Deel dit artikel
-

‘Ik heb de wisdom of crowds verkeerd ingeschat’

Na het mislukte avontuur van Sellaband, bleef Pim Betist (32) geloven in crowdfunding. De fouten die toen zijn gemaakt kan hij nu vermijden en hij gelooft heilig in het slagen van Africa Unsigned, zijn nieuwe geesteskind. “Ik denk dat het tien jaar kost om ergens echt goed in te worden, dus ik ben nu op de helft.”

"Misschien ben ik wel een wetenschapper," bedenkt Pim Betist zich halverwege het gesprek. "Ik wil gewoon weten of crowdfunding werkt, en hóe het werkt." Het is in elk geval opvallend dat hij, voordat hij Sellaband startte, niets van de muziekindustrie afwist, en nog nooit in Afrika was geweest voordat hij het idee vormde om onbekende Afrikaanse muzikanten een podium te geven.

Het grote, lichte café van het Muziekgebouw aan het IJ kijkt uit op het kantoor van Africa Unsigned, waar nu vier mensen werken. Zelf woont Betist sinds kort niet meer in Amsterdam, maar op een woonboot in Vinkeveen. Zijn opa van 90 kon er niet meer wonen. Trots laat hij een foto van het uitzicht zien. En van de oude platencollectie die hij ontdekte in het vooronder. Muziek is nog steeds zijn passie, maar de tijd dat mensen deze fysiek in hun bezit hebben, is volgens Betist voorbij.

Het idee voor Africa Unsigned ontstond in augustus 2008, twee jaar na de lancering van Sellaband. "Ik wilde me even bezinnen; na de investering van Prime Technology Ventures was er veel veranderd. Ik zat samen met een vriend in een taxi op Jamaica toen de taxichauffeur begon te zingen. Dat klonk erg goed en ik vroeg of hij zich wilde aanmelden voor Sellaband. Maar hij legde uit dat hij geen opnames kon maken, omdat hij geen apparatuur en ook geen internettoegang had. Toen realiseerde ik me dat dat voor heel veel mensen in de wereld geldt."

Hij verliet Sellaband en besloot zich te richten op Afrika, waar nauwelijks platenmaatschappijen zijn, terwijl er een blue ocean aan onontdekte artiesten is, volgens Betist. Hij besloot een ‘angel’-ronde te maken voor financiering. "Zo kwam ik in contact met Droomzaken en dat klikte erg goed. Deze jongens hebben mij echt rijker gemaakt in kennis en inzichten"

Het netwerk breidde zich snel uit en Betist stuurde diverse scouts op pad door heel Afrika om muziektalent te vinden. Zij verzamelden honderden demo’s en Betist liet deze tijdens feesten in Amsterdam horen. Een team van experts koos de 15 beste artiesten per land en deze kwamen op de website.

"Wat ik bij Sellaband verkeerd heb ingeschat is de wisdom of crowds. Ik dacht dat de liefhebbers zelf het filter zouden kunnen zijn. Maar er kwamen tienduizenden bands binnen, die allemaal dachten dat ze 50.000 dollar konden ophalen, terwijl maar een heel klein percentage daarin slaagt. En zelfs dat deel werd door de muziekkenners niet als goed genoeg beschouwd. Er miste dus een filter."

Daarnaast is ook het businessmodel anders dan bij Sellaband. De ‘supporters’ kunnen hun artiest online steunen, maar ook via sms. "Je kunt al meedoen vanaf één dollar", legt Betist uit. "Als je steunt via sms, krijg je gelijk een ringtone." Een artiest moet 10.000 dollar bij elkaar krijgen. "De helft daarvan gaat naar promotie, 2,5 naar het produceren van muzieken 2,5 naar ons. Omdat wij echt toegevoegde waarde bieden, kunnen we ook meer geld vragen."

Een ander verschil was dat Betist geen cd’s meer wilde maken, maar alleen digitale muziek, op trackniveau. "Dat maakt de prijsstelling al anders, bovendien hebben de meeste beginnende bands niet genoeg materiaal voor een hele cd."

De aanpak is dus wezenlijk anders. "Ik heb van de fouten geleerd en wil bewijzen dat crowdfunding kan werken. Het heeft allemaal wat langer geduurd, maar de basis is nu goed. We gaan op 24 juni uit bèta, terwijl ik al anderhalf jaar bezig ben. Pas dan ga ik rumour around the brand creëren."

Africa Unsigned richt zich op de diaspora, dus Afrikanen die elders in Europa wonen en gewend zijn om geld over te maken naar hun familie. Betist gelooft niet dat de hype van Afrikaanse muziek voorbij is. "Ik denk dat de perceptie heel anders is dan de werkelijkheid. De bijdrage van Afrika aan de wereldwijde muziekindustrie is minder dan één procent. En die komt nog grotendeels uit Zuid-Afrika. Terwijl de muziek in Afrika zeker een mainstream publiek kan bereiken. We noemen het ‘the New African Sound’ en daarop selecteren we ook. Het is veel gevarieerder dan men denkt. Je hebt hiphop, soul en gewone pop. Er is vanuit de diaspora ook een behoefte om niet meer zo gezien te worden als vroeger. Ik lift mee op een beweging die nu gaande is, om het ware gezicht van Afrika te laten zien."

Inmiddels kan Betist redelijk inschatten onder welke voorwaarden crowdsourcing of -funding kan werken. "In het algemeen kun je stellen dat er een balans moet zijn tussen experts en wisdom of crowds. Er moet een filter zijn, zodat de bezoekers van de site iets goeds te zien krijgen, zonder daar eindeloos naar te hoeven zoeken. Op YouTube werkt het alleen maar omdat het zo’n gigantisch volume heeft, percentueel is ook daar maar heel weinig kwaliteit."

Ten tweede moet het businessmodel eenvoudig en begrijpelijk zijn, vervolgt Betist. "Het moet makkelijk te formuleren zijn en dus makkelijk om door te vertellen. En je moet goed gaan praten met alle stakeholders. Dat zijn er altijd drie: het bedrijf zelf, iemand die geld nodig heeft en iemand die geld wil geven. Dat moet een kloppende cirkel zijn, waarbij alle partijen profiteren."

Betist startte Sellaband in 2005, toen de term crowdsourcing nog niet eens bestond. "Ik denk dat je tien jaar met iets bezig moet bezig zijn om het echt goed in de vingers te krijgen, dus ik ben nu op de helft. Ik weet dat het mogelijk is om veel geld op te halen voor artiesten, maar nu wil ik dat doen met een bedrijf dat duurzaam is. Daarvoor moet je de knopjes steeds bijdraaien en dat is een spannend spelletje. Uiteindelijk zijn het heel kleine nuances die het tot een succes maken."

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond