Deel dit artikel
-

Virtuele organisatie nog ver weg

Automatisering, en internettoepassingen in het bijzonder, hebben alle ingrediënten in zich om organisaties drastisch te veranderen. Al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd er gesproken over het papierloze kantoor. In de negentiger jaren deden we daar nog een schepje bovenop door bestaande structuren op z'n kop te zetten en dachten we aan virtuele en netwerkorganisaties. Ze bestaan wel, maar je ziet ze niet of neemt ze niet waar.

“Pas als de babyboomers hun leidende taken over dragen aan hun opvolgers, zullen de echte veranderingen tot stand komen,” aldus Theo Bosters van Corpos in de 14e editie van de estafettecolumn. Inmiddels zitten we in het vierde jaar van de 21ste eeuw en hebben de millenniumpassage al weer ver achter ons gelaten. En hoewel er veel is vernieuwd zijn er slecht enkele organisaties in de wereld die hun structuur werkelijk aan de moderne tijd hebben aangepast. Het lijkt wel of de angst van de regerende “baby-boomers” om gevestigde managementstijlen in te leveren voor modern management groter is dan de bereidheid tot veranderen.

Concern zonder centrum
In het najaar van 1998 publiceerden Bruce Pasternack en Albert Viscio in Holland Management Review (nr. 62- november-december 1998) een nieuw organisatiemodel: Concern zonder centrum. Dit organisatiemodel ging uit van de combinatie van mensen, kennis en samenhang. Het hart van deze organisatievorm was de mondiale kern, dat als hoofdkantoor waarde moest toevoegen aan alle onderdelen van de organisatie en die niet alleen bestaat uit het op afstand besturen en creëren van nutteloze overhead.

Zij omschreven deze organisatievorm als volgt: “Ondernemingen kunnen met dit model een vrijwel onaantastbare concurrentiepositie opbouwen, het concern zonder centrum is het model voor succes, groei, motivatie en kracht in het nieuwe millennium.” Enkele maanden later kwam Micheal Pullens met zijn “stappenplan naar de netwerkorganisatie: recept voor turbogroei”. (Holland Management Review – nr 63 januari-februari 1999). Hij schreef onder meer: “Positioneren wordt weer belangrijker omdat de afnemers makkelijker toegang krijgen tot verschillende aanbieders en daardoor ook kritischer kunnen zijn op de aangeboden producten en diensten,” alsof strategisch positioneren afhankelijk is van de elektronische snelweg.

Vijf jaar turbogroei en de kater
We zijn inmiddels vijf jaar verder, en natuurlijk heeft de wereld niet stilgestaan. We hebben de dot.com hype gehad en ongekende groei van de ICT-sector eind negentiger jaren. Maar velen onder ons hebben nog steeds een financiële kater. Vanzelfsprekend is er veel veranderd en zijn er organisaties die de inrichting van hun bedrijfsvoering drastisch hebben vernieuwd en aangepast aan de elektronisch snelweg zoals Dell en Cisco. Of die hun organisatie zodanig hebben ingericht dat werken onafhankelijk van plaats en tijd mogelijk is geworden, zoals bij Interpolis. Ook de financiële dienstverleners hebben niet stilgezeten en zo kunnen wij al onze bankzaken via internet afhandelen. En als u met vakantie wilt of een weekendje weg.., dan kunt u alles via internet regelen.

Maar wat die technologische snufjes ons ook mogen bieden, ze gaan vaak voorbij aan de emotionele acceptatie en het haalbare van de mens. Want op een kruising van wegen moeten we keuzes maken en het merendeel van de mensen kiest voor zekerheid en veiligheid, slechts een klein deel voor vernieuwing. In Alvin Toffler's The Third Wave uit 1980 worden de tegenstrijdigheden beschreven als je van de ene golf overgaat naar de andere en zie je “oudere” generaties zich krampachtig vastbijten in bestaande structuren, waarden en normen.

Eén ding is zeker, er komen nieuwe en jongere generaties met verregaande innovaties, maar het gaat allemaal wat minder snel dan sommige futurologen ons voorspiegelen. We zijn in ruim vijftig jaar van een agrarisch en industriële samenleving gegroeid naar een dienstensamenleving, echter tegelijk valt waar te nemen dat de Taylor-achtige organisatiestructuren gebaseerd op hiërarchische machtsverhoudingen nog steeds nadrukkelijk aanwezig zijn.

Pas als de babyboomers hun leidende taken over dragen aan hun opvolgers zullen de echte veranderingen tot stand komen. Dan ontstaan de echte virtuele organisaties waarin mensen zich onafhankelijk van plaats en tijd maar met een resultaatverplichting aan elkaar verbinden. Het wachten is op 2010.

Theo Bosters, directeur van Corpos, bureau voor strategisch positioneren, geeft de column door aan Eric van Schagen, algemeen directeur van Simac Techniek N.V.

Deel dit bericht

1 Reactie

Peter Heemstede

"Hoewel er veel is vernieuwd, zijn er slecht enkele organisaties in de wereld die hun structuur werkelijk aan de moderne tijd hebben aangepast." Bosters heeft in zoverre gelijk dat er weinig grote organisaties zijn die een radicaal nieuw organisatiemodel ingevoerd hebben, maar elementen van virtualisering zijn toch wel te signaleren. Ik noem bijvoorbeeld het uitbesteden van systeemontwikkeling en -beheer offshore, het verwebben van research & development ondermeer door de toepassing van collaborative technologie, het dwarslinken van kennis in knowledge networks, de concentratie van controletaken in bijvoorbeeld supply chain management-centers, het beschikbaarstellen van voorraad- en verkoopgegevens in commerciële cockpits. Nog geen leidende organisatiemodellen, maar wel voorbodes van verdergaande virtualisering. Daarenboven ontstaan aan de onderkant van de markt legio onderneminkjes die het virtueel model wel actief beproeven. Dat gaat met vallen en opstaan, want we kunnen dankzij de nieuwe netwerken wel prima samenwerken maar hoe selecteren we partners, hoe regelen we de verantwoordelijkheid, wie financiert een virtueel bedrijf zonder assets? Dat is totaal nieuw terrein. Toch zijn er spannende voorbeelden. Je zou bijvoorbeeld Linux kunnen zien als de ultieme multinational met een overhead van 1.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond