Nederland telt 88.500 kabel-internetters

Het aantal kabelinternetters in Nederland wordt op dit moment geschat op 88.500, wat neerkomt op een penetratiegraad van 3,5% op het totaal aantal geschikte kabelaansluitingen. Sinds april betekent dit een groei van 57%. Dit blijkt uit een rapport van de kabelvereniging VECAI , dat volgens persvoorlichter Frans Nijhof een reactie is op recente overheidsnota's.

Het rapport 'Vernieuwing in kabelland. Trends en cijfers van de Nederlandse kabelbranche 1999' werd in opdracht van de koepelorganisatie van kabelexploitanten VECAI gemaakt door Utrechtse onderzoeksbureau Dialogic Innovatie & Interactie . Het bevat gegevens over telefonie via de kabel, het aanbod van pay-per-view-diensten en kabelinternet.

In het algemeen heeft de kabelsector circa 8,5 miljard gulden geïnvesteerd in dienstenontwikkeling, upgrading van netwerken en overnames. Daarvan werd circa 5,5 miljard gulden in de periode 1997-1999 neergeteld.

Het totale aantal abonnees dat gebruikmaakt van Internet via de kabel wordt op dit moment geschat op 88.500. Uitgaande van 2,5 miljoen kabelaansluitingen die reeds geschikt gemaakt zijn voor Internet, komt dit neer op een penetratiegraad van 3,5%. Op het totale aantal kabelabonnees (6.011.939) is dit 1,4%. In vergelijking met de VS is dat een hoog percentage. Daar werd het aantal abonnees van Internetdiensten via de kabel begin mei 1999 geschat op ruim 800.000, wat een penetratie van 1,2% van alle kabelabonnees betekent.

Het aantal internetters via de kabel maakt een snelle groei door. Per 1 april 1999 bedroeg het totaal aantal abonnees in Nederland nog 56.000. Dit betekent dat er een groei van 57% heeft plaatsgevonden. Vrijwel alle kabelbedrijven die internetdiensten aanbieden, meldden een groei van tussen de 50 en 250 abonnees per week. De cijfers over het aantal kabelabonnees zijn afkomstig van de 47 bij VECAI aangesloten kabelmaatschappijen.

De kabelbedrijven vrezen niet voor de opkomst van gratis internetaanbieders. Zij bieden 'toegevoegde waarde ten opzichte van kale Internettoegangs-diensten waardoor hogere tarieven worden gerechtvaardigd'. Wel zullen deze tarieven sterker onder druk komen te staan, naarmate meer gebruikers overstappen op gratis abonnementen. Gratis internettoegang via de kabel zit er voorlopig echter niet in.

De keuze om onderzoeksbureau Dialogic dit kabelrapport te laten maken, is volgens Frans Nijhof van de VECAI geen toevallige. 'Het rapport is een weerklank op de nota De Digitale Delta, Nederland oNLine. Daarin komt het kabinet tot de conclusie dat de potentie van het kabelnetwerk tot dusver grotendeels onbenut is gebleven. Wij hebben voor dit rapport gewerkt met hetzelfde onafhankelijke onderzoeksbureau waarvan ook ministeries gebruikmaken om het tegendeel te bewijzen.'

Uit de ICT-nota Digitale Delta van het Ministerie van Economische Zaken en de kabelnota van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen komt naar voren dat het vernieuwingsproces en het tempo waarin nieuwe diensten in de kabelsector worden aangeboden achterblijven bij de verwachtingen die de overheid koestert. Volgens eerstgenoemde ICT-nota is de potentie van de kabel als alternatieve infrastructuur voor elektronische diensten zoals telefonie, Internet en pay-per-view, tot dusver grotendeels onbenut gebleven.

Het volledige rapport 'Vernieuwing in kabelland. Trends en cijfers van de Nederlandse kabelbranche 1999' is opvraagbaar bij VECAI.

Bron:
Nieuwsbank