Deel dit artikel
-

Oude rotten

Een internetbedrijf hoeft niet perse door jeugdige ondernemers geleid te worden. Liever niet zelfs. Dat bewijzen de vijftigers Sander Waalboer en Nico Stiemer, directeuren van Seneca. "We hebben een tijd onderaan de ranglijst van veelbelovende internetbedrijven gebungeld omdat we geen venture capital aantrokken."

Het Delftse bedrijf Seneca levert ICT-consultancy en verkoopt onder meer het contentmanagementsysteem SmartSite. Aan het roer staan twee ervaren directeuren die richting de zestig wandelen. Dat is in het jonge internetwereldje geen nadeel, maar een voordeel. "Het geeft het bedrijf richting," zegt Waalboer, "Het gaat nu slecht in de IT, maar dat is wel vaker zo geweest. Ons staat de zeer magere periode begin jaren negentig nog helder op het netvlies. Van dergelijke periodes leer je om vooruit te kijken. In 1999 zagen we dat de lange periode van voorspoed vanaf 1994 te lang duurde. Zo'n lange cyclus omhoog hadden we nog nooit meegemaakt. We voelden dat het met de consultancy-activiteiten niet eeuwig goed zou kunnen gaan. Na de eliminatie van de millenniumbug en de introductie van de euro, kon volgens ons consultancy niet voldoende zijn om bij bedrijven binnen te komen. We realiseerden ons dat Seneca een product nodig had om deuren te openen. We hebben daarom, voordat de daling van de economie inzette, de focus volledig verlegd van consultancy naar het contentmanagementsysteem Smartsite. Dat is onze entree naar overheid en bedrijfsleven. Zonder onze ervaring zouden we waarschijnlijk te lang door zijn gegaan met de dan onvoldoende renderende consultancy-activiteiten."

Beide directeuren zitten aan twee bureaus tegenover elkaar. Dat is iets wat je niet altijd tegenkomt. Dat doen ze om zoveel mogelijk van elkaar te leren, om te horen wat de ander bijvoorbeeld tijdens telefoongesprekken zegt, om snel te kunnen bijsturen. "We hebben een tijdlang het kleinste kantoortje van het hele bedrijf gehad," zegt Nico Stiemer. Door goed naar elkaar te luisteren is bijvoorbeeld tijdig ingegrepen in de bedrijfsunit die zich toelegde op het implementeren van netwerken. Omdat in die business geen kruimel meer te verdienen valt, is dit onderdeel omgebouwd tot een unit die adviezen geeft over veiligheidsrisico's.

Hun ervaring vertelde hen ook dat het onverstandig is om met geleend geld marktaandeel te kopen, zoals vele internetbedrijven dat gedurende de hype & horror-periode wel hebben gedaan. Stiemer: "We runnen dit bedrijf op basis van de aloude economische wet dat er meer geld binnen moet komen dan eruit gaat. We hebben een tijd onderaan de ranglijst van veelbelovende internetbedrijven gebungeld omdat we geen venture capital aantrokken. Nu kun je daar om lachen, maar dat was toen een regelrechte doodzonde. We hebben wel een financieringskredietlijn tot onze beschikking, maar die hebben we slechts gedeeltelijk hoeven aan te spreken. Venture capital is te gemakkelijk geld. Bovendien kleeft er het risico aan dat de verstrekkers rendement willen zien op een moment dat voor de onderneming niet het juiste moment behoeft te zijn."

Het financiele fundament van Seneca wordt gelegd in 1990. Sander Waalboer legt in dat jaar Nico Stiemer uit hoe met een bepaalde beleggingsstrategie veel rendement is te behalen. Waalboer heeft dan een langdurige carrière tot aan het 'executive committee' van CMG achter de rug. Stiemer, voorheen directeur van de stichting GCI te Zoetermeer, is net terug uit de Karpaten waar hij voor KPN werkte. Stiemer ziet voldoende in de voorgestelde beleggingsstrategie, waarna ze besluiten elk 450.000 gulden te investeren. En zie, een jaar later is het bedrag verdubbeld. De dan twee miljoen gulden gaan in een participatiemaatschappij om 'iets leuks te doen'.

