al een voorbeeld van. Zo'n aanpak heeft wel consequenties. Want als webpagina's webdiensten worden, zullen advertentiemodellen niet meer werken. Ik denk niet dat we over een aantal jaren nog echt zullen gaan bladeren door het web."

Er blijven twijfels bestaan over de openheid van .NET netwerk. Men ziet het toch weer als een besturingssysteem dat door één bedrijf gecontroleerd wordt.

"We verplichten niemand om ervoor te programmeren, en eerlijk gezegd verwacht ik concurrentie op dit terrein. Wij hebben erg veel tijd en energie gestoken in servergebaseerde diensten voor consumenten en die kennis stoppen we nu in .NET."

Ligt de .NET strategie nog enigszins in het verlengde van wat Microsoft doet, dat geldt niet voor de spelcomputer Xbox die later dit jaar op de markt wordt gebracht. Wordt Microsoft een hardware bedrijf?

"Tot nu toe hebben we hooguit randapparatuur ontwikkeld, zoals toetsenborden en computermuizen. De spelindustrie zit heel anders in elkaar dan de pc-industrie. Fabrikanten verdienen niet zozeer aan de hardware, maar aan de games. In de pc-industrie wordt juist aan de hardware verdiend. Wij willen games naar een hoger niveau tillen, en dat kunnen we doen met een nieuw platform. We kunnen echter niet alle games zelf ontwikkelen. Andere spelproducenten zijn pas bereid om te investeren als ze de zekerheid hebben dat we de zaken serieus willen aanpakken. De ontwikkelingskosten van games zijn nu eenmaal enorm. Dus hebben we besloten om de Xbox zelf te ontwikkelen en te marketen, terwijl we dat vroeger aan andere fabrikanten zouden hebben overgelaten. Overigens is het nog steeds de bedoeling dat fabrikanten een licentie op het apparaat kunnen nemen."

Blijft het bij de Xbox of gaat Microsoft nog meer hardware ontwikkelen?

"Ik wil niets uitsluiten, maar het wordt zeker niet onze kernactiviteit."

Er dreigt al langere tijd een digitale tweedeling in de samenleving, tussen mensen die de beschikking hebben over de nieuwste middelen, en landen waar de informatierevolutie nog in zijn geheel niet is doorgedrongen. Wat moet er gebeuren om die kloof te dichten?

"Om te beginnen is het geen nieuw probleem. Zeventig procent van de wereldbevolking heeft nog nooit een telefoongesprek gevoerd. Bill (Gates) heeft eens gezegd dat het heel nobel is om pc's voor de derde wereld te produceren, maar als je maar weinig hebt om te besteden zijn er natuurlijk relevantere uitgaven dan een computer. Gates trekt zich het lot van die mensen overigens wel aan, want hij en zijn vrouw geven enorme bedragen aan hulpbehoevenden in de samenleving. Maar de informatierevolutie is geen panacee, de wereld wordt er heus niet beter op als je ergens een pc neerzet."

Toch lijkt een land als China juist te profiteren van de informatierevolutie. Het land gaat massaal online.

"Ik ben daar verschillende keren geweest, en als er ergens een digitale kloof is dan is het daar wel. In de grote steden aan de kust zie je volop pc's, maar ga je de binnenlanden in, dan hebben veel mensen nog niet eens een telefoon. China lijkt een enorme economische macht, maar het land sleept een enorme zware staart van armoe achter zich aan. Je zag ook een digitale kloof ontstaan toen in Japan iedereen naar Tokyo trok en de rest van het land achterbleef. En ga in de VS maar eens in New Jersey kijken. In de buurt van Bell Labs heeft iedereen een kabelmodem, maar in Newark zie je stedelijke verpaupering. Nieuwe uitvindingen maken het leven niet beter."

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond