Deel dit artikel
-

Startup-ecosystemen: de opkomst van de underdog?

Mede door buitenproportionele kostenniveaus is Silicon Valley steeds minder het Mekka voor start-ups. En ook in Europa lijken ondernemers kleinere steden in toenemende mate te verkiezen boven gewilde plaatsen als Londen, Berlijn en Stockholm. Hoe ziet het speelveld eruit? En welke buitenlandse hubs moeten we in de gaten houden?

Should I/you leave the Bay Area? was de titel van een drukbezochte sessie tijdens hackerconventie FOO Camp. Waar thema’s als de hoge kosten van het levensonderhoud, verkeersproblemen en een ‘giftige’, door geld geobsedeerde cultuur ter tafel kwamen. Dit groeiende sentiment is terug te zien in cijfers. Zo becijferde denktank Bay Area Council dat bijna de helft van de inwoners van de regio in de komende jaren wil verhuizen. Twee jaar geleden was dit nog 34 procent. En stellen ook steeds meer succesvolle ondernemers vraagtekens bij de slagingskansen voor jonge bedrijven. Yelp-topman Jeremy Stoppelman kan zich bijvoorbeeld niet voorstellen er een volgende start-up te beginnen, liet hij The Economist weten. Een ander zou de Valley niet helemaal in de ban doen en er een klein team houden, aangevuld met developers en executives uit andere steden. Niet vreemd, want in steden als Portland en Atlanta ligt het kostenniveau ongeveer een kwart lager. Wie uitwijkt naar Canadese plaatsen als Vancouver en Toronto kan zelfs de helft aan personeels- en huisvestingskosten besparen.

Hoewel het kostenaspect zeker meespeelt, ligt de werkelijke oorzaak in een groter probleem, meent auteur en voormalig Cisco-CEO John Chambers. Namelijk zelfgenoegzaamheid. Het grote succes heeft gezorgd voor een mentaliteit van vanzelfsprekendheid. En mist volgens de auteur vooral de flexibiliteit en diversiteit om verder te kijken dan kortetermijnwinst. Waarbij het ontbreken van een nationaal digitaliseringsplan en een landelijk programma voor start-ups en ondernemerschap hernieuwd succes ook in de weg staat. “We moeten investeren in slim immigratiebeleid, training, infrastructuur en beleid dat is aangepast aan het digitale tijdperk”, aldus Chambers.

Hongerig
De Verenigde Staten staan niet alleen in deze ontwikkeling. Europese steden als Londen en Berlijn prijken nog immer hoog op toplijstjes, maar de zogeheten second-tier steden als Barcelona, Krakau en Edinburgh winnen aan populariteit vanwege de lagere huren en groeiende talentenpools. En daaronder ook plaatsen als Lissabon, Milaan, Tallinn en Vilnius. Uit meerdere onderzoeken is op te maken dat ondernemers momenteel vooral het talent volgen en zich bijvoorbeeld nabij goed aangeschreven universiteiten vestigen. Het geld reist echter niet gelijk met hen mee, blijkt uit een analyse van European Startup Initiative. Zo scoort Barcelona hoog op aanwezig talent, maar kan het nog op beperkte interesse rekenen van investeerders. Terwijl er in Helsinki relatief veel funding aanwezig is, maar de stad door ondernemers juist weer weinig genoemd wordt als gewilde vestigingsplaats.

In veel van de opkomende steden en regio’s heeft de economie de afgelopen jaren flink wat te verduren gekregen of zijn er ‘uitdagende’ politieke betrekkingen. Never waste a good crises, stelt Ernst Hoestra, managing director commerce van Startupbootcamp, dan ook. Zoals in Spanje, waar de arbeidsmarkt sinds de crisis erg slecht was, vertelt hij in een paneldiscussie tijdens Emerce eDay. “Dan kiezen mensen een andere route, gaan vaker ondernemen.” Daarmee vergeleken is er in ons land ‘na een jaar of zeven van overvloed in advies en andere faciliteiten’ toch wel wat luiheid ontstaan, vult Rockstart-oprichter Oscar Kneppers aan. Terwijl er in landen bij Rusland – Kneppers noemt Moldavië, Hoestra de Oekraïne – meer urgentie is om de status quo aan te pakken. De risico’s zijn er groter, zaken kunnen op ieder moment veranderen. “Dat maakt ondernemers hongerig”, aldus Kneppers.

