Deel dit artikel
-

Nokia: ‘Hoe geld verdienen met landkaarten?’

Nokia investeert fors in digitale landkaarten en GPS-diensten voor mobiele telefoons, maar heeft daarvoor geen haarfijn uitgestippeld verdienmodel.

"Hoe gaan we geld verdienen met Maps, dat is de heilige graal. Voor nu zien we het in een combinatie van lokale advertenties voor bedrijven op kaarten en de verkoop van navigatielicenties voor Maps".

Dat zei Christof Hellmis van Nokia zojuist tijdens het Navigation Event op de High Tech Campus in Eindhoven.

Volgens de Duitser is er nog een aantal bronnen van inkomsten rondom Nokia Maps: transactionele referrals en de verkoop van premium content. Tot die laatste categorie behoren bijvoorbeeld de multimediale stadsgidsen die reizigers kunnen kopen via hun mobieltje. Na aanschaf van zo’n digitale gidsje zien ze nauwkeurige informatie over bezienswaardigheden in hun omgeving.

"We hebben honderdduizenden gebruikers per dag en Maps staat op 30 toesteltypen geïnstalleerd. Soms geven operators de premium diensten weg, in andere gevallen betalen consumenten er zelf voor. In de digitale winkel liggen 470 artikelen op de schappen. Die verkopen we allemaal. Je ziet de long tail duidelijk in werking."

Vooralsnog werkt Nokia Maps enkel op S60-telefoons. Voor het einde van het jaar worden de landkaarten echter een massaproduct, omdat ze dan ook op de goedkopere toestellen uit de S40-lijn verschijnen. 

Hellmis’ divisie, Software & Services, zette in het tweede kwartaal van 2008 voor 119 miljoen euro om.

Nokia werd in september een speler op de GPS-dienstenmarkt met de overname van Hellmis’ bedrijf Gate5. Dat deze markt een serieuze aangelegenheid is voor de Finnen bleek uit de miljardenovername van Navteq.

Hellmis: "Na Web 1.0 en Web 2.0 krijg je ‘the Contextual Web’. Daarbij worden vrienden, bekenden en gelijkgestemden met elkaar verbonden in sociaal en situationeel opzicht. Nokia Maps bevat nu de functies Drive en Move, maar we ontwikkelen nog 4 scenario’s: Discover, Create & Collect, Share en Meet."

Bron foto: Kai Hendry (CC)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond