Deel dit artikel
-

DNB: Thuiswonende tiener betaalt nog opmerkelijk vaak contant

Een groep jonge en vaak nog thuiswonende consumenten betaalt een kwart van hun bestedingen met contant geld. Dat blijkt uit onderzoek door De Nederlandsche Bank.

Het gemiddelde van 20,5 procent komt in de buurt van de percentages van de consumenten die ook erg loyaal zijn aan cash: een groep mensen van gemiddeld 67 jaar oud waarvan een relatief groot deel niet meer werkzaam is, goed voor een aandeel van 29 procent in het onderzoek van DNB. Bijna een derde van al hun bestedingen rekenden zij af met contant geld.

De affiniteit van ouderen met cash is dan weer geen verrassing. Zij zijn opgegroeid met contant geld en gebruiken het daarom vaak uit gewoonte, of omdat dit voor hen veiliger voelt. Jonge mensen daarentegen, zijn opgegroeid met schermen en pasjes en daarom was de verwachting dat zij nauwelijks nog binding hebben met munten en biljetten.

Dat dit toch een ander verhaal blijkt, hebben ze waarschijnlijk deels aan hun ouders te danken, zegt hij. Sommigen geven hun kinderen zakgeld contant. Daar komt bij dat deze jongeren meestal nog thuis wonen en weinig grote uitgaven hoeven te doen waarbij het afrekenen met contant geld als onpraktisch ervaren kan worden, zoals de weekboodschappen of de aanschaf van een koelkast.

Het gebruik van cash geld neemt in ons land wel af. Werd in 2013 nog gemiddeld 57 procent van de totale waarde aan kassa aankopen met brief- of muntgeld afgerekend, in 2022 was dat percentage gedaald naar 15 procent. Veiligheid, gebruiksgemak en snelheid zijn voor consumenten belangrijke redenen om geen contant geld meer te gebruiken.

Afgezien van een traditionele groep ouderen en de jonge thuiswonende consument, is er nog een bevolkingsgroep bovengemiddeld trouw aan cashgeld: stedelingen, vaak zonder kinderen, met een beperkt budget. Uit zijn onderzoek blijkt dat van iedere 100 euro die zij uitgeven, ze 30 euro met contant geld betalen.

Er zijn twee groepen die vooral bijdragen aan het krimpende gebruik van cash. Dat zijn de families met een middeninkomen en de hoogopgeleide stedelingen met een hoger inkomen. Samen vormen zij ruim de helft van alle door DNB onderzochte consumenten. Zij rekenen respectievelijk nog 14 en 10 procent van hun totale aankoopbedrag contant af, ruim onder het landelijk gemiddelde.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond