Obama verliest geduld over privacy bij internetreclame

Jon Leibowitz, die voor VS-president Obama toezicht houdt op de telecom- en mediamarkt, begint zijn geduld met internetbedrijven te verliezen. Ze tanen met regels voor behavioural targeting. Leibowitz wil opt in-regels.
De internetmarkt laat niet zien dat ze snel genoeg en ver genoeg gaat bij het beschermen van burgers tegen indringende internetreclamepraktijken. Dat zegt de voorzitter van de Amerikaanse toezichthouder FTC in een vraaggesprek met Business Week.
Sinds het aantreden van Barack Obama als president van de VS waait er een nieuwe wind door de internetmarkt in de VS. Waar George Bush voorstander was van totale zelfregulering door de markt vindt Jon Leibowitz dat de overheid zich moet uitspreken in het voordeel van de privacy van de burger.
Afgelopen februari, kort na zijn aantreden, gooide hij een bom op de Amerikaanse reclamemarkt toen hij de term ‘opt in’ liet vallen. Opt in staat voor de praktijk waarbij een adverteerder iemand pas mag benaderen als deze persoon daar expliciet toestemming voor heeft gegeven. In de VS geldt deze regel nergens, opt out is het credo. In Europa is opt in de norm.
Leibowitz zei (download PDF) “Ik stoor me aan de bedrijven die zonder gene persoonlijke, gevoelige data van consumenten verzamelen. Daarbij doel ik in het bijzonder op data over kinderen en jongvolwassenen. Sommige data is zo gevoelig dat er extra bescherming moet komen. Bedrijven zouden kunnen overwegen om een opt in-regime te hanteren”.
Zie hier een video waarin Leiwitz zijn standpunt verder uiteen zet.
Formeel kan de FTC-voorzitter geen regels opstellen. Volgens Business Week maakt Leibowitz zijn expliciete voorkeur echter zo duidelijk dat regelgevers er niet omheen kunnen. Met zijn uitspraak in het Amerikaanse tijdschrift voert hij de druk verder op. Tegelijkertijd geeft hij een impuls aan de publieke discussie over het onderwerp.
Behavioural targeting staat voor de praktijk waarbij het gedrag van de internettende consument wordt gevolgd. Gedragingen en patronen worden vastgelegd en gebruikt om gerichter reclame uit te serveren. Critici menen dat dat een té indringende werkwijze is en schendend voor de privacy.
In Nederland maken bijvoorbeeld Ilse Media en De Telegraaf gebruik van technologie voor behavioural targeting.
Bij Ilse Media kan de internetter met één muisklik aangeven dat hij geen reclame wil op basis van zijn online gedrag. De Telegraaf zegt: “TMG maakt (tevens) gebruik van software om advertenties beter aan te laten sluiten op uw interesses. In dit kader wordt uw clickgedrag op TMG-websites (anoniem) gevolgd.” De uitgever biedt echter geen opt out-optie.
Deel dit bericht
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond
2 Reacties
Bas Groot
Het gaat in feite niet om de behavioural targeting zelf, maar de handel en te grabbel gooien van de privacy-gevoelige gegevens, die niet ok is. Ik had eigenlijk verwacht dat Europa de eerste zou zijn om daarover in het geweer te komen. Want het loopt de spuigaten uit. Bijvoorbeeld als je in gmail over een bepaald onderwerp mail leest of mail typt krijg je over dat onderwerp reclame aangeboden. Als Google straks corrumpeert (of dat is misschien al gaane) nemen de mogelijkheden van hun database Statsi-achtige proporties aan. En ze willen wel alle informatie in de wereld opengooien… behalve die van zichzelf. Aan de andere kant hoeft behavioural targeting niet on-ethisch te zijn; het kan ook juist een digitale vorm van service zijn, waar klanten alleen maar blij van worden. Ooit iemand horen klagen over mails van Amazon waarin getipt wordt voor soortgelijke boeken/muziek als wat je eerder gekocht hebt? Of komende releases van een artiest of schrijver waar je eerder van gekocht hebt? Het equivalent van de winkelier die zijn klanten kent en ze persoonlijk benadert. Niks mis mee.
soboer
Eerst dient men de grootste privacy schender aan te pakken namelijk Google.