Helft Nederlanders ongemakkelijk met data delen
De helft van de Nederlandse internetgebruikers voelt zich ongemakkelijk met het delen van persoonlijke gegevens in ruil voor gratis diensten.
Veertig procent heeft er niet zo’n moeite mee. De meerderheid vindt het ook geen goed idee dat merken sociale netwerken gebruiken om mensen beter te leren kennen. Maar diezelfde groep internetters zegt ook meer te delen op social media dan ze eigenlijk willen.
Nieuwe resultaten uit de DDMA Privacy Monitor laten een duidelijk beeld zien. De helft van de Nederland deelt persoonlijke data op internet in de wetenschap dat ze daarmee toegang tot diensten krijgen. Dat gaat echter niet van harte. Het onderzoek zegt niets over de bereidwilligheid tot betalen om in meer private sferen online diensten te nuttigen.
Hoewel ze niet bij name worden genoemd behoren partijen als Facebook en Google tot de grootste datagraaiers. In ruil voor gratis diensten als YouTube, Gmail, Messenger en Instagram weten zij precies wie waar is en wat met wie wordt gedeeld. Hun algoritmes gaan zo ver dat ze eerder over persoonlijke ontwikkelingen weten van een gebruiker dan diens familie of vrienden.
De vraag naar de verantwoordelijkheid over het datadelen lijkt lastig. De 1.045 respondenten die eind vorig jaar werden ondervraagd leggen de eindverantwoordelijkheid het minst bij bedrijven. Opmerkelijk, aangezien deze groep juist het enthousiatst persoonsgegevens sprokkelt.
Als meest persoonlijke gegevens kwalificeert men zaken als vingerafdrukken (80%), financiële informatie (80%) en medische geschiedenis (78%). Minder persoonlijke gegevens vindt men naam (40%), e-mailadres (40%), geboortedatum (36%), relatiestatus en geloofsovertuiging (34%).
Foto: dragan (cc)
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond