Twintig procent beleggers handelt online

Een op de vijf beleggers handelt momenteel online. In totaal zijn er nu zo'n 330.000 beleggers die hun transacties via internet regelen. Het einde is daarmee nog niet in zicht want online beleggen is nog steeds flink aan het groeien. Dat stelt het Centrum voor Marketing Analyses, dat haar jaarlijkse onderzoek onder particuliere beleggers heeft uitgevoerd.

Voor het jaarlijkse onderzoek heeft het Centrum voor Marketing Analyses duizend beleggende huishoudens ondervraagd. Het gaat om huishoudens die beleggen in obligaties, aandelen, beleggingsfondsen, derivaten of aandelenleaseconstructies.
Het Centrum heeft zich voor dit onderzoek beperkt tot beleggers tussen de 16 en 80 jaar oud. Tellen jongere of oudere personen niet mee als belegger? Directeur Peter Zegwaart zegt dat het gaat om een definitiekwestie die hij "tamelijk arbitrair" noemt. Vragen over beleggen werden volgens hem niet gesteld zodra bleek dat de leeftijd van de respondent buiten de genoemde grenzen viel, omdat de vragen te vaak verkeerd begrepen zouden worden, waardoor een vertekend beeld zou kunnen ontstaan.
Is dat niet het geval met een onderzoek dat beleggers jonger dan 16 en ouder dan 80 uitsluit? Zegwaart: "Het Nipo doet soortgelijk onderzoek en die komen wat hoger uit. Zij tellen wel iedereen mee."

Volgens het onderzoek is het totaal aantal huishoudens dat belegt sinds vorig jaar; afgenomen van 1,79 naar 1,67 miljoen. Wie er echter het persbericht van een jaar geleden op nakijkt ziet dat er vorig jaar sprake zou zijn van 1,36 miljoen beleggers in plaats van de nu genoemde 1,79 miljoen; een verschil van 430 duizend beleggers. Hoe kan dat? Directeur Zegwaart legt uit dat vorig jaar een andere definitie van een belegger werd gehanteerd. "Vorig jaar was de bovengrens bijvoorbeeld 75 jaar, dit jaar hebben we dat opgetrokken naar 80 jaar."

Het grootste aantal particuliere beleggers telde Nederland volgens het onderzoek in 2000 , ten tijde van de beursgang van WorldOnline. Toen waren er ruim 1,9 miljoen beleggende huishoudens.
De belangrijkste oorzaak voor de daling is volgens de onderzoekers "het langdurige karakter van de malaise op de beurzen." De uitstroom van beleggers zou vooral degenen betreffen die uit waren op een 'quick win', waardoor er nu meer meer "doorgewinterde" beleggers zijn overgebleven.
Ondanks de daling van het totaal aantal beleggers neemt het percentage online beleggers nog steeds toe. In 2001 betrof dit volgens het onderzoek dertien procent van de beleggers, in 2000 ging het om negen procent. Dit jaar belegt twintig procent van de particuliere beleggers online.

Uit het onderzoek blijkt ook dat inmiddels de helft van alle particuliere beleggers, oftewel 835.000 beleggers, internet gebruikt om beleggingsinformatie te verkrijgen. Het zijn volgens het Centrum vooral de actieve en speculatief ingestelde beleggers die internet voor dit doel gebruiken. De andere helft beperkt zich tot meer traditionele informatiebronnen als bladen, kranten, radio, tv en teletekst.

Online beleggers zijn volgens het onderzoek sowieso zeer actief, het totale transactievolume van deze groep zou dan ook relatief groot zijn. Zegwaart: "De verschillen zijn echt spectaculair te noemen. We hebben vastgesteld dat online beleggers gemiddeld 29 keer per jaar muteren, terwijl dat bij de andere beleggers gemiddeld vijf keer per jaar gebeurt." De hoeveelheid geld en aandelen die daarmee gepaard gaat wordt in het onderzoek niet genoemd. Volgens Zegwaart is het Centrum zich nog aan het beraden over de juiste methode om dit te onderzoeken.