Deel dit artikel
-

Van concept tot catastrofe

Boeken over dotcom mislukkingen zijn niet aan te slepen. Uitgevers zijn altijd wel te porren voor een paar smeuïge verhalen, terwijl de dotcom ondernemers zelf eindelijk met hun critici en zichzelf kunnen afrekenen. Door Jan Libbenga

De duurste internetflop aller tijden was zonder twijfel Boo.com, het bedrijf dat sportkleding, mode en schoenen via internet verkocht. Boo.com begon in 1999 onder veel publiciteit, en de marktwaarde van de Britse onderneming werd op het hoogtepunt van de hype geschat op zo'n 250 miljoen pond. Geen wonder dat het Italiaanse kledingmerk Benetton en het Franse luxegoederenbedrijf Bernard Arnault meteen zaken wilden doen met Boo. Nadat het bedrijf ruim honderd miljoen dollar had opgebrand, viel de droom in duigen.

Het boek laat zich lezen als de Ondergang van de Titanic: het begint met het succesverhaal van twee jonge Zweden ? Ernst Malmstein en Kajsa Leander ? die alles wat zij aanraakten in goud wisten te veranderen. Na een succesvol literair festival in New York volgde de oprichting van de Zweedse variant van Amazon.com. Aan de verkoop van dit bedrijf hielden beiden voldoende kapitaal over om investeerders over de hele wereld te interesseren voor de volgende uitdaging: de ultieme modewinkel op het World Wide Web.

Bij Boo moest echter alles in het groot. In het hoofdkwartier in Londen werd bijvoorbeeld meteen een call center ingericht, terwijl een beetje starter dat zou hebben uitbesteed. Voor het ontwerp van het haar van Miss Boo, een 3D-figuurtje dat de kleding op de site moest aanprijzen, werd een topkapper ingehuurd en voor de bescherming van de directie werden bodyguards aangesteld.

Malmstein probeert in het boek af te rekenen met het imago van de drie c's (champagne, caviar en Concorde) maar dat lukt hem niet erg: om indruk te maken op investeerders moest steevast business class gevlogen worden en werden dure hotelkamers gehuurd. Financieel directeur Dean Hawkins nam schielijk de benen toen hij nog maar 500.000 dollar in de boeken zag staan.

Het boek maakt weer eens duidelijk dat investeerders twee jaar geleden volkomen verblind werden door de belofte van internet. Maar of de beide oprichters iets van de affaire hebben geleerd wordt uit het boek niet echt duidelijk. In razend tempo en zonder veel schuldbesef wordt de opkomst en neergang van Boo.com beschreven.

Michiel Frackers komt in zijn boek wel aan (enige) contemplatie toe. Als werkloos afgestudeerde richtte hij halverwege de jaren negentig Planet Internet op, verwierf tientallen miljoenen startkapitaal van partijen als KPN en schoot na zijn vertrek bij de provider binnen twee jaar met BitMagic naar een papieren vermogen van vijftig miljoen gulden. Daarvan is niets overgebleven; voorjaar 2001 ging ook zijn bedrijf failliet. De voortekenen hingen al veel langer in de lucht, zo blijkt uit het vlot geschreven boek, dat leest als Kuifje In Luilekkerland.

Het zijn vooral de hoofdstukken over de uittocht van directeuren bij Planet Internet die een onthutsend beeld schetsen van de bestuurlijke chaos waarin dit soort bedrijven in de jaren negentig ontstonden. In interviews is Frackers echter duidelijker over het mislukken van BitMagic dan in dit boek: zo wekt hij wederom de indruk niet op de hoogte te zijn geweest van de stroom van negatieve reacties op de Media Player die BitMagic eind jaren negentig uitbracht: een vingerwijzing dat BitMagic niet het bedrijf zou worden dat miljoenen ging verdienen.

Wie het beeld compleet wil krijgen, moet ook 'Blink' van Francisco van Jole lezen. BitMagic was zijn idee, maar Van Jole werd aan de kant gezet toen zijn team zijn naargeestige stemmingen niet langer kon verdragen. 'Blink', dat eerder als feuilleton op internet verscheen, is Van Jole's visie op de gebeurtenissen bij BitMagic, vermomd als roman. De fictieve namen zijn echter makkelijk te herkennen: Eigenheimer (Roel Pieper), Anton den Paaler (Toon den Heijer), Ralph Strijdschoon (Mike Vredegoor van Amstelvision) en Indemuil (Endemol). De hypochondrische toon verschilt hemelsbreed van de branie-achtige schrijfstijl van Frackers, maar het boek lijkt wel een realistisch beeld te schetsen van de gang van zaken. Aan het einde is het duidelijk: het zal nog heel lang duren voordat jonge blagen bij internetbedrijven weer op de bok mogen zitten.

Deel dit bericht

3 Reacties

Ward

Ook een leuk boek is {Dot Bomb; http://www.amazon.co.uk/exec/obidos/ASIN/0316857793/ref=pd_sim_b_dp/026-6882670-1514855 } van David Kuo. Het gaat over de mislukking "Value America". De oprichter had het idee om een e-commerce website te creeren waar bestellingen direkt naar de producent ging ipv. het bijhouden van een magazijn.

Pete Richards

Jan, het is zo sneu als je je stuk begint met een uitspraak die zo keihard op zijn bek gaat. Natuurlijk was Boo niet de allerduurste internetflop. Boo.com verbrandde $ 108 mln. Een schijntje als we kijken naar het bedrag dat er bij Webvan (ruim $ 800 mln) op de brandstapel is beland. Boo.com had geen beursnotering, en dat heeft een hoop geld bespaard. Vele bedrijven die wel aan de Nasdaq genoteerd stonden hebben veel meer dan Boo's $ 108 mln verkwist. Feiten checken!

Frank Braton

De ellende is dat dit soort dieptepunten het klimaat voor startende bedrijven verziekt hebben. Investeerders hebben het zelf vaak moeilijk. Wat als een rode draad door veel van dit soort verhalen heen loopt is de aanschaf van kantoorpanden, personeel, auto's enzovoort. Met alleen wat inbreng van centen ben je er nog niet, diegenen die dat wel beseffen hebben nu te maken met de naweeen van de Internetmalaise. In Nederland is er niemand te vinden die een goede visie heeft over hoe het nu eens wel moet en dat ook nog eens bewijzen kan.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond