Deel dit artikel
-

Let’s face IT

In de Volkskrant van donderdag 11 december karaktiseert Philips' research-directeur Rick Harwig de recente veranderingen in de product- en de marketing-strategieën van zijn bedrijf treffend met: “In advertenties van vroeger stonden apparaten, nu zie je in onze reclames vooral mensen die in de weer zijn met een apparaat.” Nog één zo'n drastische kanteling in de marketing-strategie van Philips, en we zien in hun 'reclames' alleen nog mensen. Ik zal hieronder uitleggen waarom.

In de elfde editie van de estafettecolumn betoogt Bob Stumpel van Result Venture Knowledge dat usability centraal moet staan bij nieuwe technologie. Na 't wiel is de telefoon de grootste uitvinding van de mensheid. De telefoon is nu zelfs al 'n keer of wat opnieuw uitgevonden, en is daar steeds geweldiger van geworden. Dat begon, heel pre-modern, bij de consument. Die kon 't zich in de zestiger jaren – tot blijde verrassing van de ptt's – opeens permitteren om ook 'sociaal' te gaan bellen. Het telefoonverkeer explodeerde. Telecoms werden sexy.

In de jaren '80 konden we dankzij 06/0900-diensten en minitel/videotex voor 't eerst ook allerlei informatie en entertainment consumeren. Sinds 10 jaar kunnen we er het internet mee op. En sinds 'n jaar of 5 kan dat ook mobiel.
Maar de populairste applicatie voor de telefoon, in àl z'n dimensies, is al ruim een eeuw dat je ermee kunt communiceren. Eerst alleen pratend, de laatste jaren ook – en in exponentieel toenemende mate – chattend, mailend en via messenger-services. Bovendien zijn we ook begonnen met datacommunicatie tussen mensen en apparaten, van apparaat tot apparaat, en – voor zover zinnig te voorzien van enigerlei draadloos communicerende chip – van ding tot ding.
De C van Communicatie heeft zich dus terecht ingevochten in het acroniem ICT. Communicatie is dè killer application van alle interactieve technologie.
Het gevolg van al dat moois is dat we als mens deel gaan uitmaken van een omgeving waarin op een of andere manier alle – menselijke en materiële – componenten van die omgeving met elkaar aan de praat (kunnen) zijn.
Het lastige daarbij is dat wij mensen die omgeving efficiënt moeten kunnen bedienen – met andere woorden: we willen een hanteerbare interface . Het zorgwekkende is echter dat geen knoppenpaneel groot of intelligent genoeg lijkt om die omgeving op een behapbare manier bedienbaar te máken.
Tijdens het geweldig interessante congres Marketing3.nl heb ik gelukkig wat innovaties gezien die deze zorg aanmerkelijk verzachten. Een demonstratie van Microsoft's Windows Mediacenter liet zien dat de fusie van pc-monitor en televisie in elk geval gaat lukken. De door Microsoft aangekondigde fusie van web- en desktop-interfaces in Longhorn belooft natuurlijk ook veel goeds, en anders laat Jouk Pleiter van Backbase wel zien dat we in de toekomst op beeldschermen niet meer hoeven te browsen. Wizzbit's versie van HAL (Home Automated Living) toont op een overdonderend overtuigende manier nog eens aan dat speech recognition dè sleutel is tot het 'interfaceable' maken van onze omgeving. (HAL wordt vanaf nu permanent gedemonstreerd in Media Plaza ).
Tesamen bieden dit soort vindingen een perspectief op een toekomst waarbij developers èn designers van nieuwe technologie eindelijk usability centraal (moeten!) stellen.
Waarbij mensen in staat zijn om via een toetsenbord voor elke identiteit die ze aanhouden (bijv. zakenman, familieman, vriend, voetballer, consument) hun ingewikkeldste persoonlijke voorkeuren in te stellen.
Waarbij mensen het goed vinden dat een centrale database almaar knapper patronen (gedrag) herkent binnen die set van persoonlijke voorkeuren, en daarop steeds knapper interactie aanbiedt.

Waarbij we dit alles voor 98% kunnen bedienen via spraak, anywhere, anytime, èn via any device.

Eén tip nog voor de designers van de Ideale Interface Van De 21ste Eeuw: ga nou uit van de dingen die we (straks) het vaakst doen. Op 1, 2 en 3 staat mobiel ouwehoeren. Op 4 en 5 staat messenger. Op 6 mail. Op 7 het Web. Op 8 onze homeserver, op 9 onze kantoorserver. En pas op 10 staan tv en radio.

Bob Stumpel , mede-oprichter en directeur van Result Venture Knowledge International .

Deel dit bericht

7 Reacties

Jaap Stelwagen

Een interview in de Volkskrant van 11 december (was dat in 2003?) waarin Philips het licht ziet en mensen naast het te verkopen apparaat zet.Wat is je punt? Dat je binnenkort alleen nog maar moet praten tegen de apparatuur? Net zo naief als het geloven in het huis van de toekomst. Philips is een bedrijf dat hoofdzakelijk commodoties maakt. Om die te kunnen verkopen tegen een hogere prijs dan dat Koreaanse merk moet Philips de zweem van innovatie opwekken. Maar voor de meeste producten van Philips (en vele andere bedrijven) is de technologische vooruitgang al jaren geleden gestopt. Neem bijvoorbeeld de kast. Honderden jaren voldeed de kast prima totdat iemand bedacht om de kast te gaan koelen. Briliant, want nu bleef de melk veel langer vers. Dat was volgens mij ruim honderd jaar geleden en sindsdien zijn er slechts een paar technologische doorbraken geweest (ik noem er een paar: koelen m.b.v. electriciteit i.p.v. blokken ijs, een lampje dat uitgaat als de deur sluit, geen cfk's meer). Ondertussen is die kast nog steeds een van de bestverkopende bonkjes technologie. Maar niemand zit te wachten op een koelkast die naar je luistert of een koelkast met twee stekkers: een voor stroom en een voor internet. Die features voegen niets toe aan de werking en het gemak van de koelkast.Geloof je me niet? Waarom heeft een koelkast eigenlijk geen aan/uitknop? Een interessanter voorbeeld is inderdaad de telefoon. Heel lang kon je de telefoon direct gebruiken zonder eerst een handleiding te raadplegen. Sterker, 10 jaar terug had een telefoon nog geen handleiding. Hoe komt dat?Dit heeft een technische oorzaak. Met de komst van de draadloze telefoon (en de bedrijfscentrale) werd de telefoon voorzien van een microprocessor. En, als een apparaat een microprocessor heeft, dan krijgt het vaak ook gelijk een klein beeldschermpje. En, de bediening van de telefoon werd opeens met software bepaald. Daardoor kreeg je het tekstverwerkerseffect: telefoons kregen meer en meer functies, want er zou zomaar een klant zijn die die functie zou willen gebruiken.En inderdaad: dat gebeurde nog ook. Telefoons zijn opeens hip en men SMSt en fotografeert erop los. Ook voor mij is het een geniaal apparaat geworden. Ik heb hem altijd bij me, het bevat al mijn contacten en af en toe synchroniseer ik zelfs mijn afspraken. Nu heb ik net als jij wat onsamenhangende feitjes genoemd (ik heb de reclame voor een paar bedrijfjes maar weggelaten), dus wat is mijn punt? Niet alle technologie is ict. De meeste technologie is niet hip genoeg om m.b.v. ICT interactief gemaakt te worden. Zelfs over 30 jaar praat ik nog steeds niet tegen mijn koffiezetapparaat, waterkoker, scheerapparaat en koelkast. Door het complexer maken van deze producten met ICT raakt de consument alleen maar verder van huis.Andere apparaten zijn inderdaad nog niet op hun innovatieve einde, zo hoop ik ooit nog zonder schaamte tegen mijn stofzuiger te kunnen zeggen: "Hey Nunu, kan je de broodkruimels onder tafel opzuigen?"En zo ontstaan er zonuendan ook weer nieuwe schepsels, zoals onlangs nog een electrisch hondje. Een andere misvatting is dat de usability geholpen wordt door stembesturing. Complexe apparatuur – neem de videorecorder – wordt bruikbaarder door twee ontwikkelingen: de gebruiker wordt slimmer (al jouw voorbeelden zijn typisch toepassingen voor jongeren) en de user interface (software) ontwikkelt zich langzaam maar zeker in de goede richting. Het is een illusie dat een er een quick win ligt in het simpelweg toepassen van voice recognition. Dus, de nieuwste doorbraak in marketing voor Philips is niet om elk product oren te geven, maar meer een Philips-website waar je op een intuitieve en frustratievrije manier informatie kan vinden over de producten (en misschien zelfs kan bestellen…). psIk wil wel graag een electrisch hondje dat naar mij luistert, altijd achter mij aanloopt, een telefoon heeft ingebouwd, mij herinnert aan mijn afspraken (liefst dan voor mij uit loopt om me naar de afspraak te brengen). En op vakantie maakt hij de foto's. Niet realistisch?Ga naar aibohack.com voor inspiratie.

Rob Punselie

Bob, Ik was ook onder de indruk van de ontwikkelingen op Marketing3.nl & met name het Windows Media Center. Een apparaat dat vrijwel vanzelf alles voor je opneemt en advertenties vanzelf kan skippen?Een van mijn vrienden -zeker géén techneut of early adopter- aan wie ik het apparaat uitlegde verzuchtte 'ik mis het ding nu al'. Daar staat nog iets te gebeuren… Overigens vind ik je verhaal wél vrij eenzijdig op de consument gericht. Zeker, de pc is een onding, en iedereen die het tegendeel beweert is een 'nerd' zouden mijn studenten zeggen. Maar uit mijn eigen onderzoekservaring -jaja usability blabla- blijkt ook dat mensen dat onding als noodzakelijk kwaad goed hebben leren gebruiken. En inmiddels kunnen of willen ze niet meer zonder. Voor zakelijke gebruikers is een pc als een hamer. Je hebt hem nodig, maar als je er teveel naar kijkt sla je jezelf op je vingers. Het ding moet het gewoon doen. Wat de Technologie in jouw ICT afko zich mag verwijten is dat ze zoveel aandacht vragen voor hun nieuwe mooie hamers. Onzin. Elke hamer ruil je pas in tegen een betere als het je meer resultaat oplevert. In mijn eigen ICT driehoekje (Informatie-Communicatie-Transactie) speelt het web wél een cruciale rol en vooral ook bij transacties. Het spijkerschrift legde duizend jaar voor 0 al transacties vast op kleitabletten (aantallen schapen naar de markt). Ik denk dat we voor zakelijke transacties voorlopig nog wel even aan 'zoiets als' het web vast blijven zitten. Of denk jij van niet? (en natuurlijk, iedereen komt voor content. Maar dat wisten we toch al? En inderdaad, content ligt héél dicht tegen usability aan. Toch ook geen wereldnieuws?) Benieuwd naar je mening, Rob Punselie rob-at-punselie-punt-com

Bob Stumpel

Beste Jaap, Je hebt wel èrg je best gedaan om mijn betoog mis te verstaan, zeg! Ik stel nou juist dat de "intelligente omgeving" alleen bestuurbaar kan worden (dus succesvol kan worden) indien men zich realiseert dat communicatie-van-mens-tot-mens altijd de belangrijkste drijfveer is om er gebruik van te maken.Met andere woorden: als de communicatiefuncties 'het goed doen', zijn we wellicht bereid om ook wat andere functionaliteiten te benutten.Een talige interface (zie bijvoorbeeld Amerikaanse verkeersborden) is altijd beter dan eentje die gebaseerd is op idiot signs. (Ik zou hier trouwens ook nog wat 'reclame' kunnen maken voor een Zweeds bedrijfje met een patent op het herkennen van lip- en tong-bewegingen. Maar voorlopig houd ik het er maar even op dat spraaktechnologie dè toekomst heeft).Voor 'n kwebbelende koelkast of 'n kletsend koffiezet-apparaat kom ik m'n bed niet uit. En de aaibaarheidsfactor van 'n Aibo zal me ook altijd te gering zijn. Met vriendelijke groet,BOB

Bob Stumpel

Beste Rob, De PC en z'n opvolgers zullen via hun toetsenbord nog lang – misschien wel altijd – een onmisbare schakel blijven in het communiceren met onze omgeving. Zakelijk èn privé.Andere devices en andere interfaces zullen dezelfde informatie op andere manieren, op andere plaatsen dan nu gebruikelijk, en op andere gebruiksmomenten voor ons ontsluiten.Van alle mogelijkheden van het Web – als verzamelnaam voor àlle IP-verkeer – hebben we nog geen 0,1 procent gezien. Met vriendelijke groet,Bob

Petra

Praten tegen apparatuur? Nee, dat wordt echt nooit wat. Een toetsenbord is – en blijft – immers een veel betrouwbaarder interface. Kijk (eh, luister) maar eens naar 'voice recognition systems': die dingen herhalen continu wat je gezegd hebt, om er zeker van te zijn dat ze het begrepen hebben ("Ik heb nul-twee-nul-een-twee-drie… verstaan. Is dit correct?" "Ja, dat zei ik toch?" "Ik heb uw antwoord niet verstaan. Antwoord s.v.p. met ja of nee. Ik heb nul-twee-nul-een… enz, enz."). Ook moet ik de eerste computer nog tegenkomen die sneller dan een toetsenbord het verschil kent/hoort tussen bijvoorbeeld 'jewel' en 'dual'. En tot slot lijkt het me ronduit irritant als mensen behalve in de tram te bellen, ook nog tegen hun telefoontjes zelf gaan staan lullen…

Mark Philips

Messenger en telefonie vervullen binnen een conversatie dezelfde functie (gesproken cq. geschreven informatie overbrengen), echter het medium verschilt. Op termijn wordt het wellicht mogelijk om de ene persoon via messenger te laten communiceren en daarmee zijn omgeving niet te storen en aan de andere kant iemand gewoon te laten spreken/luisteren. Spraak wordt dan omgezet in tekst en vica versa. In de trein, vliegtuig of tijdens vergaderingen wordt de omgeving dan niet meer gestoord terwijl de partij aan de andere kant van de 'lijn' niet gehinderd wordt door het door hem of haar gekozen communicatiemedium.  Ideaal lijkt mij zo, gewoon bellen met iemand die zich in een omgeving bevindt die daar minder voor geschikt is en gebruik maakt van een messenger enabled apparaat. Er is nog een lange weg te gaan en die 0,1 procent klopt helemaal.

Michael Otto

Wacht maar… De toekomst gaat nog heel erg mooi worden. Alles is inderdaad nog pril maar in de toekomst zal spraakbesturing zeker fantastische oplossingen bieden. Denk bijvoorbeeld aan momenten dat het simpelweg lastig is om handen te gebruiken om iets in te voeren of om een apparaat een opdracht te geven om iets te doen, zoals in de auto. Ik moet zeggen dat een uitvinding als voicedialing op veel mobiele telefoons een uitkomst is als je in de auto zit. Gewoon even iemand bellen zonder door je lijst heen te bladeren, zonder een nummer in te typen, fantastisch! Tuurlijk zijn er ook systemen die niet helemaal optimaal werken en tuurlijk zijn er nu ergernissen. Bel bijvoorbeeld eens de nummerinformatie van KPN. Werkt op zich redelijk, maar als je bijvoorbeeld roept "Politie", dan komt het systeem met namen en niet met het nummer van de politie. Tja, kwestie van finetunen en doorontwikkelen.  Ik ben het met Bob eens dat we als mensen toch graag onze stem gebruiken. Gewoon iets roepen of vragen en het wordt geregeld. Dat is communicatie! Stel je eens voor hoeveel RSI problemen dat gaat oplossen als we alles via de stem kunnen doen ;-)De technologie is nog erg pril. Kinderschoenenwerk! Maar toch al een aardig end gevorderd in de afgelopen paar jaren. Ik heb ergens gelezen dat de huidige stemgestuurde systemen / oplossingen vergelijkbaar zijn met een kind van 2 jaar…Ik zou zeggen, laten we nog eens een jaartje of 10 wachten, dan is het kind wellicht een jaar of 6. Wedden dat we dan heel veel dingen met onze stem gaan bedienen.Het toetsenbord zal natuurlijk niet zomaar vervangen worden, maar ik zie een goede combinatie van die twee die op heel veel aspecten praktisch toegepast kan worden en zeker de usability zal bevorderen! Looking forward 2 IT

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond