Deel dit artikel
-

Scott McNealy. Slimmer dan de rest?

Sun Microsystems was altijd slimmer, sneller en innovatiever dan de concurrentie. Maar tegenwoordig is het niet meer vanzelfsprekend Sun-servers aan te schaffen. Hoe redden de vernieuwers zich hieruit?

De naam van aartsrivaal Microsoft wordt niet één keer genoemd tijdens de openingstoespraak van CEO Scott McNealy (47) op de Sun Network Conference in San Francisco. Desgevraagd zegt hij na afloop lachend dat hij "voor twee dollar had gewed dat niet te doen". Maar zijn plezier slaat om in woede wanneer iemand suggereert dat het slecht gesteld staat met Sun's unique selling point, de innovatie. "Noem mij drie, nee, noem mij één innovatie van Microsoft," briest hij in een typerende aanval op de concurrent uit Redmond.

Scott McNealy startte Sun in 1982 als 27-jarige samen met drie andere studenten (waaronder Bill Joy, nog altijd chief scientist bij Sun). Ze begonnen met het maken van werkstations voor technici. Twintig jaar later heeft het bedrijf uit Santa Clara, Californië een miljardenomzet en 40.000 werknemers en is het een vooraanstaand producent van netwerkservers, data-opslagsystemen, systeemsoftware en netwerk-infrastructuurapplicaties.

Kern van de visie van Sun is McNealy's adagium 'het netwerk is de computer': "De echte waarde van elk systeem ligt in de wijze waarop het verbonden kan worden met andere systemen." In 1982 was dat de visie van een netwerk van werkstations en servers. Door de opkomst van internet bleek het netwerk veel groter. De rol van Sun in deze is ondenkbaar zonder innovatie. "Wij zijn en blijven een bedrijf dat innoveert", zegt McNealy, die op de vorige Sun-conferentie in een pinguïnpak op het podium verscheen om zijn toewijding aan het open-source besturingssysteem Linux te demonstreren.

Sun behoort volgens eigen zeggen al jaren tot de top-40 van bedrijven die wereldwijd het meeste uitgeven aan Research & Development. Ondanks de huidige tegenspoed blijft het R&D-budget onveranderd op meer dan tien procent van de omzet staan, waar dat bij IBM zes procent en bij Dell 1,7 procent is. In een openhartig bui erkent McNealy dat hij twee grote fouten heeft gemaakt tijdens de jaren van voorspoed: te veel en te dure bedrijfsruimte gehuurd en gekocht en te veel salespersoneel in dienst genomen. McNealy: "De enige mensen die ik zal blijven aannemen zijn R&D-mensen."

Zes miljard dollar op de bank

Tussen 1997 en 2000 wist Sun zijn omzet meer dan te verdubbelen tot 18,3 miljard dollar. De nettowinst steeg meer dan 250 procent naar 1,9 miljard dollar en het aandeel Sun noteerde op zijn hoogtepunt in augustus 2000 65 dollar. Maar het internetsprookje hield op en de budgetten werden fors gekort. "Onze grootste vijand is momenteel de CFO", zegt McNealy zonder een zweem van ironie. Tegelijk heeft de concurrentie terrein gewonnen. Belangrijke klanten als Koninklijke Shell USA, Morgan Stanley en Merrill Lynch verruilden hun Sun-producten voor respectievelijk IBM, een mix van Lintel (Linux op Intel) en Wintel, en Dell.

Sun zag zodoende zijn fiscale jaar 2001 uitlopen op een ramp met een verlies van 800 miljoen dollar. Hoewel het bedrijf onlangs een bescheiden winst meldde, noteert het aandeel inmiddels minder dan drie dollar, waar concurrenten als Microsoft en IBM nog altijd met gemak 43 dollar en 57 dollar halen. "Mijn grootste probleem is perceptie. De buitenwereld ziet onvoldoende hoe goed wij bezig zijn", roept McNealy stoer tijdens een groepsinterview. Maar de werkelijkheid is anders. Het bedrijf moest voor het eerst in zijn geschiedenis mensen ontslaan, zo'n vijfduizend, en verandert ook zijn business-model, merkt analiste Jean Bozman van IDC op. "De customerbase wordt verbreed. McNealy heeft het niet meer over dotcommers en telco's, maar over retail, bankieren, onderwijs en de overheid. Sinds 9/11 is de markt voor beveiliging flink gegroeid. Al deze sectoren zijn minder cyclisch." Daarnaast werkt Sun steeds vaker samen met partners om kosten te besparen. Ook wijst Bozman er op dat de financiële situatie van Sun beter is dan sommige analisten suggereren. Sun heeft een zes miljard dollar cash op de bank, opzij gelegd tijdens de vette jaren. "Earnings are opinions, cash is real", mag McNealy graag zeggen.

Analist Edward Broderick van de Robert Frances Group is ervan overtuigd dat innovatie de Californiërs er doorheen gaat slepen. Met de miljarden op de bank kan McNealy vasthouden aan de hoge R&D uitgaven. Sun heeft ook het talent om business en technologie met elkaar te mengen. Broderick: "Sun weet technologie altijd goed te relateren aan de wensen van de klant, heeft een korte time-to-market en houdt zijn producten simpel." De analist benadrukt dat Sun Labs zich niet alleen toelegt op productinnovatie, maar ook op procesinnovatie. "Verbeterde processen hebben minder glamour, maar een organisatie kan daarvan onmiddellijk financieel de vruchten plukken, zonder te moeten investeren in zaken als productontwikkeling en testen." Het uitbrengen van nieuwe producten is een veel groter risico, meent Broderick. Voorbeeld van een recente procesinnovatie van Sun is 'demand forecasting', een methode die bedrijven moet helpen beter te anticiperen op de ontwikkeling van de vraag naar hun producten.

Ook McNealy zelf heeft alle vertrouwen in de toekomst van Sun. Het bedrijf gaat volgens hem overleven, zoals het eerder in onder meer 1989, 1992 en 1993 herrees. Sun moet blijven innoveren en slimmer zijn dan de rest, ook al is er een economische crisis. "Als je wandelt door het bos en een beer komt op je af, moet je rennen. Je hoeft niet harder te rennen dan de beer, je moet harder rennen dan de andere wandelaars", zegt McNealy met een brede grijns.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond