Deel dit artikel
-

Pro Active: Internetgebruik stijgt sterk; tweedeling wordt zichtbaarder

Het aantal Internet-gebruikers in Nederland is het afgelopen half jaar explosief gestegen. Het aantal Nederlanders dat in september online waren bedroeg 2,7 miljoen, in maart is dat aantal uitgegroeid tot 4,7 miljoen. Ook de sociale tweedeling is steeds duidelijk zichtbaar onder de surfers. De cijfers komen van Pro Active's Nationale Internet Monitor.

Uit het onderzoek komt naar voren dat steeds meer mensen toegang tot Internet hebben. In de periode tussen september 1998 en september 1999 nam dat aantal gemiddeld per half jaar met 500.000 toe. Over het afgelopen half jaar is dat aantal met ruim 1,5 miljoen toegenomen tot ruim 6 miljoen. Dit is 48 procent van de bevolking.

Het aantal mensen dat de afgelopen veertien dagen online is geweest, nam in de vorige onderzoeksperioden gemiddeld per half jaar 450.000 toe. Het laatste half jaar was dit 1,9 miljoen, komende op totaal van 4,7 miljoen. Dit is 37 procent van de bevolking. Het aantal vrouwen dat actief is op Internet steeg van 32% naar 35%. Mannen voeren de boventoon op het net met 50%.

Liesbeth Hop, Directeur Pro Active International, noemt de stijging 'verbazend'. "Zo'n grote stijging hadden we niet verwacht. Hieruit blijkt weer dat Internet een belangrijk medium aan het worden is", aldus Liesbeth Hop. Volgens Liesbeth is de groei voornamelijk te danken aan de opkomst van 'gratis Internet' sinds september 1999 en door de groei van de aanbodzijde. "Mensen die via het werk in aanraking komen met Internet, zullen ook geneigd zijn thuis een Internetaansluiting aan te schaffen".

Ook het online kopen vertoont een stijgende lijn. Ruim 22 procent van de ondervraagden heeft al eens iets via Internet gekocht. Dit was een half jaar geleden nog negen procent. Bij de hoogste inkomensgroep koopt 29 procent wel eens iets online, tegen 16 procent een half jaar terug. In de laagste inkomensgroep is een stijging te zien van twee procent naar zes procent.

De sociale tweedeling wordt steeds duidelijker: Bij de groep onder modaal steeg het aandeel dat online is geweest in de afgelopen 14 dagen, van ruim 15% naar bijna 19%. Bij de groep boven twee maal modaal is de stijging enorm geweest, zegt Pro Active. In een half jaar is het percentage van deze groep, die in de afgelopen 14 dagen online zijn geweest, gestegen van 44% naar 73%. Aan het eind van 2000 zal 80 à 90% van deze groep online zijn, terwijl bij de laagste inkomensgroepen dit percentage de 25% nog niet zal hebben overschreden.

Deel dit bericht

3 Reacties

Marjon

Deze tweedeling in de samenleving is een keuze die ontstaat na vrijwillige toetreding op het internet, danwel niet deelnemen aan deze toetreding. Het is niet mogelijk te zeggen dat men ervan weerhouden wordt op internet te kunnen, immers tegenwoordig zijn er legio mogelijkheden, en dan praat ik niet alleen over de zogenaamde internetcafe's. Er bestaan ook mensen die geen behoefte hebben aan internet, en die zich dus ook geen zorgen maken over de tweedeling tussen internetgebruikers en geen internetgebruikers. Daarom denk ik dat wij ons als maatschappij ook geen zorgen hoeven te maken over deze vermeende tweedeling, die naar mijn mening niet belangrijk genoeg is om zoveel aandacht te besteden.

Anders Floor

Da's een makkelijk VVD-argumentje, zeg. Men wordt er ook niet van weerhouden een dikke BMW te kopen, ook al blijkt dat in de praktijk alleen veelverdieners erin rijden. De overeenkomst met de tweedeling is echt niet puur toevallig. Ik heb nu een kabelabonnement van een kleine 1100,- per jaar. Hiervoor had ik een telefoonrekening waarvan het internetgedeelte in rustige tijden zo'n 75,- per maand bedroeg (900,- per jaar), en dan ben ik nog in mijn eentje. Zet dat bedrag (en dan heb ik het nog niet eens over de aanschaf van een computer) eens af tegen het besteedbaar inkomen van mensen, en beweer dan nogmaals dat het een vrijwillige keuze is van mensen met een laag inkomen. Internet krijgt in toenemende mate een maatschappelijk essentiele functie: meer en meer word informatie alleen op internet gepubliceerd, en daarbij is internet is voor veel instanties de enige mogelijkheid om mensen tijdig van actuele en gearchiveerde informatie te voorzien. Je moet als overheid voorkomen dat burgers risico's lopen of achterop raken doordat zij geen internettoegang hebben. Er hoeft van mij nog geen actieplan te komen en er hoeven van mij ook nog geen gratis computers worden verstrekt, maar het is wel iets dat van overheidswege serieus in de gaten gehouden zal moeten worden.

R

Dit soort cijfers slaat gewoon helemaal nergens op: 'online geweest in de afgelopen 14 dagen' Wat moeten we daarmee? Iemand die eens in de 14 dagen online is toch nauwelijks een internet-gebruiker te noemen? Het is toch zowel prive als in commercieel opzicht nauwelijks mogelijk/rendabel om met zo iemand via internet te communiceren, laat staan zaken te doen?

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond