Deel dit artikel
-

Jaap Koelewijn (Helpr): ‘We hebben een first mover advantage’

Chatbots zijn nog schaars in het onderwijs, maar kunnen helpen het probleem van docententekorten en overbelaste leraren op te lossen. En zijn bovendien relatief eenvoudig ook in andere branches in te zetten, stelt Jaap Koelewijn, oprichter van Helpr.

Ooit was hij zelf docent economische vakken, maar de laatste jaren werd Koelewijn steeds meer gegrepen door de mogelijkheden van machine learning en kunstmatige intelligentie in het onderwijs. Mede door de studiebegeleiding die hij tot voor kort op de klassieke wijze organiseerde. Met een team van 25 medewerkers hielp zijn bedrijf iedere dag een kleine 120 leerlingen. “Omdat dat toch wat duur is en niet iedere ouder daar budget voor heeft, zochten we naar een betaalbaar alternatief”, verklaart hij.

Samen met collega’s Erik Methorst en Remy Reurling werd een reguliere chatoplossing ontwikkeld. Met succes, maar er kleefden nadelen aan: de leraar moet nog steeds tijd vrijmaken voor zijn leerlingen, waarmee kosten zijn gemoeid. Terwijl niet zelden dezelfde vragen worden gesteld. En dus zocht het drietal zijn heil in een intelligente chatbot: Helpr. Die hen de activiteiten van de een-op-eenchat in september dit jaar deed staken.

Belangstelling
De toepassing, dit najaar nog genomineerd voor de Accenture Innovation Awards 2018, is niet alleen een vraag-en-antwoordbot, maar fungeert daadwerkelijk als leraar-assistent. Hij past didactische technieken toe om leerlingen verder te helpen in hun leerproces. En is bovendien zelflerend. Hoe meer vragen er worden gesteld, hoe beter hij wordt. Zo worden niet alleen standaardantwoorden op vragen gegeven. Als de student aangeeft dat hij een uitleg niet begrijpt, dan doet de chatbot een stap terug, net zoals een echte docent zou doen.

Waar nodig worden verklarende filmpjes getoond. “Iedereen die denkt dat je dergelijke content wel ergens op internet vindt, komt bedrogen uit”, verzekert Koelewijn. “Als het er al is, kun je het nauwelijks vinden.”

De start-up hoopt volgend jaar september de chatbot officieel uit te rollen bij onderwijsinstellingen, onder meer voor vakken als natuurkunde, aardrijkskunde en wiskunde. Studenten van de lerarenopleiding aan de Hogeschool Utrecht hebben het systeem al enige tijd getest. Momenteel wordt de testperiode geïntensiveerd. Tien scholen doen in elk geval mee, nog eens twintig hebben belangstelling getoond. En in de testfase alleen zijn er al 35.000 vragen en antwoorden geformuleerd, evenals leertips.

Voorsprong
Helpr moet uiteindelijk een abonnementsmodel krijgen. Onder andere door het huidige lerarentekort is er een markt voor, meent Koelewijn. Een probleem dat op een slimme manier aangepakt moet worden, zegt hij. Maar de technologie kan ook breder worden toegepast. Onlangs werd een eerste versie van Helpr opgeleverd aan VAViA, een specialist in verbeterprojecten in logistiek en supply chain. En ook voor algemene trainingen zou de bot zijn diensten kunnen bewijzen.

De oprichter denkt dat hij met de didactische insteek een first mover advantage heeft. Ook met het oog op het buitenland. “Iedereen lijkt bezig met chatbots. In het onderwijs zijn ze echter nog steeds zeldzaam.”

* Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Emerce magazine (#169).

Foto: Vincent Boon (in opdracht  van Emerce)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond