Vodafone: ‘Veel groeipotentieel voor mobiele reclame’

Vodafone Group noemt mobiele reclame als een van de vijf terreinen waar het voor miljarden aan nieuwe omzet kan aanboren. Het bedrijf investeert de komende jaren fors om posities in te nemen in de financiële, energie- en mediabranche.

Niet mensen maar ‘sprekende machines’ moeten in de komende jaren voor miljarden euro’s aan nieuwe inkomsten opleveren bij Vodafone. Bij de presentatie van de kwartaalcijfers gisteren meldde het, dat het op jaarbasis nu 250 miljoen omzet boekt op dit front. Over tien jaar kan dat oplopen tot enkele miljarden.

Bestuursvoorzitter Vittorio Colao (foto) gaf gisteren een beknopte visie op de toekomst. Hij definieert vijf groeigebieden. Niet enkel mobieltjes moeten portemonnees worden, via NFC-chips, maar ook het netwerk van Vodafone zelf moet worden ingezet om mobiele betalingen af te handelen. Immers, Vodafone heeft factuurrelaties met tientallen miljoenen consumenten. Colao hoopt dat mensen digitale aankopen via hun telefoonrekening gaan betalen.

De Italiaan raakt ook nog kort aan de mediabranche. Vodafone wil het bedrijfsleven gaan helpen om gericht mobiele reclame te gaan verspreiden. Details over de invulling gaf hij niet. Vermoedelijk slaat hij dezelfde weg in als bijvoorbeeld O2 en T-Mobile. Die bedrijven versturen opt-in reclame op basis van iemands fysieke locatie.

In Nederland gebruikt Vodafone de mobiele reclametechnologie van MADS, dat sinds kort ook is geoutilleerd om reclame te versturen op basis van iemands GPS-locatie.

Vodafone hoopt dat het in de komende jaren SIM-kaarten kan installeren in talloze apparaten in huishoudens wereldwijd. Stroommeters moet gaan praten met de energiemaatschappij, auto’s met hun eigenaren en leasebedrijven en camera’s met beveiligingsbedrijven.

Vodafone is in het formuleren van een dergelijke strategie niet uniek. T-Mobile voert sinds de zomer van 2010 een vergelijkbare koers. O2 kiest een andere benadering. Moederbedrijf Telefónica richtte een aparte divisie op die nieuwe werkterrein voor apps en andere bedrijfsmodellen moet gaan bedienen. De nieuwe activiteiten worden op die manier apart gezet van de traditionele activiteiten van het bedrijf, mogelijk om later te kunnen integreren.