Seneca wordt opgericht om daar vorm aan te geven. Naast het verrichten van autonome activiteiten als consultancy en het aanleggen van netwerken, wil het bedrijf ook geld steken in veelbelovende bedrijven. Bij sommige mensen is het geluk dan op, maar zo niet hier. In 1996 investeert Seneca in het bedrijf Pointer, producent van onder meer informatiezuilen en kabelkranten, en neemt zij de leiding op zich. Pointer gebruikt het geld voor de ontwikkeling van een systeem, waarmee de kabelkranten makkelijker van inhoud en bijbehorende vormgeving zijn te voorzien. Zo krijgt een van de allereerste contentmanagementsystemen in Nederland zijn kans. Het systeem wordt onder de naam SmartSite ondergebracht bij Seneca en is sindsdien verkocht aan zo'n 125 organisaties in Nederland. Seneca groeit mede dankzij dit product in de jaren daarna door naar circa tachtig medewerkers en vier businessunits.

Ervaring, slim ondernemerschap, je kansen zien? Of is er ook sprake van een flinke dosis geluk? Waalboer: "Pointer kwam voorbij op het moment dat er meer behoefte kwam aan dynamische websites. Dat is een toevalstreffer. Onze ervaring met bedrijfsprocessen vertelde ons dat er goede mogelijkheden voor dit systeem konden zijn. Geluk is hier gestuurd toeval."

Geen schulden opbouwen dus, maar kijken naar waar wat te verdienen valt en hoe. Seneca hanteert hiertoe onder meer het Value Added Reseller (VAR) concept. Wederverkopers mogen speciale modules of plug-ins aan het bestaande toevoegen om het systeem beter aan te laten sluiten bij gebruikerswensen. Dankzij dit concept is het systeem uitgegroeid tot een ontwikkelplatform. Zelf heeft het bedrijf ook een VAR binnen de organisatie en wel één die modules ontwikkelt voor gemeenten. Het systeem is mede daardoor in gebruik bij zo'n veertig gemeenten. Deze aanpak heeft voor het bedrijf wel als nadeel dat velen SmartSite zien als een typisch contentmanagementsysteem voor gemeenten. Wat het dus niet is.

De ervaring vertelt beide heren ook dat het contentmanagementsysteem moet doorgroeien. Naar? "We willen het systeem steeds meer portalfuncties laten ondersteunen. In ons concept geeft een portal toegang tot applicaties, en geeft het contentmanagementsysteem gebruikers toegang tot die functionaliteiten en informatie die ze voor hun werk nodig hebben. De rest is ballast en moet uit hun werkomgeving gehouden worden," licht Stiemer toe. Logisch in deze ontwikkeling is dat het bedrijf steeds meer aansluiting zoekt bij leveranciers van portals en bijbehorende databases. Een voorbeeld van een dergelijke combinatie is te vinden bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij waar Smartsite draait in samenwerking met Oracle portalsoftware. Deze ontwikkeling sluit aan bij wat het onderzoeksbureau Gartner de 'Real Time Enterprise' noemt. Volgens Gartner zullen ondernemingen succesvoller zijn naarmate zij informatie sneller kunnen vertalen naar managementinformatie. Dat pleit voor het inzetten van contentmanagementsystemen, zo zegt Waalboer. Voor de ontwikkeling van modules voor de portalomgeving denkt Seneca een tot twee jaar nodig te hebben.

Is dat niet wat aan de lange kant? Stiemer: "Als onderneming moet je een balans zien te vinden tussen wat mogelijk is en wat nodig is. Een product dat te vroeg op de markt verschijnt, heeft net zoveel slechte kansen als een product dat te laat komt. Wij zijn geen profeten die van de straat leven, maar ondernemers die op basis van ervaring risico's zo goed mogelijk trachten te managen. We stellen ons altijd de vraag, hoe we op enig moment nog terug kunnen als zaken anders verlopen dan verwacht. Het is in het verleden zeker gebeurd dat we een ontwikkeling verkeerd hebben ingeschat, maar daar heeft het bedrijf niet onder geleden. Het gaat er uiteindelijk om dat het bedrijf betrouwbaar en met continuïteit wordt gerund. Wat dit laatste betreft, hebben we op jonge ondernemers voor dat we weten hoe het is om een bedrijf in slecht weer te managen. Wat moet je doen als op enig moment de telefoon niet meer uit zich zelf rinkelt?" En dus heeft het bedrijf recent besloten om Smartsite ook via het ASP-model aan te bieden. Er hebben zich voor deze service nu nog maar een beperkt aantal afnemers gemeld, maar wie weet gaat de telefoon binnenkort opeens wel heel hard rinkelen.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond