Home Assistant moet ingezakte techmarkt redden

Spraakinterfaces lijken de trend te worden voor de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas dit jaar. Zowel Amazon als Google hebben zich op deze ontluikende markt gestort. Maar die markt wordt niet erg groot, denken experts.

LG stal gisteren op de persdag van de CES de show met aandoenlijke huisrobotjes. De compacte Hub Robot staat altijd voor je klaar en helpt met dagelijkse taken: hij kan muziek afspelen, een alarm instellen, herinneringen inplannen en notities maken, maar ook weersvoorspellingen of verkeersinformatie delen.

De Hub Robot, waarvan de prijs nog niet is geopenbaard, wordt nog menselijker door zijn natuurlijke bewegingen, zegt LG. Zo kan hij knikken met zijn hoofd om antwoord te geven op eenvoudige vragen.

Meest opvallend: De robots werken op basis van Amazon Alexa, het spraakhulpje dat vooral bekend is van de slimme luidspreker Echo. Amazon blijkt aardig wat licenties te hebben afgesloten voor deze technologie en laat daarmee Google achter zich. Die probeert zijn Google Assistant uit te venten.

Home Assistants moeten de ingezakte elektronicamarkt weer een nieuwe boost geven, want ook dit jaar voorziet marktonderzoeker Gartner nauwelijks groei voor de branche. De markt voor tablets, smartphones en pc’s is verzadigd. Tegelijkertijd waarschuwt Gartner voor al te hooggespannen verwachtingen: Home Assistants zijn zeker geen explosieve markt.

Niet alles dat slim pretendeert te zijn is namelijk ook echt slim. Hebben we echt sensoren nodig in een borstel (Hair Coach) die herkent wat voor soort haar de gebruiker heeft? Moeten we echt app en de afstandsbediening gebruiken waarmee we alvast de douche kunnen aanzetten voordat we ook maar een been uit bed hebben gezet? Hebben we echt een robot nodig om het weer te voorspellen of de krant voor te lezen?

Buiten de Home Assistants laat CES tot dusverre eerlijk gezegd maar weinig echt nieuwe trends zien. Het is meer van hetzelfde: VR, zelfsturende auto’s en OLED televisies met de meest exotische processortechnologie.

Het zijn in elk geval gouden tijden voor chipfabrikanten. Het maakt niet uit wat aanslaat, er zit altijd wel ergens een chip in. Qualcomm, tegenwoordig eigenaar van het Nederlandse NXP, heeft al meer dan 1 miljard chips verscheept voor de Internet of Things, zo maakte het Amerikaanse bedrijf bekend.

De chips worden in uiteenlopende apparaten gebruikt, van televisies tot sensoren. De Snapdragon processor zit alleen al in tachtig procent van alle Android Wear horloges, aldus Qualcomm. Ook wil het bedrijf zich meer richten op de auto-industrie. De Snapdragon 820A processor wordt reeds door Volkswagen gebruikt.

Qualcomm kondigde de Snapdragon 835-chipset aan die zowel in luxe smartphones als VR headsets gebruikt zal worden. Saillant detail is dat de chipset eigenlijk door Samsung is gemaakt.

Bij Intel draait alles om de Kaby Lake chip, de alweer zevende generatie, waarvan de minder krachtige varianten vorig jaar al zijn verschenen. De opvolger van Skylake betekent geen enorme revolutie, maar Intel claimt dat de chip beter is afgestemd op het gebruik van VR en 4K content, waardoor de batterij in laptops kan worden bespaard.

Maar zelfs Intel wil wel eens wat anders: CEO Brian Krzanich kondigde deze week aan dat de eerste draadloze VR headset van Intel nog voor het einde van het jaar in de winkels moet liggen.

CES opent vandaag om 19.00 uur Nederlandse tijd de deuren voor de vakhandel.