Deel dit artikel
-

Het Jaar van Facebook

Het was eerlijk gezegd niet het Jaar van Facebook, maar van wat Facebook kocht: de overname van WhatsApp voor 19 miljard dollar in februari dreunde nog maandenlang na. Hoe was het mogelijk dat er zoveel geld werd neergeteld voor een appje? En in maart was het weer raak: 2 miljard voor de maker van Oculus Rift. Maar voor Facebook zelf was het eigenlijk maar een doodgewoon jaartje.

Wellicht ziet de Facebook Campus in Silicon Valley er over vele jaren wel als volgt uit: wolkenkrabbers met daarop de namen van Instagram, WhatsApp en nog wat merken waarvan we nu nog nooit gehoord hebben. Want het lijkt wel alsof de recente aankopen van Facebook meer aandacht trekken dan het sociale netwerk zelf.

Vorige week berekende Citigroup dat Instagram, met 300 miljoen gebruikers, nu al voor 16 procent bijdraagt aan de totale marktwaarde van Facebook. Dat komt neer op ongeveer 35 miljard dollar. Facebook betaalde er ooit 1 miljard dollar voor, wat velen toen krankzinnig vonden. En Instagram moet eigenlijk nog beginnen met geld verdienen. De advertentiestrategie wordt mondjesmaat uitgerold.

Instagram is een enorm belangrijk merk voor Facebook geworden. Net als WhatsApp. Want die vangen de vermeende exodus van tieners op die Facebook naar verluidt steeds vaker de rug toekeren. Gedurende het hele jaar kwamen de rapporten en studies voorbij die de teruggang meenden aan te kunnen tonen.

In oktober was het Piper Jaffray dat een teruggang constateerde, en wel in het onderzoek ‘Taking Stock With Teens’. Jongeren geven voorkeur aan Instagram, gevolgd door Twitter en Facebook.

Facebook leek dat zelf ook begrepen te hebben. Het splitste zijn Messenger af van Facebook, althans in de mobiele app, en nu blijkt Messenger bij tieners wederom in trek. Facebook had WhatsApp dus eigenlijk niet hoeven te kopen. Nu zit Facebook ‘opgescheept’ met twee chatapps waarmee nog geen cent is verdiend. Toegegeven: er zijn verschillen. WhatsApp voegt volgend jaar bellen toe aan zijn app. Wie weet gaat dat een serieuze concurrent worden van Skype.

Maar wat moet de frustratie van CEO Mark Zuckerberg groot zijn geweest: het appsucces van 2014 was de app die hij niet kon kopen (ondanks vele pogingen daartoe): Snapchat. Snapchat is de populairste sociale app voor Millennials (18 tot 34 jaar) na Facebook en Instagram. Het gebruik onder deze groep is gestegen naar 32,9 procent, terwijl Instagram op 43,1 procent zit.

In 2012 sleutelde Zuckerberg haastig, naar verluidt in nog geen twaalf uur, zijn eigen alternatief Poke in elkaar. Dat werd geen succes, de app werd uiteindelijk weer verwijderd. Eerder dit jaar volgde Slingshot, dat eenzelfde lot leek beschoren: De app kwam al niet hoger dan een zeventigste plaats in de ranglijst van meetbureau App Annie, maar was afgelopen zomer al op een onmeetbare plaats beland.

En toch moet Zuckerberg het van dit soort apps hebben, want Facebook is een beetje sleets aan het worden. Recente onderzoeken tonen ook een verminderde populariteit bij oudere gebruikers aan.

Maar er is hoop: Facebook werkt aan een zakelijke versie van zijn sociale netwerk. De opzet zou vergelijkbaar zijn met die van het huidige netwerk, dus met tijdlijn en groepen, maar dan aangevuld met middelen om bijvoorbeeld gezamenlijk aan documenten te werken. Facebook at Work wordt mogelijk volgend jaar wereldwijd uitgerold, waarmee het bedrijf mogelijk echt aan een nieuw hoofdstuk begint.

Vermoedelijk zijn deze vooruitzichten niet de reden dat Facebook de laatste dagen nog even profiteert van een eindejaarsrally van beleggers. Maandag bereikte de koers van het aandeel het record van 81,45 dollar, het dubbele van de 38 dollar bij de beursgang in mei 2012. Het aandeel is dit jaar 49 procent meer waard geworden, waarmee de totale marktwaarde op 228 miljard dollar komt.

In een serie artikelen blikt Emerce tot aan 1 januari terug op 2014.

 

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond