Kabelsector tevreden over advies breedbandcommissie

De overheid moet 340 miljoen euro investeren in breedband. De Impulscommissie Breedband, die onder voorzitterschap staat van Wim Deetman, adviseert dit aan minister Brinkhorst van Economische Zaken. De branchevereniging van de kabelsector VECAI is tevreden met de conclusies van de breedbandcommissie.

De Impulscommissie Breedband is in het eerste kwartaal ingesteld met als doel een advies uit te brengen over zowel de ontwikkeling van breedband als de manier waarop er gebruik van gemaakt dient te worden (breedbanddiensten).

“Ondanks de ruime beschikbaarheid van kabel- en adsl-aansluitingen (meer dan 2 miljoen) loopt ons land momenteel internationaal achter in het aanbod en gebruik van publieke en commerciële breedbandtoepassingen. Feitelijk wordt momenteel nog weinig gebruik gemaakt van de beschikbare mogelijkheden”, concludeert de Impulscommissie Breedband, die naast Deetman bestaat uit hoogleraar e-commerce Roel Pieper, Walter Zegveld (voorheen directeur TNO) en Claudia Zuiderwijk (algemeen directeur van Ziekenhuis Hilversum).

De commissie komt met tien aanbevelingen voor de regering, waarvan twee een financiele consequentie hebben. De Impulscommissie Breedband wil een ‘Garantiefonds voor infrastructuurontwikkeling’ dat zou moeten investeren in de volgende generatie breedband. De overheid als co-financier zou vanuit de markt ook investeringen losweken. “Om 1,3 miljard euro aan private investeringen uit te lokken is volgens een rekenmodel van NIBConsult een maximale fondsomvang nodig van 260 miljoen euro, opgebouwd over een periode van 15 jaar”, aldus de breedbandcommissie.

Met 80 miljoen euro overheidsgeld wil de breedbandcommissie bovendien een ‘Stimuleringsfonds voor applicatie- en dienstenontwikkeling’ opzetten, voor een periode van vier jaar. Vanuit dit fonds moeten projecten binnen zorg, onderwijs, mobiliteit en veiligheid gefinancierd worden.

Verder adviseert de commissie de overheid om een voorbeeldrol te vervullen door e-government diensten en de mogelijkheden van e-werken te intensiveren”. De grote vier steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) dienen als het “geografische vertrekpunt voor grootschalige diensten- en netwerkontwikkeling” te worden beschouwd. Verder dient de overheid breedband ook tot “een nationaal imagoproject te maken, met budget, aspiraties en commitment”.

VECAI, de brancheorganisatie voor kabelbedrijven, zegt “tevreden” te zijn over de uitgangspunten van de Impulscommissie. Rob van Esch, directeur van VECAI: “Het maakt de Impulscommissie niet uit met welke techniek je breedband levert. Dat is goed nieuws. Misschien helpt het advies om af te komen van de eenzijdige nadruk in veel gemeentelijke projecten op één techniek, namelijk glasvezel.”

Dat investeringen in de infrastructuur vanuit de markt moeten komen, zoals de commissie adviseert, kan ook op instemming rekenen. Hetzelfde geldt voor de constatering dat de infrastructuren nog niet optimaal benut worden. Van Esch: “Dat is precies wat we in onze sector al eerder hebben geconstateerd.” Om die reden is eerder dit jaar het Platform Nederland Breed opgericht, zo zegt hij, met als doel maatschappelijke breedbanddiensten een duw in de goede richting te geven.

De ‘technologieneutraliteit’ van het advies van de commissie wordt door Vecai “een belangwekkend uitgangspunt” genoemd. Twijfels zijn er of de G4 dit ook kunnen, volgens VECAI zijn deze juist “sterk technologiegedreven”. Van Esch: “Als dit advies betekent dat de G4 ook technologieneutraal gaat denken, dan kunnen we spreken van een enorme stap vooruit in de breedbanddiscussie.”