Openheid
We mogen echter niet vergeten dat Europa zich nog altijd niet kan meten met de successen uit de VS. En dat de concurrentie voor de Amerikanen vooral uit Azië komt. Waar gewerkt wordt via modellen waarvan het een en ander valt te leren. Zo groeien Chinese hardware start- en scale-ups exponentieel door openheid en samenwerking, stelt David Li, Executive Director van het Shenzhen Open Innovation Lab. Wat onder andere kan doordat er in Shenzhen – ook wel het Silicon Valley voor hardware genoemd – niet gestreefd wordt naar unieke producten, maar succesvolle, schaalbare businessmodellen geïmiteerd en getweakt worden. “Voor een smartwatch heb je grofweg vier onderdelen nodig. De nieuwste innovaties daarin vind je hier in markthallen, gewoon naast elkaar. Dat genereert nieuwe ideeën”, schetst Li. Het gebrek aan dergelijke openheid speelt Silicon Valley volgens hem parten. “Ondernemers zijn bang dat anderen er met hun ideeën vandoor gaan. En als iedereen elkaar als concurrent ziet, raak je geïsoleerd.”

Edinburgh
Niet in de laatste plaats door het succes van lokale unicorns FanDuel en Skyscanner geniet deze Schotse stad wat meer bekendheid als techhub. En het succes van deze bedrijven heeft voor verschillende spin-offbedrijven gezorgd. De community is dan ook groeiende en hecht. Mede door de centrale rol die CodeBase inneemt, de grootste technologie-incubator van het Verenigd Koninkrijk.

In 2017 werd er door de lokale sector gezamenlijk 1,14 miljard pond omgezet (zo’n 1,3 miljard euro), aldus informatie van branchevertegenwoordiger Tech Nation. Het aantal banen in digital tech nam tussen 2014 en 2017 meer dan drie keer zo hard toe als gemiddeld in het Verenigd Koninkrijk.

Door de aanwezigheid van verschillende universiteiten scoort Edinburgh goed op aanwezig talent. Zo is er de University of Edinburgh School of Informatics, de grootste computer science-faculteit in het Verenigd Koninkrijk en een van de grootste in Europa. En richt het nieuwe Discovery & Innovation Centre van Heriot-Watt University zich ook specifiek op computerwetenschappen en technologie.

Het succes van Skyscanner, dat in 2016 voor 1,8 miljard dollar werd verkocht aan een Chinese firma, heeft de interesse bij investeerders wat aangewakkerd. De aanwezige start-ups noemen desondanks het aantrekken van kapitaal als voornaamste uitdaging.

Barcelona
Barcelona is een groeiend ecosysteem met meer dan duizend techstart-ups. Het aantal exits van bedrijven – beursintroducties en overnames – is de afgelopen vier jaar verviervoudigd, meldt Startup Genome. Van vijf naar 21 exits per jaar.

Gaming is een van de prominente subsectoren. Catalonië biedt onderdak aan zo’n 125 gamingbedrijven met ongeveer 2,500 werknemers. Zoals Social Point, dat verkocht is voor 270 miljoen dollar, en wereldspelers als Ubisoft en Activision King met lokale aanwezigheid. Door onderwijsaanbod in gameontwikkeling, 3D-games en visual effects op zeven universiteiten is hiervoor ook talent beschikbaar.

Groei is er ook te zien in het aantal smart city start-ups. De stad heeft dan ook zelf een pioniersrol bij het toepassen van slimme toepassingen voor stadmanagement – Juniper Research plaatste Barcelona twee jaar geleden nog op de tweede plaats in zijn wereldranglijst van smart cities. Naar schatting zijn er rond de 270 bedrijven in Catalonië die zich op dit aandachtsgebied richten, goed voor zo’n 116.000 banen.

Hoewel de vraag naar funding groter lijkt dan de interesse vanuit investeerders, groeide volgens Startup Genome de early stage-financiering de afgelopen jaren tweemaal zo hard als in de meeste ecosystemen wereldwijd. Plus: 53 procent van de seed-rondes verliep onder leiding van niet-lokale investeerders.

Kopenhagen
Kopenhagen heeft qua bekendheid baat gehad bij het succes van grote namen als Zendesk, Unity en Sitecore, maar ziet de spotlights in zijn regio toch vooral gericht op Stockholm. Neemt niet weg dat de Deense hoofdstad wat venturerondes betreft sinds 2012 de tweede grootste techhub van de Nordics is. Daarbij valt op dat het in vergelijking met een aantal jaren geleden nu vooral kleinere rondes zijn die optellen tot een fors resultaat. Bovendien bestaat ruim de helft ervan uit buitenlandse financiering. Mogelijk speelt de actieve angel investor community die het land kent hierbij een rol.

Onder de noemer #CPHFTW (Copenhagen, For The Win) trekken partijen samen op. Waaronder ruim tachtig start-ups en een aantal clusters, zoals Founders House en Startup Village CPH.

Met name SaaS, Food Tech en Deep Tech worden genoemd als sterke subsectoren. Mede hierdoor staat Denemarken op de achtste plek van Bloombergs Innovatie Index 2018.

Uitdagingen zijn er echter ook. Zo schijnt er beperkte toegang te zijn tot early-stage funding en is het voor buitenlandse talenten lastig om voet aan de grond te krijgen. Onder andere door verblijfsrestricties en huisvestingsproblemen. Dit zorgt er mede voor dat werkgevers voor verschillende disciplines gedwongen zijn om de lonen fors te verhogen, waardoor talenten onbetaalbaar worden voor kleinere spelers.

Lissabon
Lissabon werkt hard aan de rol van creatieve en technologische start-uphub. Iets wat in een stroomversnelling is gekomen sinds de Web Summit in 2016 zijn intrek nam in de Portugese hoofdstad. Volgens Startup Portugal zijn er inmiddels ruim 2400 start-ups aanwezig, waarvan een kleine zeshonderd in de afgelopen anderhalf jaar het levenslicht zagen. Aan ondernemerslust lijkt er dus geen gebrek, maar daarbij moet meegerekend worden dat de Portugese regering zich middels verschillende stimuleringsregelingen in de start-upontwikkeling mengt. Zo is er – gepaard met VC-funding – tweehonderd miljoen euro beschikbaar gesteld aan starters en buitenlandse bedrijven die zich in Lissabon vestigen. En loopt er een traject waarbij er tien miljoen euro aan vouchers voor onder andere incubators wordt verstrekt. Daarbij: de overheid maakt het buitenlandse ondernemers eenvoudiger een visum te bemachtigen.

Dit alles lijkt zijn vruchten af te werpen; uit cijfers van Startup Europe Partnership blijkt namelijk dat het Portugese scale-up ecosysteem tweemaal zo snel groeit als het Europese gemiddelde. Of zoals medeoprichter van de Web Summit Paddy Cosgrove het enige jaren geleden stelde: Lissabon is als Berlijn vijf jaar geleden, maar met Zuid-Europees weer.

Tallinn
Met een miljoen inwoners en naar schatting zo’n vierhonderd start-ups (begin dit jaar) heeft Tallinn volgens insiders een overzichtelijke start-upcommunity. Waarbinnen samenwerk- en verzamelpand LIFT99 als centrale hub geldt.

De Estlandse regering stelt zich bijzonder welwillend op en spant zich onder de geuzennaam e-Estonia in om zo digitaal mogelijk te werken. De kleine omvang maakt hierbij een zeer platte structuur mogelijk, wat resulteert in eenvoudige netwerken en connectiviteit met relevante startende spelers, evenals een goede testlocatie. Wat start-ups de mogelijkheid biedt om hun producten en diensten in een kleinere markt te testen voordat ze schaalbaar zijn en uit te breiden naar grotere markten.

De focus op wetenschap en wiskunde die er van oudsher is in het onderwijs heeft ervoor gezorgd dat Tallinn bekendstaat om de kwaliteit van zijn programmeurs. Die niet alleen een belangrijk aandeel hebben in het succes van Skype, maar ook van Taxify, dat eerder dit jaar nog 175 miljoen dollar ophaalde.

En ook voor buitenlandse talenten staat het land open. Zo zijn er het Startup Visa- en E-residency-programma, die ervoor zorgen dat buitenlandse ondernemers eenvoudig in Estland terechtkunnen.

De compactheid en kleine interne markt leiden echter ook tot een bekende bottleneck: het is lastig voor jonge bedrijven om te groeien en op te schalen zonder uit te breiden naar andere markten. Waarbij het gebrek aan investeerders eveneens een remmende factor is.

* Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Emerce magazine (#168).

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond