Kosten, desinteresse en privacyzorgen remmen Internet of Things

De potentie van IoT lijkt nog lang niet bereikt. Van de Nederlandse volwassenen gebruikt 44,7 procent IoT. In de meeste gevallen gaat het om slechts één apparaat. Dat blijkt uit onderzoek onder 1.356 respondenten van de Universiteit Twente.

Activiteitsmeters, hartslagmeters, sporthorloges en slimme thermostaten zijn het populairst, ook al is het enthousiasme niet erg groot.

De resultaten laten zien dat IoT-gebruik vooral iets is voor jongeren en voor mensen met hogere inkomens en opleidingen. Dat juist hogere inkomensklassen weten te profiteren van IoT toepassingen voor gezondheid en energiebesparing, suggereert volgens de onderzoekers dat het IoT (onbedoeld) ongelijkheid binnen de samenleving kan vergroten.

Naast hoge kosten en desinteresse zijn zorgen over de privacy een belangrijke reden IoT niet te gebruiken. Producenten dienen volgens de onderzoekers opener te zijn over de apparaten en systemen die ze ontwikkelen en zullen duidelijk moeten maken welke keuzes consumenten hebben als het gaat over dataverzameling en de verwerking ervan.