Deel dit artikel
-

Snel en goedkoop

Twee jaar na de oprichting trekt RTL iMedia miljoenen bezoekers naar de sites van de Holland Media Groep. Als de zon tenminste niet schijnt.

De finale was in maart, maar medio mei trekt de site van Idols nog steeds tienduizenden pageviews per dag. Het is het halve bewijs voor de stelling van Peter Op de Beek dat het bezoek aan de websites van de Holland Media Groep (HMG) maar van twee dingen afhankelijk is: populaire tv-programma's en slecht weer.

Twee jaar geleden vond de HMG het tijd dat haar zenders Yorin, RTL4 en RTL5 van websites werden voorzien. Aan Peter Op de Beek en Rik Rensen de taak om een interactieve afdeling op te zetten, waaronder ook telefonie en teletext vallen. Beiden zijn RTL nieuws-veteranen die ook gezamenlijk een uitstapje naar Excite@Home achter de rug hadden. Rensen vertrok na een jaar naar NOVA, waarna Op de Beek de leiding kreeg over RTL iMedia. Twee jaar na de start zijn er veertig 'diepe sites' en honderd 'programmaondersteunende' sites, die maandelijks 2 tot 4,5 miljoen bezoekers trekken.

Wat is nu de plaats en de functie van RTL iMedia binnen het geheel van de Holland Media Groep? Op de Beek heeft grootse visioenen en bijbehorende budgetten afgezworen in de tijd dat hij bij Excite@Home werkte. “Binnen twee maanden hadden we daar vijf keer nieuwe vloerbedekking, steeds omdat de vorige niet mooi genoeg was. Die Amerikanen keken echt niet op een dubbeltje. Ik zie het maar als een duurbetaalde stage. ”

Vanaf het begin was het duidelijk dat websites bouwen bij de HMG anders zou gaan: alles moest snel en goedkoop. Die snelheid was niet alleen noodzakelijk vanwege het budget, maar ook omdat men rekening moet houden met de vluchtigheid van televisie en het grote aanbod van programma's. Op de Beek: “Een tv-producent is over het algemeen pas laat klaar met de inhoud en vormgevig van een nieuw programma. Die look-and-feel heb je wel eerst nodig voordat je begint met programmeren. Voor een bijbehorende website zou je eigenlijk vier weken voor de startdatum van een tv-programma moeten beginnen. Die tijd is er dus vaak niet. Verder zijn er veel programma's die maar een beperkt aantal weken lopen. Dan loont het niet om een uitgebreide site op te zetten. Dan heb je het meer over 'disposable sites'. Een ton per site verdien je al niet terug, dus dat moest goedkoper.”

Op de Beek en Rensen bedachten daarom dat er een contentmanagementsysteem moest komen waarmee modulair en generiek gebouwd kon worden. In gewone mensentaal: als er op de ene site een poll nodig is, dan moet je die ook kunnen gebruiken voor een andere site. Na een intensieve speurtocht die langs tachtig verschillende pakketten leidde, werd gekozen voor het Zweedse Roxen, dat inhoud en vormgeving onafhankelijk van elkaar opslaat in XML. Roxen vormt nu de basis voor het contentmanagementsysteem en alle tools die iMedia ontwikkelt. Vanuit het Roxen-systeem worden overigens ook de SMS-diensten, de teletekstpagina's, de digitale teletekstpagna's en de I-modesite aangestuurd.

De inhoudelijke invulling van de sites en SMS-diensten ligt bij de producenten, dat is onderdeel van hun opdracht. Op de Beek: “We bieden tv-producenten een gereedschapskist. Ze kunnen kiezen voor een eenvoudige ondersteunende site, een iets uitgebreidere en een hele uitgebreide site. De site voor Idols is bijvoorbeeld in drie dagen gebouwd.”

Nu al 53% van de bezoekers aan de HMG-sites over breedband beschikt, begint het aanbieden van live streams en ander audio- en videomateriaal echt interessant teworden. Op het hoogtepunt had Idols 200.000 videohits per dag [WAT WIL DIT EIGENLIJK ZEGGEN. CLIPS/STREAMS/UNIEKE BEZOEKERS?]. Ook de livestreams van tvzender RTL-Z en radiozender YorinFm zijn populair, volgens Op de Beek. “Je ziet echte pieken bij nieuwsgebeurtenissen zoals de rechtszaak tegen Volkert van der G.” Met de traffic naar de HMG-sites zit het wel goed, met tv als echte traffic generator. (In maart werd de finale van Idols uitgezonden en schoot het bezoek naar omstreeks 50 miljoen pageviews.) De vraag is hoe daar aan verdiend wordt.

Op de Beek probeert nog even een verhaal over 1-op-1-relaties te op te hangen, die aantrekkelijk zouden zijn voor adverteerders, maar al gauw blijkt dat het vooral moet komen van banners en sponsoring. Op de Beek heeft wel een punt als hij claimt te kunnen segmenteren naar interesseniveau, met programma's zoals Eigen Huis en Tuin, Life and Cooking etcetera. Het aantal unieke bezoekers in een bepaalde doelgroep is dan ook een van de belangrijkste meetpunten van Op de Beek.

Sponsoring
Hoewel Op de Beek de markt voor bannering weer wat ziet aantrekken, is hij vooral gecharmeerd van de sponsoringmogelijkheden. Zo is er een deal met Postbus 51, dat bijvoorbeeld in de vorm van quizzen en polls informatie over drugs aanbiedt aan het publiek van GTST. Om haar informatie te bewerken voor redactionele items op de HMG-sites, betaalt Postbus 51 een redacteur voor twee uur per dag gedurende een half jaar. Een van de belangrijkste zaken is tioch dat de salesafdeling geïntegreerd werkt, dus zowel spot, non-spot als internet verkoopt. En juist op dat punt beweert Op de Beek goede vorderingen te boeken. “De salesafdeling werkt steeds multimedialer.” Nu de mediabureaus nog.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond