Deel dit artikel
-

‘Innoveren als een rockband’

Innovatiecentrum Media Lab Europe verdringt traditionele r&d

Media Lab Europe, het broertje van MIT in Boston, heeft zijn faam gevestigd als ideeënfabriek. Directeur Simon Jones en senior onderzoekster Rebecca Allen zoeken de ultieme interface. Een interview.

Het Media Lab is een centrum voor innovatie. Hoe ontwikkelen jullie nieuwe ideeën?
Jones: “Dat gebeurt in wat wij de ‘democultuur’ noemen. Ideeën ontstaan door een botsing van natuurwetenschappen, menswetenschappen en de kunsten. Nou is dat op zich niets nieuws, maar de sleutel is: hoe laat je mensen echt interdisciplinaire dingen doen? Elk team, en Rebecca staat aan het hoofd van een van die teams, is verantwoordelijk voor nieuwe ideeën op zijn terrein. Drie maanden nadat een idee voor het eerst op tafel komt, moet er een demo klaar liggen. Zo wordt duidelijk wat het idee precies inhoudt en wat de mogelijkheden zijn. Het team geeft een demonstratie en vervolgens beslissen we of we het idee verder ontwikkelen.”
Allen: “‘Intimate interfaces’ gaan in tegen de trend dat technologie steeds verder van ons af komt te staan. Wij willen het lichaam ‘terugbrengen’ door de virtuele en fysieke wereld samen te brengen. We werken bijvoorbeeld aan een bril met een beeldscherm en draadloze technologie die we op bepaalde spieren bevestigen. Door die spieren plotseling lichtjes te bewegen, kun je de cursor over het beeldscherm bewegen en opties selecteren. Dat is een van de vreemde ideeën die we uitwerken en het levert goede resultaten op. Kijk, mensen leven niet alleen meer in de fysieke wereld. Ze eten en ze telefoneren of ze praten en sturen berichten. Het gaat om ‘simultaneous realities’. Voor ons is de vraag hoe we die realiteiten zo kunnen gebruiken dat ze ons verrijken in plaats van belemmeren. Interacties tussen technologie en ons dagelijks leven proberen we daarom zo subtiel en onopvallend mogelijk te laten verlopen.”

Wat voor soort onderzoekers werken op het Media Lab?
Jones: “Onze onderzoekers moeten meesters op hun gebied zijn, daar zijn we erg streng in. Maar we willen meer. Ik noem dat ‘hinterland’. Dat is de culturele bagage die mensen met zich meedragen. Maar dan nog hebben de meeste vaak meer slechte dan goede ideeën. De sfeer op het lab is dat ideeën mogen mislukken. We zijn voor de buitenwereld misschien zoals een rockband: mensen kennen ons van onze hits, niet van onze mislukkingen. Maar binnen is het geen probleem als dingen mis gaan. De helft van alle ideeën keuren we af.”

Op welke partijen richten jullie je?
“We worden betaald door publiek geld van de EU (en 35 miljoen euro startgeld van de Ierse overheid, redactie) en door privaat geld van onze partners. Dat zijn bedrijven als America Online, BBC, Eircom, Ericsson, Intel, AIB and British Telecom maar ook kleine en middelgrote bedrijven. Voor 300.000 euro per jaar hebben ze toegang tot alle technologie en ideeën die we in huis hebben. Vooral kleinere ondernemingen hebben het voordeel dat ze zo onderzoekskosten kunnen ‘poolen’. Elke drie maanden kunnen ze bij ons de demo’s bekijken en kritiek leveren. ‘Waarom dachten jullie daar niet aan?’ ‘Waarom kan het dit niet?’ Uit die botsing leren we in welke richting het product zich moet ontwikkelen.”
Allen: “Orange is bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in onze demo van een videospel dat via een sensor de galvanische huidreactie meet. De game ‘ziet’ je stressniveau tijdens het spelen. Hoe kalmer je bent, hoe beter je tegen je tegenstander kunt spelen. Op die manier kun je met een game je lichaam in een ontspannen toestand brengen. Orange wil zo’n spel naar een mobiele telefoon overzetten. Maar het kan ook voor de behandeling van angst- en aandachtsstoornissen worden gebruikt.”
Jones: “Binnenkort brengen we ‘social videoconferencing’ op de markt. Dat zijn life-size, always-on videoverbindingen met andere locaties. We hebben in Dublin al drie jaar constant een verbinding met MIT Boston. Zoiets is niet alleen voor het bedrijfsleven nuttig, maar ook handig voor patiënten die lang in ziekenhuizen liggen om contact te hebben met het thuisfront.”

Maar is er wel behoefte aan een Media Lab? Bedrijven hebben toch eigen afdelingen voor r&d.
Jones: “De jaren van de grote r&d-afdelingen liggen achter ons. Research is een goed geworden: je kunt het kopen, verhandelen, je kunt erover onderhandelen, je kunt het blokkeren. Bij r&d in grote bedrijven is een cultuur ontstaan waarin iedereen krampachtig mislukkingen probeert te vermijden. Ik zie daardoor onafhankelijke innovatiecentra ontstaan zoals het onze. Wij zijn hetzelfde als de middeleeuwse gilden waar mensen samen kwamen om kennis en technologie uit te wisselen. En het werkt. Ik merk dat onze partners anders over innovatie gaan denken. Hoe langer ze bij ons blijven, hoe meer riskante ideeën ze van ons willen horen. ‘Bouw maar een nieuwe generatie benzinemotor’, is dan de opdracht. Dan is het helemaal aan ons om dat in te vullen.
De grote drive die ik in de ict-industrie voel, komt niet uit de defensie- of farmaceutische industrie, zoals van oudsher. Die komt uit massaproducten voor de consumentenmarkt. Daar zit de wil om echt vernieuwend bezig te zijn. En veel kapitaal. Daar richten we ons op met Media Lab. En op Oost-Europa want de nieuwe EU-lidstaten zijn enorm agressief op het gebied van innovatie. We hebben trouwens geen Nederlandse partners, nu ik erover nadenk.”

En wat moet jullie ideale uitvinding zijn?
Allen: “Uiteindelijk zoeken we naar de ultieme interface. Dat betekent: op de een of andere manier via gedachten met een computer in verbinding staan. Ik kijk zelfs naar parapsychologie en dat kan echt vaag zijn. De meeste onderzoekers willen niet dood gevonden worden met een boek over dat onderwerp. Het is misschien een vreemde invalshoek, maar die helpt wel om nieuwe ideeën te ontwikkelen. In meer praktische zin bekijken we of we signalen van de hersenen kunnen omzetten naar signalen om de computer te besturen. Het is niet zo gek en vergezocht. Toen oprichter Negroponte van het Media Lab in Boston eind jaren zeventig voorstelde om de computer multimediaal te maken, werd hij overal uitgelachen. Ik denk dat bedrijven nu minder sceptisch zijn. Ze hebben gezien dat ideeën die op het eerste gezicht extreem vaag lijken, uiteindelijk heel succesvolle producten kunnen opleveren. En die boot wil niemand meer missen.”

EmoteMail E-mailprogramma dat signalen over de context signaleert en doorgeeft.
ContactIM Haptic Instant Messaging, instant messages die een tastbaar object versturen. Voor gebruik via internet met bestaande haptische technieken (haptisch = tastzin).
Tactus Onderzoek naar nanotechnologie voor de ontwikkeling van een tactiel beeldscherm met ‘refreshable tactile graphics’ en braille.
www.medialabeurope.org

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond